Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 december 2018
U heeft mij gevraagd wanneer u de brief kunt verwachten over fraude met persoonsgebonden
budgetten. In het «Programmaplan Rechtmatige Zorg: aanpak van fouten en fraude», dat
ik op 19 april 2018 aan de Tweede Kamer1 heb toegezonden, heb ik op pagina 44 aandacht gewijd aan de aanpak van fraude met
persoonsgebonden budgetten. Ik heb daarin aangegeven dat er, om een completer beeld
te krijgen van de omvang van fraude met PGB, een inventariserend vooronderzoek wordt
uitgevoerd door het Informatie Knooppunt Zorgfraude (IKZ). De doelstelling van dit
onderzoek is om voorstellen te kunnen doen voor de inrichting van een vervolgonderzoek
naar de aard en omvang van pgb-fraude in Nederland. Dit door te inventariseren wat
er nu al bekend is over de aard en omvang van zorgfraude in Nederland in de periode
2015 tot en met 2017.
Het inventariserend vooronderzoek is inmiddels gereed. Gezien de gevoeligheid van
de informatie – en het niet «wijzer» willen maken van fraudeurs – heeft de Task Force
Integriteit Zorg Sector2 afgesproken dat het rapport niet openbaar gemaakt kan worden. Het vooronderzoek heeft
laten zien dat er in beginsel mogelijkheden zijn om tot betrouwbare schattingen te
komen over de totale omvang van pgb-fraude. Om tot betrouwbare schattingen te komen,
moet er wel aan een aantal registratie-eisen worden voldaan. Zo moet de fraudeur worden
gekenmerkt door een uniek registratienummer en moet het jaar van start signaal/ vermoeden/
fraude bekend zijn. In de loop van 2019 wordt duidelijk of er tot een betrouwbare
schatting van fraude met PGB kan worden gekomen. Ik zal uw Kamer zodra deze duidelijkheid
er is nader informeren.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge
Bijlage 1 Onderzoeken aard en omvang pgb-fraude
De Kamer heeft recent gevraagd om de bij het OM beschikbare informatie over de omvang
van pgb fraude beschikbaar te stellen.3 De meest recente cijfers gaan over de resultaten van de strafrechtelijke opsporings-
en ontnemingsonderzoeken die de Inspectie SZW in 2017 heeft uitgevoerd. Op basis van
deze onderzoeken heeft de Inspectie SZW circa € 1,1 miljoen aan wederrechtelijk verkregen
voordeel berekend. Daarvan heeft € 0,1 miljoen betrekking op fraude met het pgb. Ter
vergelijking, in 2016 ging het om een totaalcijfer van € 5 miljoen aan wederrechtelijk
verkregen voordeel, waarvan € 1,9 miljoen fraude met het pgb (in de Wlz/ AWBZ) betrof.
Andere beschikbare cijfers over de omvang van fraude met het pgb zijn afkomstig van
zorgverzekeraars en zorgkantoren. In de rapportage Controle en Fraudebeheersing 2016
geeft ZN aan dat de vastgestelde fraudes binnen de pgb-Wlz/AWBZ regelingen in 2016
72% van het totaal vastgestelde fraudebedrag uitmaken: € 13,5 miljoen van totaal € 18,9 miljoen.
Dit is in lijn met voorgaande jaren. De cijfers over 2017 zijn nog niet beschikbaar.
De beschikbare cijfers over de resultaten van fraudeonderzoeken geven een indicatief
beeld van de problematiek, maar geven geen uitsluitsel over de totale omvang van fraude
met het pgb. Om een completer beeld te krijgen, voert het IKZ een inventariserend
onderzoek uit naar de aard en omvang van pgb fraude en de belangrijkste risico’s die
hierbij spelen. Wij verwachten de resultaten van dit onderzoek medio 2018.