28 807 Vogelpest (Aviaire influenza)

Nr. 246 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 maart 2022

Met deze brief geef ik uw Kamer een stand van zaken over de vogelgriepsituatie in Nederland en informeer ik u over een uitbraak van hoog pathogene vogelgriep (HPAI) op een pluimveebedrijf in Lunteren (gemeente Ede), in de provincie Gelderland.

Lunteren

Op donderdagochtend 10 maart, is een klinische verdenking van vogelgriep (aviaire influenza) op een pluimveebedrijf in Lunteren bij de NVWA gemeld. Het betreft een biologisch legbedrijf met twee stallen met in totaal 40.000 kippen. Het specialistenteam van de NVWA heeft het bedrijf bezocht en monsters genomen. ’s Avonds volgde de uitslag dat deze monsters positief zijn bevonden op AI serotype H5. Het bedrijf in Lunteren ligt in een gebied met een hoge dichtheid van pluimveebedrijven. Binnen een straal van 3 kilometer rond het besmette bedrijf liggen 46 pluimveebedrijven en binnen de 10 km straal 228.

Preventief ruimen omliggende pluimveebedrijven

In een straal van 1 km rond het besmette bedrijf in Lunteren liggen zes andere pluimveebedrijven. Drie van die bedrijven hebben op dit moment geen kippen. Onderzoekers van Wageningen Bioveterinary Research (WBVR) hebben voor Nederland vastgesteld in welke gebieden de Rh waarde boven de 1 zou liggen wanneer er zich daar een uitbraak voordoet. Dit betekent dat ook bij het treffen van de Europese bestrijdingsmaatregelen (ruiming besmette locatie en vervoersbeperkingen in de beperkingszone) het virus mogelijk nog zal spreiden tussen bedrijven. Het nu besmette bedrijf ligt in een dergelijk gebied. Om mogelijke spreiding tussen bedrijven – en daarmee olievlekwerking in een pluimveedicht gebied – te voorkomen, zullen de drie bedrijven in de 1 km zone preventief worden geruimd. De bedrijven in de 1 kilometerzone die preventief geruimd worden, hebben respectievelijk circa 2.800, 28.500 en 26.500 dieren die geruimd worden.

Deze besmetting in Lunteren heeft een enorme impact op de te ruimen bedrijven, de ondernemers, hun gezinnen, de dieren en ook voor omliggende bedrijven in de regio. Ik ben me daar zeer van bewust.

Uitbreiding vervoersverbod naar de regio

Daarnaast heb ik besloten tot het instellen van een vervoersverbod van risicovogels in een extra zone rondom de standaard 10 km beperkingszone. Deze aanvullende maatregel geldt in de regio 10. Deze maatregel heb ik ook getroffen bij de HPAI uitbraak in Ede op 24 januari jl. Dit is, aangezien het om een pluimveedicht gebied gaat, een extra voorzorgsmaatregel om verspreiding via transporten van vogels zoveel mogelijk te voorkomen. In dit gebied mogen risicovogels niet worden vervoerd, met uitzondering voor vervoer van risicovogels ten behoeve van de slacht en het vervoer van eendagskuikens. Daarbij geldt dat bij dat vervoer voldaan moet worden aan een hygiëneprotocol en voor slachtdieren er ook een klinische inspectie van de dieren binnen 24 uur voor vervoer gedaan moet worden.

Landelijke situatie

Naast deze besmetting zijn er sinds mijn laatste brief van 23 februari jl. (Kamerstukken 29 683 en 28 807, nr. 258) nog 9 besmettingen met HPAI vastgesteld bij pluimvee, namelijk in een kalkoenenbedrijf in Uithuizen; een bedrijf met biologische opfokleghennen in Woltersum; een kleinschalige houderij in Scharnegoutem; een kalkoenbedrijf in Hellum; een vleeskuikenbedrijf in Losdorp; een vermeerderingsbedrijf in Wageningen; een vleeskuikenbedrijf in Son; een kalkoenbedrijf in Hedel en een leghennenbedrijf in Hekendorp. Daarmee zijn er sinds de eerste besmetting in oktober 2021 in totaal 38 besmettingen geweest waarvoor een beperkingsgebied met maatregelen werd ingesteld.

Het totaal aantal besmettingen ligt erg hoog, de situatie is zorgelijk. We hebben momenteel geen pasklare oplossing voor de vogelgriepsituatie in Europa, maar samen met sector- en ketenpartijen zoeken we naar en werken we aan oplossingen voor zowel korte als de langere termijn. Zo werk ik nu met sectorpartijen aan het versterken van de bioveiligheid op de bedrijven door het via een pilot ontwikkelen en opstellen van bedrijfsspecifieke bioveiligheidsplannen. Tevens werk ik samen met sector- en andere betrokken partijen aan een vaccinatie stappenplan en aan de uitvoering ervan, waarbij ook de gevolgen van vaccinatie voor de handel in kaart worden gebracht. Voor vaccinatie hebben we allereerst een effectief vaccin nodig, dat de verspreiding van het virus voldoende beperkt. Daar doen we op dit moment onderzoek naar. Ik zet me in Europa in om lidstaten mee te krijgen in het spoor van vaccinatie en ik zal me inzetten om daar waar mogelijk belemmeringen weg te nemen.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, H. Staghouwer

Naar boven