29 282 Arbeidsmarktbeleid en opleidingen zorgsector

Nr. 354 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR MEDISCHE ZORG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 maart 2019

Uitgangspunt van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG) is de patiëntveiligheid. Door BIG-registratie reguleren we de bevoegdheid en kwaliteit van BIG-geregistreerde zorgverleners en kunnen we maatregelen nemen als die bevoegdheid of kwaliteit onvoldoende is. Het is dan ook belangrijk dat de patiënt (of elke andere burger) die zorgverleners goed kan vinden in het BIG-register. Om de transparantie en duidelijkheid te verbeteren wordt in de Wet BIG opgenomen dat zorgverleners die zich beroepsmatig presenteren beter te vinden moeten zijn in het BIG-register aan de hand van hun BIG-nummer (Staatsblad 2018, nr. 260). Op naam zijn beroepsbeoefenaren in bepaalde gevallen namelijk moeilijk te vinden. Dit komt bijvoorbeeld voor bij veel overeenkomende achternamen en/of voorletters of bij het gebruik van de achternaam van de partner of van een roepnaam. De uitwerking hiervan vindt plaats bij algemene maatregel van bestuur (amvb). De wijziging van de Wet BIG en de amvb treden op 1 april 2019 in werking.

Samen met de beroepsgroepen, brancheorganisaties, Patiëntenfederatie en andere partijen werken we hard om de patiëntveiligheid op een hoog niveau te houden. Ik ben heel blij met die samenwerking en waardeer hun inzet die zij daarop dagelijks plegen, ook via hun eigen kwaliteitsstandaarden. In de ontwikkeling van het wetsvoorstel zijn zij dan ook actief betrokken geweest om tot een gedragen wetsvoorstel te komen. Door een misverstand zijn zij echter niet betrokken geweest bij de nadere uitwerking in de amvb, zoals was toegezegd. Om de toezegging alsnog gestand te doen, zal ik op korte termijn met de beroeps- en brancheorganisaties, Zorgverzekeraars Nederland en de Patiëntenfederatie Nederland in overleg treden over de amvb en uitwerking van de verplichting om het BIG-nummer te vermelden. Uitgangspunt is dat overbodige administratieve lasten worden voorkomen en dat er proportionaliteit bestaat tussen doel en manier van uitvoeren. Onze eigen regelgeving zo lastenluw mogelijk opstellen is ook één van de actielijnen van het programma (Ont)Regel de Zorg, dat mijn collega’s en ik vorig jaar lanceerden om de ervaren regeldruk in de zorg terug te dringen. Vanuit dat perspectief wil ik het gesprek met de hierboven genoemde partijen aangaan.

Daarnaast vind ik het vervelend dat zorgverleners zich nu overvallen voelen door de invoering en de reikwijdte. Dat is uiteraard nooit de bedoeling geweest. Na overleg met de partijen en uitwerking van die afspraken zal ik zorgen dat er voldoende informatie beschikbaar is over de nadere uitwerking van de amvb (waar gaat het wel over én waar gaat het niet over) en dat er een ruime periode wordt geboden voor de implementatie.

Ik heb de inspectie gevraagd na 1 april 2019 niet te handhaven op de verplichting totdat het overleg en de nadere besluitvorming over de situaties waarin het BIG-nummer moet worden vermeld is afgerond en er voldoende tijd is geboden om de verplichting te implementeren.

De Minister voor Medische Zorg, B.J. Bruins

Naar boven