29 279
Rechtsstaat en Rechtsorde

nr. 48
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 februari 2007

Ten vervolge op het debat dat mijn ambtsvoorganger en ik met de Tweede Kamer hebben gevoerd in het kader van de openbare behandeling van het Wetsvoorstel tuchtrechtspraak accountants (Handelingen TK 2005–2006, nr. 102, pag 6284–6293 en Handelingen 2006–2007, nr. 7, pag 428–433), zend ik u hierbij het rapport dat de Werkgroep tuchtrecht onder leiding van prof. mr. N.J.H. Huls heeft opgesteld in het kader van het programma «Bruikbare rechtsorde»1.

Ik verwacht dat het kabinetsstandpunt in de loop van 2007 tot stand kan worden gebracht. Gelet op het verband met het Wetsvoorstel tuchtrechtspraak accountants hecht ik eraan het rapport reeds nu aan uw Kamer toe te zenden. De Minister van Financiën en ik zijn voornemens om op korte termijn, met inachtneming van het gestelde in het rapport, een nota van wijziging bij dat wetsvoorstel in te dienen, teneinde daarmee de bezwaren van een aantal fracties tegen de vormgeving van het in het wetsvoorstel opgenomen tuchtrecht weg te nemen. Wij hopen daarmee te bereiken dat het wetsvoorstel spoedig verder kan worden behandeld en door uw Kamer kan worden aangenomen.

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven