28 844 Integriteitsbeleid openbaar bestuur en politie

Nr. 68 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 december 2012

Op 12 december 2012 heeft het Bureau Integriteitsbevordering Openbare Sector het rapport Monitor Integriteit openbaar bestuur 2012 gepubliceerd. Hierbij bied ik u het rapport en de bijbehorende bijlagen aan1.

Het ministerie van Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties heeft in afstemming met de koepelorganisaties in het openbaar bestuur, te weten het Interprovinciaal Overleg (IPO), de Unie van Waterschappen (UvW) en de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) het initiatief genomen tot het ontwikkelen van deze integriteitsmonitor. Dit instrument maakt het mogelijk om eens in de vier jaar een beeld te krijgen van de integriteitsbeleving en het integriteitsbeleid van de sectoren in het openbaar bestuur. De monitor is een doorontwikkeling van eerdere inventarisaties integriteitsbeleid die in 2004 en 2008 door mijn ministerie zijn uitgevoerd. Naast het beleid is nu ook de beleving van integriteit onderzocht. Deze monitor is op verzoek en in het belang van de vier sectoren onder de verantwoordelijkheid van Bureau Integriteitsbevordering Openbare Sector (BIOS) tot stand gekomen. CAOP Research heeft in opdracht van BIOS de monitor uitgevoerd.

Integriteitsschendingen leveren deuken op voor het openbaar bestuur; zij tasten het vertrouwen aan van de samenleving in het bestuur. Daarom maak ik integriteit in de komende jaren tot een speerpunt van mijn beleid. Ik stel vast dat dit belang nadrukkelijk wordt gedeeld door alle sectoren in het openbaar bestuur.

Dat integriteit van het openbaar bestuur een gezamenlijke verantwoordelijkheid is, is tot uitdrukking gebracht in de verklaring van de respectievelijke voorzitters van VNG, IPO, UvW en mijzelf, in reactie op de resultaten van de Monitor integriteit. Deze gemeenschappelijke verklaring die dateert van 12 december 2012 is als bijlage aan deze brief toegevoegd1.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

Naar boven