Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 april 2015
Op 23 april a.s. heeft de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken van uw Kamer een
algemeen overleg geagendeerd over de splitsing van de Raad van State en de samenvoeging
van de drie hoogste bestuursrechters. Op de agenda staat het door de commissie vastgestelde
verslag van een schriftelijk overleg over dit onderwerp (Kamerstuk 29 279, nr. 220).
Mede namens de Minister van Veiligheid en Justitie geef ik u het volgende in overweging.
De consultatieronde over het conceptwetsvoorstel is op 15 april geëindigd. Wij hebben
inmiddels adviezen ontvangen van de Hoge Raad, de Afdeling bestuursrechtspraak, het
College van Beroep voor het bedrijfsleven en de Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak.
Deze adviezen zend ik u hierbij reeds ter kennisneming toe1. Nog uit te brengen adviezen, waaronder dat van de Raad voor de rechtspraak, zal
ik u eveneens ter kennis brengen.
De onderling sterk uiteenlopende adviezen nopen tot zorgvuldige bestudering. De Minister
van Veiligheid en Justitie en ik hebben in antwoord op door de Eerste Kamer gestelde
vragen toegezegd dat de Eerste Kamer zal worden bericht over het standpunt van het
kabinet naar aanleiding van de uitkomsten van de consultatie over het conceptwetsvoorstel
(zie Kamerstuk 30 585, M, p. 7). Vanzelfsprekend zijn wij gaarne bereid ook uw Kamer daarover te informeren.
Het streven is er daarbij op gericht een wetsvoorstel voor het zomerreces bij uw Kamer
in te dienen.
Gelet hierop komt het houden van een algemeen overleg op dit moment mogelijk niet
aan de verwachtingen van uw Kamer tegemoet.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
R.H.A. Plasterk