Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 november 2020
In de beantwoording van de Kamervragen over de verwijderkosten bij het beëindigen
van de gasaansluiting bij kleinverbruikers (Aanhangsel Handelingen II 2020/21, nr. 317) heb ik aangegeven dat er onduidelijkheid is ontstaan over deze verwijderkosten en
dat ik van mening ben dat hier op korte termijn een oplossing voor moet komen. Ik
ben hierover in gesprek gegaan met de Autoriteit Consument en Markt (ACM) en met de
netbeheerders. Door middel van deze brief informeer ik uw Kamer over de uitkomst van
deze zoektocht.
Na gesprekken met de ACM en de netbeheerders heb ik geconcludeerd dat het niet mogelijk
is om op korte termijn de onduidelijkheid over de verwijderkosten volledig weg te
nemen. Althans niet in het geval dat er wordt vastgehouden aan de kostenverdeling
zoals is opgenomen in de Regeling inzake tariefstructuren en voorwaarden gas, die
de 50-50-verdeling regelt waar uw Kamer zich voor uitgesproken heeft. Het kabinet vindt het net
als uw Kamer belangrijk dat mensen die zelf actie willen ondernemen, dat kunnen doen
tegen zo laag mogelijke kosten en op een makkelijke manier. Onduidelijkheid over kosten
kan vertragend werken voor de energietransitie, daarom kies ik ervoor om de procedure
in gang te zetten om de verwijderkosten tijdelijk volledig te verrekenen in het algemene
periodieke aansluittarief. Hiermee wordt geregeld dat afnemers die hun gasaansluiting
willen beëindigen in alle gevallen geen rekening hoeven te betalen en de netbeheerders
de kosten voor de werkzaamheden mogen verrekenen in de het periodieke aansluittarief.
Op deze manier wordt geregeld dat de netbeheerders een redelijke vergoeding krijgen
voor de werkzaamheden die zij moeten uitvoeren.
Het wegnemen van de onduidelijkheid over de verwijderkosten is ook nodig om ervoor
te zorgen dat het buiten gebruik nemen van ongebruikte gasaansluitingen soepel verloopt.
Ik wil nogmaals benoemen dat tijdelijk afsluiten («verzegelen») geen optie is voor
het langdurig buiten gebruik nemen van gasaansluitingen. Dit is de conclusie op basis
van de onderzoeken die ik aan uw Kamer heb aangeboden in de Kamerbrief van 12 november
2019 (Kamerstuk 29 023, nr. 254) naar aanleiding van de motie van het lid Yesilgöz-Zegerius c.s. (Kamerstuk 35 000 XIII, nr. 70).
De gekozen tijdelijke oplossing voor de korte termijn heeft ook nadelen. Bij het opstellen
van de nieuwe Energiewet en daarop gebaseerde uitvoeringsregelingen zal met het oog
op de energietransitie opnieuw worden gekeken naar de verdeling van kosten voor het
verwijderen van gasaansluitingen. Zolang het gaat om een relatief beperkt aantal afnemers
die hun gasaansluiting willen beëindigen, zal het effect van deze tijdelijke oplossing
op het periodieke aansluittarief voor de achterblijvers beperkt zijn. Echter, het
is de verwachting dat dit aantal op gaat lopen als gevolg van de energietransitie.
Ik begrijp dat het voor afnemers belangrijk is om te weten wanneer de kostenverdeling
daadwerkelijk wordt gewijzigd. Daarom schets ik de benodigde procedure om de kostenverdeling
te wijzigen. De eerste stap is het wijzigen van de Regeling inzake tariefstructuren
en voorwaarden gas. Voordat deze wijzigingsregeling vastgesteld kan worden dient de
ACM hier advies over uit te brengen. Ik verwacht de wijzigingsregeling nog dit jaar
vast te stellen. Na vaststelling dient de wijzigingsregeling aangeboden te worden
aan de Eerste en Tweede Kamer volgens de wettelijk voorgeschreven nahangprocedure.
In verband met het kerstreces geldt hier een langere termijn voor. Na het afronden
van de nahangprocedure kan ik een besluit nemen om de wijzigingsregeling in werking
te laten treden. Ik verwacht dat dit voor 1 maart het geval kan zijn.
Voor het wijzigen van de kostenverdeling moet ook de tarievencode gas worden gewijzigd
door de ACM. Bij het wijzigen van deze tarievencode gas is het gebruikelijk dat de
uniforme openbare voorbereidingsprocedure wordt toegepast. De ACM heeft aangeven verder
te gaan met de procedure tot wijziging van de tarievencode gas. De ACM zal, gegeven het huidige codeproces,
bekijken of ze rekening kan houden met de mogelijkheid dat de Regeling inzake tariefstructuren en voorwaarden gas op korte termijn
wordt aangepast.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
E.D. Wiebes