29 232 Air France – KLM

Nr. 49 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 mei 2021

De Tweede Kamer heeft op 20 april 2021 de motie van het lid Alkaya1 aangenomen die de regering verzoekt in gesprekken met de Franse overheid en Air France-KLM te eisen dat er wordt afgezien van deze aandelenbonus aan de topman, en als dit niet gebeurt geen verdere staatssteun te verlenen aan Air France-KLM. Daarnaast hebben de Minister van Infrastructuur en Waterstaat en ik op 14 april jl. schriftelijke vragen ontvangen van het lid Alkaya (SP) en de leden Heinen en Michon-Derkzen (beiden VVD) over het bericht «Miljoenenbonus topman Air France KLM, ondanks recordverlies en staatssteun» (Aanhangsel Handelingen II 2020/21, nr. 2637). Door middel van deze brief geef ik, mede namens de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, antwoord op deze Kamervragen en schets ik op welke wijze ik uitvoering aan de motie van het lid Alkaya geef.

Ik deel met uw Kamer dat er in een crisis geen plaats is voor het toekennen en uitbetalen van bonussen voor bestuurders bij bedrijven die overeind gehouden moeten worden met staatssteun en waar werknemers hun baan verliezen. Net zoals vorig jaar zal de Nederlandse staat tegen de beloning over 2020 en het beloningsbeleid voor 2021 van de topman van Air France-KLM stemmen tijdens de algemene vergadering van aandeelhouders op 26 mei 2021.

Daarnaast hebben mijn ambtenaren naar aanleiding van de publicatie van het jaarverslag 2020 van Air France-KLM op 9 april jl. over de lange termijn bonus van de CEO van Air France-KLM, contact gehad met Air France-KLM om de bezwaren van de Nederlandse staat met de onderneming te delen. Zelf heb ik gesproken met de voorzitter van de «Board of Directors» van Air France-KLM, Anne-Marie Couderc. Ook de door de Nederlandse staat benoemde board-member bij AFKL heeft zijn ongenoegen kenbaar gemaakt over de toekenning van de bonus.

Tijdens deze contacten is de onderneming meerdere malen te kennen gegeven dat de Nederlandse staat het niet verdedigbaar vindt dat er een bonus, in welke vorm dan ook, wordt toegekend in een periode waarin de onderneming aan miljarden euro’s staatssteun nodig heeft om te kunnen overleven als gevolg van de Covid-19 crisis. Daarnaast heb ik de inhoud van uw motie met haar gedeeld.

Voor het kabinet staat bij eventuele toekomstige steunverlening ten behoeve van KLM het belang van KLM voor het intercontinentale bestemmingennetwerk op Schiphol voorop. Dit netwerk is van groot belang voor de Nederlandse economie en werkgelegenheid. Eventuele steun met Nederlands belastinggeld zal dan ook primair ten gunste moeten komen aan KLM, net zoals de Franse staat dat heeft gedaan bij de steun aan Air France. Het bovengenoemd publieke belang zal ook centraal moeten staan bij de te maken afweging voor eventuele toekomstige steunverlening aan KLM. Hierbij teken ik aan dat bij het verlenen van liquiditeitssteun afgelopen zomer met KLM is afgesproken gedurende de looptijd van de steun het bestuur van KLM geen bonus zal ontvangen.

De Minister van Financiën, W.B. Hoekstra


X Noot
1

Kamerstuk 28 165, nr. 344.

Naar boven