28 844 Integriteitsbeleid openbaar bestuur en politie

Nr. 118 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 juni 2017

Met deze brief voldoe ik aan het verzoek van de vaste commissie voor Defensie om te reageren op de berichtgeving van 5 juni jl. in de NRC. Voorts reageer ik in deze brief op het verzoek zoals uiteengezet tijdens de Regeling van werkzaamheden van 13 juni jl. (Handelingen II 2016/17, nr. 86, Regeling van werkzaamheden), namelijk om de gevraagde brief uit te breiden met informatie over de rol van de MIVD in dezen. Ook zal ik toelichten hoe Defensie omgaat met de behandeling van de klacht van twee oud-medewerkers.

Integriteit bij Defensie

Over het belang van integriteit bij Defensie kan geen twijfel bestaan. De Centrale Organisatie Integriteit Defensie (COID) is opgericht in 2010. Vermoedens van integriteitsschendingen worden hier geregistreerd. Het meldpunt wordt ook actief onder de aandacht gebracht via intranet en internet evenals in opleidingen en voorlichting. Voorts wordt de top van Defensie over meldingen geïnformeerd via het «Meldsysteem Voorvallen». Naar aanleiding van de bevindingen van de commissie-Van der Steenhoven is dit systeem, zoals bekend, verder verbeterd. Zo is de toegang beperkt tot een kleine kring bevoegden en is de wijze van het doen van meldingen verbeterd.

Defensie onderkent dus haar eigen potentiële kwetsbaarheden en neemt, waar nodig, passende maatregelen. Dit jaar heeft Defensie voor het eerst het jaarverslag «integriteit» openbaar gemaakt. Dit verslag geeft inzicht in de wijze waarop Defensie aan haar «morele fitheid» werkt.

Vervolging defensiemedewerkers

In het artikel in de NRC van 5 juni jl. staan verschillende uitspraken waarvan wordt gesteld dat deze afkomstig zijn uit de getuigenverklaring. Gedurende het strafproces doet Defensie geen uitspraken over deze strafzaken en dus ook niet over een getuigenverklaring als onderdeel van het strafproces. Ook uitspraken die niet voortkomen uit de getuigenverklaring zijn gerelateerd aan dit dossier en daarmee aan deze strafzaak.

Rol van MIVD

Zoals u weet, kan ik in het openbaar geen toelichting geven op informatie die al dan niet bekend is bij de MIVD. Wel kan ik zeggen dat de verantwoordelijkheid voor het uitvoeren van integriteitsonderzoeken bij de commandanten van de defensieonderdelen en de COID is belegd. De MIVD doet alleen onderzoek naar personen als de nationale veiligheid in het geding is.

Kamerbrieven

Eind 2011 heeft zowel het Ministerie van Veiligheid en Justitie (V&J) als het Ministerie van Defensie een onderzoek ingesteld op grond van verschillende meldingen over onregelmatigheden bij de aanbesteding van politie- en defensievoertuigen. Op 15 februari 2012 heeft de Minister van V&J de Kamer geïnformeerd over de bevindingen van de commissie-Schouten (Kamerstuk 29 628, nr. 291) met betrekking tot de aanbesteding van politievoertuigen. Op 25 mei 2012 heeft de Minister van Defensie uw Kamer geïnformeerd over de bevindingen van de commissie-Beuving (Kamerstuk 32 678, nr. 25). Hij liet daarbij weten dat het Landelijk Parket reeds was geïnformeerd.

Tweeënhalf jaar later, op 15 oktober 2014 (Kamerstuk 32 678, nr. 29), heb ik uw Kamer gemeld dat het OM Defensie had laten weten dat tegen vier defensiemedewerkers die bij de verwerving van dienstauto’s betrokken waren, een stafrechtelijk onderzoek was gestart. Daarbij is na een zorgvuldige afweging, waarbij betrokkenen eind september zijn gehoord, besloten de desbetreffende werknemers hangende het strafrechtelijke onderzoek te schorsen. Vervolgens heb ik uw Kamer op 13 juli 2015 laten weten dat Defensie heeft kennisgenomen van het besluit van het OM vier defensiemedewerkers te vervolgen. Op 13 juni jl., ten slotte, heeft het OM de zaak voor het eerst voor de rechter gebracht in een regiezitting.

Klacht twee oud-medewerkers

Op 1 juni jl. is door twee oud-defensiemedewerkers, waartegen het hierboven genoemde strafrechtelijk onderzoek loopt, een klacht ingediend bij Defensie. Een externe deskundige, te weten prof. mr. R. Bekker, zal mij adviseren over de afdoening van deze klacht.

De Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert

Naar boven