Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 30 november 2021
Met deze brief informeer ik uw Kamer over de evaluatie van het Besluit levenslanggestraften1. Dit onderzoek is uitgevoerd om vier jaar na de inwerkingtreding van het Besluit
de werking in de praktijk te evalueren. In overleg met het Adviescollege Levenslanggestraften
(ACL) is een drietal onderzoekers van de Erasmus Universiteit in mei van dit jaar
gestart met de evaluatie. Recent is het evaluatierapport opgeleverd.
Het evaluatieonderzoek dient ertoe om eventuele verbeter- en knelpunten te signaleren
bij de toepassing en werking van het Besluit levenslanggestraften en de wijze waarop
het ACL invulling geeft aan de daarin voor hen opgenomen verantwoordelijkheden.
Een beleidsreactie waarbij ik in ga op het rapport, de verbeter- en knelpunten en
de daaruit voortvloeiende aanbevelingen doe ik uw Kamer in het eerste kwartaal van
2022 toekomen. Allereerst dienen het rapport, de geconstateerde verbeter- en knelpunten
besproken te worden met alle betrokken ketenpartners.
Daarnaast wil ik het evaluatierapport betrekken bij het bredere vraagstuk met betrekking
tot mogelijke alternatieven in het kader van de tenuitvoerlegging van de levenslange
gevangenisstraf naar aanleiding van mijn toezegging tijdens het commissiedebat strafrechtelijke
onderwerpen van 3 juni jl. (Kamerstuk 29 279, nr. 656)
Tijdens dat debat gaf ik aan de verhouding tussen de rechterlijke macht en de Kroon
bij de eventuele invrijheidstelling van levenslanggestraften opnieuw te gaan bekijken.
Ik zegde daarbij eveneens toe u in het najaar te informeren over mijn verkenning naar
een mogelijke voorwaardelijke invrijheidstelling voor levenslanggestraften. Deze brief
wordt spoedig met uw Kamer gedeeld.
De Minister voor Rechtsbescherming,
S. Dekker