28 844 Integriteitsbeleid openbaar bestuur en politie

Nr. 117 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 juni 2017

Hierbij voldoe ik aan het verzoek van de vaste commissie voor Defensie van 15 juni jl. om te reageren op de brief van FNV Veiligheid over de omgang met de klokkenluider van de Brigade Speciale Beveiligingsopdrachten (BSB) van de Koninklijke Marechaussee.

Defensie is bekend met dit dossier en is de klokkenluider erkentelijk voor de melding van misstanden bij de BSB. Defensie heeft die meldingen uitgebreid onderzocht en de Onderzoeksraad Integriteit Overheid (OIO) heeft op 14 juli 2016 een rapport over dezelfde meldingen uitgebracht. Volgens de OIO is er in twee gevallen sprake geweest van misstanden wegens gevaar voor de veiligheid. Op 5 oktober 2016 heeft Defensie in reactie op het OIO-advies verklaard dat zij de constateringen van de OIO zal toepassen bij de verdere versterking van haar integriteitsbeleid.

Zo is er een uitgebreid leiderschapstraject bij de BSB opgezet en is er een psycholoog aangesteld om onder andere leiderschap en mentale en morele weerbaarheid te bevorderen. Voorts heeft de BSB inmiddels een eigen integriteitsplatform en is er extra aandacht voor de gedragscode en het optreden in het buitenland. Tevens wordt er gedurende de BSB-opleiding extra aandacht besteed aan integriteit.

Namens de klokkenluider is een aantal klachten ingediend. Ten behoeve van de behandeling van deze klachten is een onafhankelijke klachtadviesinstantie aangesteld. In februari jl. heeft de raadsman van de klokkenluider naar aanleiding van de klachtenbehandeling melding gemaakt van een vermoeden van misstanden. Op verzoek van de raadsman is de klachtenbehandeling opgeschort totdat het onderzoek naar deze meldingen is afgerond. Een andere onafhankelijke klachtadviesinstantie heeft de meldingen inmiddels onderzocht en advies uitgebracht aan de secretaris-generaal die naar verwachting in de eerste week van juli een standpunt zal innemen. Daarna kan de behandeling van de overige klachten worden hervat.

Op hoog ambtelijk niveau is met de klokkenluider en zijn raadsman onder meer gesproken over het herstel van de schade die hij na zijn melding heeft geleden. Afgesproken is het overleg over eerherstel en compensatie op te schorten zolang zijn klachten worden behandeld. Wel is de klokkenluider inmiddels met terugwerkende kracht bevorderd, heeft hij een functie toegewezen gekregen en zijn nadere afspraken gemaakt die nog moeten worden bekrachtigd. De raadsman van de klokkenluider heeft later alsnog gemeld alvast een voorstel voor eerherstel en compensatie te willen ontvangen. Defensie heeft hem op 14 juni jl. een voorstel gedaan.

De Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert