28 886
Wijziging van de Wet justitiële gegevens in verband met het verwerken van strafvorderlijke gegevens en wijziging van het Wetboek van Strafvordering, het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en de Wet tarieven in strafzaken in verband met het verstrekken van een afschrift van een vonnis of een arrest aan de verdachte en zijn raadsman of een derde

nr. 8
TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 8 juni 2004

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

Artikel I, onderdeel L, wordt als volgt gewijzigd:

Artikel 39i, tweede lid, komt te luiden:

2. Artikel 18, derde lid, is van overeenkomstige toepassing.

Toelichting

Het wetsvoorstel bepaalt in artikel 39i, tweede lid, dat artikel 18, tweede en derde lid, van overeenkomstige toepassing is. Volstaan kan echter worden met het van overeenkomstige toepassing verklaren van artikel 18, derde lid.

In artikel 39i is het recht op kennisneming van strafvorderlijke gegevens neergelegd. In artikel 18 is het recht op kennisneming van justitiële gegevens neergelegd. In het tweede lid van artikel 18 is bepaald dat geen mededelingen in schriftelijke vorm worden gedaan, tenzij het een afwijzing van het verzoek om kennisneming betreft. Bij nader inzien is het niet gewenst dat dit lid van artikel 18 van overeenkomstige toepassing is op het recht op kennisneming van strafvorderlijke gegevens. Het openbaar ministerie kan op een effectieve en toereikende wijze aan het recht op kennisneming voldoen door het verstrekken van een schriftelijke uitdraai van de gegevens die over de betrokkene zijn verwerkt in het geautomatiseerde Communicatiesysteem Openbaar Ministerie – Parket Administratie Systeem (COMPAS). Deze wijze van kennisgeving door het openbaar ministerie verdient de voorkeur boven het verschaffen van inzage in stukken of het doen van mondelinge mededelingen, welke werkwijzen toegepast zouden moeten worden indien artikel 18, tweede lid, van overeenkomstige toepassing is. Deze wijze van kennisgeven maakt een selectie van gegevens mogelijk waarbij de gegevens van anderen dan de betrokkene worden beschermd en de werkbelasting voor het openbaar ministerie niet te groot wordt. Om die redenen verdient deze werkwijze ook de voorkeur boven het verstrekken van afschriften van stukken of het op andere wijze selecteren van gegevens van de betrokkene.

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

Naar boven