Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 5 februari 2016
Op 3 februari jl. voerde ik met uw Kamer een Algemeen Overleg over de onderzoeksopdracht
Commissie Oosting. Tijdens dat debat zegde ik toe u nader te informeren over de wijze
waarop Veiligheid en Justitie de vertrouwens- en integriteitsfunctie heeft ingericht.
Ook zegde ik toe u te informeren over maatregelen, die de afgelopen jaren in dit kader
zijn genomen op mijn ministerie en de wijze waarop die een vervolg krijgen.
Het lid van Nispen (SP) heeft gevraagd of er een veilige omgeving binnen mijn ministerie
bestaat waarin medewerkers melding kunnen maken van misstanden. Net als uw Kamer vind
ik het belangrijk dat hier duidelijkheid over bestaat. Als bijlage treft u de mail
en de brief1 waarmee de secretaris-generaal van mijn ministerie en de secretaris-generaal van BZK iedere (oud)
medewerker oproepen zich te melden bij de onderzoekscommissie als hij of zij meent
te beschikken over informatie die van belang is voor het onderzoek van de Commissie
Oosting.
In een aanvullende brief, die ik u begin volgende week voor de regeling van werkzaamheden
zal doen toekomen, zal ik nader ingaan op het integriteitsstelsel en de maatregelen
die de afgelopen jaren zijn genomen op mijn ministerie en de wijze waarop die een
vervolg krijgen (Kamerstuk 28 844, nr. 93).
Vertrouwenspersonen binnen Veiligheid en Justitie
Naast de vertrouwenspersoon voor het bestuursdepartement is bij alle dienstonderdelen
in een vertrouwenspersoon voorzien. Deze vertrouwenspersonen ondersteunen medewerkers
in algemene zin bij morele- en/of integriteitsvraagstukken en bij het doen van meldingen
van integriteitsincidenten. De vertrouwenspersonen hebben een onafhankelijke positie
en staan niet in hiërarchische verhouding tot de leiding.
De vertrouwenspersonen werken op basis van vertrouwelijkheid en met een geheimhoudingsplicht.
Een vertrouwenspersoon neemt geen stappen en deelt geen gegevens van de melding zonder
uitdrukkelijke toestemming van de melder.
De positie van vertrouwenspersoon voor het bestuursdepartement is op dit moment vacant.
Deze functie wordt sinds het vertrek van de vertrouwenspersoon voor het bestuursdepartement
waargenomen door de vertrouwenspersoon van de dienst Justis. Deze vertrouwenspersoon
wordt bijgestaan door twee vertrouwenspersonen van de NCTV en DJI (allen in hetzelfde
pand gehuisvest). Afhankelijk van de situatie van de melder overlegt de (waarnemend)
vertrouwenspersoon met de melder wie de geëigende vertrouwenspersoon is om de melder
te adviseren en te ondersteunen. Hiermee is ook op het bestuursdepartement gewaarborgd
dat medewerkers meldingen kunnen doen in een veilige omgeving.
Naast bovengenoemde brief van mijn secretaris-generaal is er voor alle medewerkers
voorzien in informatie op het intranet. De vertrouwenspersoon binnen het bestuursdepartement
is daar goed vindbaar en toegankelijk via de hoofdpagina. Wel is mij gebleken dat
een van de onderliggende intranetpagina’s onvolledig was. Deze pagina is inmiddels
aangepast.
Ik reken erop dat door de oproep van mijn secretaris-generaal en de bestaande regelingen
alle belemmeringen voor medewerkers om zich te melden zijn weg genomen.
De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur