28 828 Fraudebestrijding in de zorg

Nr. 124 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR MEDISCHE ZORG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 december 2020

Naar aanleiding van een item in Nieuwsuur d.d. 18 februari 2020 over het Jaaroverzicht 2018 van de Financial Intelligence Unit Nederland (FIU-Nederland), zijn er op 19 februari 2020 tijdens het AO Zorgfraude en Governance in de zorg, verschillende vragen gesteld over het mogelijk financieren van terrorisme met de opbrengsten uit zorgfraude. De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft, mede namens de Minister van Justitie en Veiligheid en de Minister van Financiën, toegezegd uw Kamer nader te informeren over dit onderwerp.1 Deze toezegging doe ik bij deze gestand.

In deze brief sta ik allereerst stil bij de definitie van zorgfraude en de mogelijke relatie met terrorismefinanciering. Vervolgens beschrijf ik de werkprocessen tussen de verschillende betrokken instanties ten aanzien van de verrijking van signalen en het eventuele vervolg van opsporing en vervolging. De opsporingsinstanties zijn daarbij alert op mogelijke relaties tussen zorgfraude en terrorismefinanciering en dat geldt ook voor de signalen waar de FIU-Nederland in februari in de uitzending van Nieuwsuur naar verwees. Het is van belang te benadrukken dat een verdachte transactie niet per definitie betrekking heeft op een verdenking van een strafbaar feit. Deze brief benoemt, naast de beschikbare cijfers omtrent dit onderwerp, tevens de dalende trend van aan zorgfraude gerelateerde transacties zoals blijkt uit het Jaaroverzicht 2019 van de FIU-Nederland. Ondanks die daling blijft het onverminderd van belang dat opsporingsinstanties alert blijven op mogelijke relaties tussen zorgfraude en terrorismefinanciering en dat zorgfraude in het algemeen wordt voorkomen.

Zorgfraude in relatie tot terrorismefinanciering

Zowel zorgfraude als het financieren van terrorisme is onaanvaardbaar en strafbaar. De Taskforce Integriteit Zorgsector (TIZ)2 definieert zorgfraude «als er opzettelijk en doelbewust, tegen de regels gebruik wordt gemaakt van zorggeld voor eigen of andermans voordeel». Een verband tussen zorgfraude en terrorismefinanciering kan pas worden gelegd, als deze onterecht ontvangen zorggelden mogelijk worden gebruikt voor het financieren van terrorisme in de zin van artikel 421 Wetboek van Strafrecht.

Voor het standpunt van het kabinet aangaande terrorismefinanciering in het algemeen, verwijs ik graag naar de beleidsreactie van de Minister van Financiën, mede namens zijn ambtgenoot van Justitie en Veiligheid, op de Nationale Risicoanalyse Terrorismefinanciering (NRA) van het WODC, die afgelopen september met uw Kamer is gedeeld.3

Werkwijze FIU-Nederland

De FIU-Nederland is in de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) aangewezen als autoriteit waar ongebruikelijke transacties dienen te worden gemeld door meldingsplichtige instellingen. De FIU-Nederland analyseert deze meldingen en brengt naar aanleiding van deze meldingen transacties en geldstromen in kaart die in verband kunnen worden gebracht met witwassen en onderliggende basisdelicten alsmede financieren van terrorisme. Deze analyse doet zij onder andere door het op semi-geautomatiseerde wijze matchen van alle ongebruikelijke transacties met databestanden van de (bijzondere) opsporingsdiensten. Daarnaast worden meldingen van ongebruikelijke transacties aan de hand van specifieke thema’s geselecteerd voor analyse. Naar aanleiding van analyse kunnen transacties door de FIU-Nederland verdacht worden verklaard. Ongebruikelijke transacties die door het hoofd van de FIU-Nederland verdacht zijn verklaard, worden ter beschikking gesteld aan de diverse (bijzondere) opsporingsdiensten en inlichtingen- en veiligheidsdiensten. Daarnaast kan de FIU-Nederland middels het opstellen van rapportages zorgen voor een actieve melding naar één of meerdere opsporingsdiensten. De FIU-Nederland vervult daarmee een belangrijke rol in het voorkomen en opsporen van witwassen en onderliggende basisdelicten, alsmede het financieren van terrorisme.

Cijfers omtrent ongebruikelijke en verdachte transacties

In de openbare jaaroverzichten 2018 en 2019 van de FIU-Nederland staat vermeld, dat gericht aandacht is besteed aan dossiers met een mogelijk kenmerk van aan de zorgsector gerelateerde fraude.4 FIU-Nederland heeft in 2018 en 2019 analyses verricht om de omvang van zorgfraude gerelateerde transacties in beeld te brengen. FIU-Nederland heeft aangegeven dat een deel van de ongebruikelijke

transacties gerelateerd aan zorgfraude, mogelijk te maken zou kunnen hebben met terrorismefinanciering. Hieronder vindt u de relevante cijfers uit het openbare Jaaroverzicht 2018 en het Jaaroverzicht 2019, aangevuld met nadere gegevens van de FIU-Nederland over verdachte transacties per d.d. 30 september 2020.

Tabel 1. Cijfers ongebruikelijke en verdachte transacties 2018 en 2019
 

2018

2019

Totaal aantal meldingen van ongebruikelijke transacties1

753.352

2.462.973

Totaal aantal meldingen van ongebruikelijke transacties dat mogelijk te relateren is aan zorgfraude

9842

968

Totaal aantal meldingen van ongebruikelijke transacties dat mogelijk te relateren is aan zorgfraude en met een mogelijk verband naar terrorismefinanciering

3103

141

Waarvan verdacht verklaarde transacties:

   

Totaal aantal verdachte transacties

57.950

39.544

Totaal aantal verdachte transacties dat mogelijk te relateren is aan zorgfraude

688

548

Totaal aantal verdachte transacties dat mogelijk te relateren is aan zorgfraude en met een mogelijk verband naar terrorismefinanciering

227

98

X Noot
1

Het overgrote deel van dit aantal meldingen van ongebruikelijke transacties ziet op meldingen die zijn gedaan op basis van de specifieke objectieve meldindicator voor derde hoogrisicolanden (de zgn. Objectief02-indicator). In oktober 2019 kwam deze objectieve indicator te vervallen, zodat een meer zuivere werking ontstond. Het reguliere aantal ongebruikelijke transacties, dus zonder de meldingen op basis van deze specifieke meldindicator, betreft 541.236 in 2019 en 394.743 in 2018.

X Noot
2

In het Jaaroverzicht 2018 wordt een aantal vermeld van 1.300 meldingen van ongebruikelijke transacties die mogelijk aan zorgfraude gerelateerd konden worden. Dat aantal had betrekking op een brutoaantal meldingen in 2018. Op basis van voortschrijdend inzicht opgedaan bij de analyse in 2019, is dit aantal in het Jaaroverzicht 2019 bijgesteld naar 984 meldingen van ongebruikelijke transacties.

X Noot
3

In het Jaaroverzicht 2018 wordt een percentage genoemd van 20%. In het Jaaroverzicht 2019 is dit bijgesteld naar 30% vanwege de precisering van het absolute aantal zorgfraude gerelateerde meldingen.

Er is een significante daling in 2019 ten opzichte van 2018 van het aandeel ongebruikelijke transacties dat mogelijk te relateren is aan zorgfraude ten opzichte van het totaal aantal meldingen van ongebruikelijke transacties. Daarnaast is het aantal ongebruikelijke en verdachte transacties dat mogelijk te relateren is aan zorgfraude en met een mogelijk verband naar terrorismefinanciering, in 2019 ten opzichte van het jaar daarvoor sterk afgenomen. De FIU-Nederland heeft daarover in het Jaaroverzicht 2019 aangegeven dat deze daling mogelijk verband houdt met de daling van het totaal aantal verdacht verklaarde transacties in relatie tot terrorismefinanciering en de «val van het kalifaat» van ISIS.5 Overigens is het nogmaals van belang te benadrukken dat een verdachte transactie niet per definitie betrekking heeft op een verdenking van een strafbaar feit.

Opvolging in de keten

Zoals hiervoor aangegeven worden de door FIU-Nederland verdacht verklaarde transacties aan de diverse (bijzondere) opsporingsdiensten, zoals de politie, de Inspectie SZW (hierna: ISZW) en de FIOD, en de inlichtingen- en veiligheidsdiensten verstrekt. Door de opsporingsdiensten kan vervolgens op uiteenlopende wijzen gebruik worden gemaakt van deze verdachte transacties; onder meer als sturingsinformatie, als (onderdeel van) startinformatie voor een strafrechtelijk onderzoek of als onderdeel van het bewijs in een strafzaak. In bepaalde gevallen zal niet slechts één, maar een reeks van samenhangende verdachte transacties een dossier opleveren dat wordt overgedragen aan deze instanties. Indien bij die overgedragen transacties die mogelijk betrekking hadden op fraude dan wel terrorismefinanciering een relatie valt te leggen met zorgfraude, is dat kenbaar gemaakt aan deze instanties. Ik kan geen uitlatingen doen of dit een bijdrage heeft geleverd aan nieuwe of lopende strafrechtelijke onderzoeken.

Intensieve samenwerking tussen betrokken instanties

Als gevolg van meer gerichte inzet op het terrein van zorgfraude is de samenwerking van de FIU-Nederland met de ISZW geïntensiveerd.

Zo stelt de ISZW capaciteit beschikbaar om expertise, kennis en ervaring over de aanpak van fraude in de zorg te delen met de FIU-Nederland, zodat zij deze expertise, kennis en ervaring kan gebruiken bij het uitvoeren van haar taken. Tevens leidt dit tot een goede doorgeleiding van actieve meldingen van FIU-Nederland naar de ISZW welke vervolgens worden geanalyseerd en verrijkt met informatie. Daarna wordt in overleg met het OM, al dan niet in de Stuur- en Weegploeg Zorg, besloten of er een strafrechtelijk onderzoek ingesteld wordt naar fraude in de zorg, of dat een andere afdoening prevaleert. Indien de ISZW bij het analyseren en verrijken van meldingen of het uitvoeren van strafrechtelijk onderzoek stuit op aanwijzingen van mogelijke terrorismefinanciering, dan draagt ISZW deze over aan de FIOD of de politie, de geëigende partijen voor onderzoeken naar terrorismefinanciering. Deze intensievere samenwerking beschouw ik als een positieve ontwikkeling. Door het delen van expertise, kennis en ervaring kan in een vroegtijdig stadium de relevantie van signalen worden bepaald.

Daarnaast hebben het OM en de opsporingsdiensten blijvende aandacht voor de aanpak van zorgfraude en de aanpak van terrorismefinanciering. OM en opsporingsdiensten zien daarbij aanknopingspunten om naar aanleiding van een actieve melding van verdachte transacties, die mogelijk te relateren zijn aan zorgfraude en met een mogelijk verband naar terrorismefinanciering, nog beter terug te koppelen aan de FIU-Nederland hoe deze verdachte transacties worden afgedaan.

Ook binnen het Programma Terrorismefinanciering van het Financieel Expertise Centrum (FEC6) heeft de aanpak van (diverse vormen van) fraude in relatie tot de financiering van terrorisme nadrukkelijk de aandacht.

Tot slot

In deze brief heb ik uw Kamer geïnformeerd over de werkprocessen tussen de verschillende betrokken instanties ten aanzien van de verrijking van signalen en vervolging bij voldoende grond. Onder andere doordat FIU-Nederland zich de afgelopen jaren heeft gefocust op het thema zorgfraude is de samenwerking tussen en de aandacht van de verschillende instanties voor zorgfraude –  inclusief wanneer er een link is met terrorismefinanciering – geïntensiveerd.

Om zorgfraude te voorkomen en bestrijden wordt er samengewerkt in de keten en is er een integraal pakket aan ketenbrede maatregelen, zoals neergelegd in het Programma Rechtmatige Zorg 2018–2021. Begin 2021 wordt uw Kamer over de voortgang van het programma geïnformeerd. In deze voortgangsrapportage wordt ook kort stilgestaan bij voorgenomen en nieuwe wet- en regelgeving, zoals de (Aanpassingswet) Wet toetreding zorgaanbieders ((A)Wtza) en het Wetsvoorstel integere bedrijfsvoering zorgaanbieders (Wibz). Deze wet- en regelgeving moeten meer waarborgen bieden om zorgfraude in het algemeen te voorkomen.

Als er vervolgens signalen zijn van een mogelijk verband tussen zorgfraude en terrorismefinanciering, dan is het aan het OM en de opsporingsdiensten om op te treden.

De Minister voor Medische Zorg, T. van Ark


X Noot
1

Kamerstuk 28 828, nr. 122.

X Noot
2

De TIZ is een samenwerkingsverband van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa), de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ), Zorgverzekeraars Nederland (ZN), het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ), de Belastingdienst (BD), de Inspectie SZW (ISZW), de Fiscale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (FIOD), het Openbaar Ministerie (OM), de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG), Sociale Verzekeringsbank (SVB) en het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS).

X Noot
3

Kamerstuk 31 477, nr. 52.

X Noot
4

Kamerstuk 29 911, nr. 250, bijlage blz. 24, en Kamerstuk 29 911, nr. 283, bijlage blz. 35 en 43.

X Noot
5

Jaaroverzicht 2019 FIU-Nederland, blz. 43.

X Noot
6

Het FEC is een samenwerkingsverband tussen autoriteiten met een toezicht-, controle-, vervolgings- of opsporingstaak in de financiële sector en is opgericht om de integriteit van deze sector te versterken.

Naar boven