Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 februari 2014
Op een pluimveebedrijf in Swifterbant in de provincie Flevoland, is op 27 februari
2014 een uitbraak van vogelgriep (Aviaire Influenza, AI) van de H5 variant vastgesteld.
Het betreft waarschijnlijk laag pathogene aviaire influenza (LPAI).
Het bedrijf heeft één pluimveestal met twee afdelingen, waarvan één met een uitloop.
Op het bedrijf zitten ruim 40.000 legkippen.
Met deze brief bericht ik u over deze besmetting en de maatregelen, die ik heb getroffen.
Vogelgriep
Vogelgriep is een ziekte bij vogels en pluimvee. Hoog pathogene aviaire influenza
(HPAI) is de meest ernstige vorm, deze gaat gepaard met grote sterfte onder pluimvee
en verspreidt zich zeer snel. HPAI heeft daarom grote gevolgen voor de pluimveesector.
Daarnaast kan HPAI een risico voor de volksgezondheid vormen. HPAI is daarom bestrijdingsplichtig
in de Europese regelgeving.
LPAI is een mildere vorm met meestal slechts geringe ziekteverschijnselen. Omdat LPAI
H5 en H7 varianten in pluimvee kunnen muteren naar een hoog pathogene vorm, zijn deze
ook bestrijdingsplichtig.
Monitoring en early warning
In Nederland worden op commerciële pluimveebedrijven met regelmaat monsters genomen,
die worden onderzocht op vogelgriep (reguliere monitoring). Daarnaast bestaat er een
systematiek waarbij dierenartsen bij bepaalde ziekteverschijnselen, die kunnen wijzen
op vogelgriep, monsters inzenden voor onderzoek (early warning). Voor vogelgriep geldt
een meldplicht bij een verdenking.
Omdat er op dit bedrijf gezondheidsproblemen waren, zijn monsters ingestuurd voor
de early warning. Deze monsters reageerden positief. Daarop zijn officiële monsters
genomen door de NVWA en onderzocht door het Centraal Veterinair Instituut (CVI). Het
CVI heeft de besmetting met H5 vandaag (27 februari 2014) bevestigd.
Maatregelen besmette bedrijf, beperkingsgebied en screening
De milde H5 variant is bestrijdingsplichtig. Het bedrijf zal daarom zo snel mogelijk,
indien mogelijk vandaag nog, worden geruimd. Er wordt een beperkingsgebied met een
straal van één kilometer rondom het besmette bedrijf ingesteld. Bij het instellen
van het beperkingsgebied wordt uitgegaan van natuurlijke grenzen, zoals wegen. Binnen
het gebied zijn geen andere pluimveebedrijven.
Binnen het beperkingsgebied zijn de standaardmaatregelen van kracht, die altijd worden
ingesteld bij een besmetting met een LPAI. Er geldt een vervoersverbod voor pluimvee,
eieren, pluimveemest en gebruikt strooisel. Het beperkingsgebied en de daaraan gekoppelde
maatregelen kunnen in principe 21 dagen na de voorlopige ontsmetting worden opgeheven.
De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma