Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 september 2014
Tijdens het algemeen overleg ziekenhuiszorg van 26 maart 2014 (Kamerstuk 31 016, nr. 74) heb ik toegezegd u tussentijds te informeren over de wachttijdontwikkeling rond
de 6 specialismen die genoemd zijn in de Marktscan medisch specialistische zorg uit
december 2013 waarvan de wachttijd boven de Treeknorm ligt.
In de Marktscan medisch specialistische zorg rapporteert de Nederlandse zorgautoriteit
(NZa) jaarlijks over de wachttijdontwikkeling. De afgelopen jaren is een dalende trend
van de wachttijden waar te nemen. Dit beeld is bevestigd in de laatste marktscan waaruit
overigens blijkt dat voor 6 specialismen sprake is van een gemiddelde wachttijd tussen
de 4 en de 6 weken voor de polikliniek. Hiermee wordt voor deze specialismen niet
voldaan aan de Treeknorm van 4 weken. Alvorens ik u verder informeer over de wachttijdontwikkeling
van deze 6 specialismen vind ik het relevant op te merken dat zorgverzekeraars vanuit
hun zorgplicht verantwoordelijk zijn voor het inkopen van voldoende zorg en dat verwacht
mag worden dat de zorg binnen de daarvoor gestelde Treeknormen kan worden geleverd.
Dit betekent niet dat alle aanbieders binnen de norm de zorg kunnen leveren. Soms
moet een patiënt hiervoor naar een andere aanbieder gaan, bijvoorbeeld een zelfstandig
behandelcentrum waar de wachttijden in de regel korter zijn. Indien behandeling bij
een aanbieder niet binnen de Treeknorm mogelijk is, kan zowel een aanbieder als een
verzekeraar een patiënt doorverwijzen naar een andere aanbieder waar wel voldoende
capaciteit is.
De wachttijden waarover ik u tussentijds rapporteer zijn de eerste 6 maanden voor
4 specialismen gemiddeld licht gestegen en voor 2 specialismen licht gedaald. Hierbij
wil ik erop wijzen dat de wachttijden alleen betrekking hebben op de eerste 6 maanden
van 2014. Het is dus mogelijk dat de wachttijdgegevens over heel 2014 een ander beeld
laten zien. In de Marktscan medisch specialistische zorg die de NZa eind van dit jaar
zal uitbrengen, staat het jaarlijkse beeld over de wachttijdontwikkeling over 2014.
Vooruitlopend hierop heb ik de NZa gevraagd om voor de 6 specialismen een zo’n actueel
beeld mogelijk te geven.
-
• Allergologie: 5,66 weken in juni 2014 (eind 2013 5,01 weken)
-
• Maag darm en leverziekten: 5,16 weken in juni 2014 (eind 2013: 5,01 weken)
-
• Reumatologie: 4,54 weken in juni 2014 (eind 2013 4,51 weken)
-
• Revalidatiegeneeskunde: 4,90 weken in juni 2014 (eind 2013 4,76 weken)
-
• Pijnbestrijding anesthesiologie: 4,36 weken in juni 2014 (eind 2013 4,72 weken)
-
• Psychiatrie: 4,11 in juni 2014 (eind 2013 4,20 weken)
De NZa merkt op dat er voor bovengenoemde specialismen veel, tot heel veel aanbieders
zijn waarvan een groot deel wel binnen de Treeknorm scoort. Patiënten kunnen dus,
als ze naar een andere zorgaanbieder gaan nog steeds binnen de Treeknorm terecht voor
een afspraak. De overschrijding van de Treeknorm wordt mede veroorzaakt door een aantal
zorgaanbieders met erg hoge wachttijden, dit heeft grote invloed op het gemiddelde.
De toegankelijkheid van zorg en de hiermee samenhangende wachttijdontwikkeling is
een doorlopend punt van aandacht. Mede door het grote aanbod van zorgaanbieders ziet
de NZa geen gevaar voor de toegankelijkheid van zorg. Ik heb de NZa gevraagd om jaarlijks
via de marktscan over deze ontwikkeling te blijven rapporteren.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers