Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 25 november 2014
Afgelopen zondag 23 november jl. heb ik u geïnformeerd over de regionale aanpak om
de uitbraak van vogelgriep te bestrijden (Kamerstuk 28 807, nr. 171).
Nederland is opgedeeld in vier regio’s, waartussen de contacten tot een minimum worden
beperkt1. Onderdeel van deze maatregelen is dat het vervoer van vleeskuikens naar de slacht
binnen Nederland is beperkt tot binnen de regio.
De capaciteit voor de slacht in regio C (Oost-Brabant en Limburg) is echter onvoldoende
gebleken om de vleeskuikens in deze regio te kunnen slachten. Daar komt bij dat de
export naar België op dit moment niet goed op gang komt. Als te lang moet worden gewacht
voordat de vleeskuikens kunnen worden geslacht, ontstaan er ook welzijnsproblemen.
Om die reden heb ik besloten dat het onder strikte voorwaarden wordt toegestaan dat
vleeskuikens naar twee aangewezen slachterijen in de naastgelegen regio (regio A)
mogen worden vervoerd om daar geslacht worden.
De voorwaarden betreffen:
-
– de wagens en bedrijven moeten een dag van tevoren aan de NVWA worden gemeld,
-
– de wagens mogen alleen over een in de regeling vastgestelde route (corridor) naar
de slachthuizen en weer terug rijden,
-
– en tenslotte mogen er op de slachthuizen op de dagen dat er voor Regio C wordt geslacht,
alleen dieren uit deze regio worden aangevoerd.
Stand van zaken vogelgriep Kamperveen
Op 21 november jl. werd vogelgriep vastgesteld op een vleeskuiken-ouderdierenbedrijf
in Kamperveen. Dit bedrijf is daarom geruimd.
In het gebied met een straal van 1 km rond het besmette bedrijf in Kamperveen liggen
nog twee pluimveebedrijven. Uit voorzorg is besloten de twee bedrijven preventief
te ruimen. Bij één van de bedrijven met eenden is een H5-variant van de vogelgriep
vastgesteld. Onderzoek heeft vastgesteld dat het ook hier gaat om het hoogpathogene
type H5N8.
De Staatssecretaris van Economische Zaken,
S.A.M. Dijksma