28 741 Jeugdcriminaliteit

Nr. 38 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR RECHTSBESCHERMING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 december 2017

Hierbij bied ik u het onderzoek van de Inspectie Justitie en Veiligheid en de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (hierna: de inspecties) naar de samenwerking tussen Halt en de politie rondom de Halt-afdoening aan1. In deze brief geef ik mijn reactie op dit onderzoek.

In de jeugdstrafrechtketen werken verschillende ketenpartners samen aan de aanpak van jeugdcriminaliteit. Een van die ketenpartners is Halt. Met de Halt-afdoening wil Halt grensoverschrijdend gedrag zo vroeg mogelijk stoppen en genoegdoening bieden aan de slachtoffers en aan de maatschappij. Tijdens de afdoening confronteert Halt de jongere met zijn gedrag en de gevolgen daarvan.

In 2015 hebben de inspecties onderzoek gedaan naar (voormalig) Halt cluster Zuid.2 Uit dit onderzoek bleek onder meer dat de samenwerking tussen Halt en haar ketenpartners op sommige punten beter kon. Zo was voor de politie soms onduidelijk wanneer zij een jongere naar Halt moesten verwijzen. Ook verliep de communicatie tussen politie en Halt over de ontvangst van een verwijzing niet altijd zoals gewenst.

In het huidige onderzoek hebben de inspecties onderzoek gedaan naar de samenwerking tussen Halt en de politie bij de Halt-afdoening. De inspecties hebben alle contactmomenten tussen Halt en de politie onderzocht vanaf het versturen van een proces-verbaal naar Halt tot en met het versturen van een afloopbericht naar de politie na uitvoering van de Halt-afdoening. De inspecties komen tot de conclusie dat de samenwerking tussen Halt en politie van voldoende kwaliteit is. Evenwel wordt geconstateerd dat de samenwerking kan worden verbeterd. Dit betreft onder andere de overdracht van ernstige zorgsignalen en de informatie-uitwisseling bij verwijzingen naar Halt. De inspecties hebben hiertoe enkele aanbevelingen gedaan.

Reactie op de aanbevelingen van de inspecties

Hieronder noem ik de aanbevelingen en geef ik daarop mijn reactie.

Aanbevelingen aan Halt

  • Zorg dat bij ernstige zorgsignalen altijd een warme overdracht plaatsvindt.

  • Reflecteer met OM en de politie voor welke jongeren Halt al dan niet een geschikte afdoening is, gezien de toenemende complexiteit en zwaarte van de verwijzingen.

Hoewel een warme overdracht aan relevante partijen zoals jeugdzorg het uitgangspunt is, blijkt volgens de inspecties uit de praktijk dat het niet altijd lukt een warme overdracht te laten plaatsvinden. Hierdoor is geen zicht op de vraag of de zorgsignalen daadwerkelijk worden opgepakt. Halt herkent dit signaal en beziet momenteel hoe hierin verbetering kan worden aangebracht.

Ten aanzien van de aanbeveling van de inspecties te reflecteren voor welke jongeren Halt een geschikte afdoening is, merk ik ten eerste op dat sinds 2017 Halt als partner kan aansluiten bij de ZSM-locaties (veelvoorkomende criminaliteit) van het Openbaar Ministerie (OM). Aansluiting bij ZSM zorgt voor betere afstemming en informatie-uitwisseling tussen ketenpartners. Hierdoor kan beter worden bepaald wanneer een jongere in aanmerking moet komen voor de Halt-afdoening. Over de aanbeveling voor welke groepen jongeren de Halt-afdoening geschikt zou kunnen zijn, ben ik daarnaast in gesprek met de politie, het OM en Halt.

Aanbeveling aan het Ministerie van JenV

Een andere aanbeveling van de inspecties is aan mij gericht en betreft het verkennen in hoeverre de Halt-afdoening een effectief instrument is om zwaardere, complexere zaken buitenstrafrechtelijk af te doen. De inspecties brengen in hun onderzoek naar voren dat er steeds meer jongeren naar Halt worden gestuurd, waarbij sprake is van complexere problematiek. Bij een complexe zaak spelen vaak meer factoren een rol, zoals gedragsproblematiek of problematiek in de thuissituatie van de jongere. Ten aanzien van deze aanbeveling merk ik op dat de voor een Halt-afdoening in aanmerking komende strafbare feiten zijn aangewezen in het Besluit aanwijzing Halt-feiten. Het door de inspecties afgegeven signaal wordt met de diverse partners besproken, waarbij wordt bezien welke maatregelen genomen kunnen worden zodat genoegdoening wordt geboden aan het slachtoffer en de maatschappij en gelijktijdig jongeren de juiste zorg en interventie krijgen.

Aanbeveling aan Halt en de politie:

  • Bekijk kritisch en in onderling overleg of aanvullende informatie rondom de Halt-afdoening uitgewisseld moet en kan worden. Pas indien nodig de afspraken over informatie-uitwisseling aan.

Een goede informatie-uitwisseling tussen Halt en politie komt de effectiviteit van de aanpak van de jonge dader ten goede, en is daarmee in het belang van de samenleving. Ik constateer samen met politie en Halt dat het feit dat Halt aan kan sluiten bij ZSM de informatie-uitwisseling tussen beide organisaties heeft versterkt. Ik acht het van belang dat het onderwerp de komende periode in overleggen met Halt en politie hoog op de agenda blijven staan.

Aanbevelingen aan de politie:

  • Zorg dat bij een Halt-verwijzing direct alle relevante en beschikbare informatie wordt aangeleverd aan Halt.

  • Stel Halt tijdig op de hoogte van projecten die invloed kunnen hebben op het aantal verwijzingen naar Halt.

De politie heeft reeds verschillende maatregelen genomen om de informatie-uitwisseling te verbeteren. Zo verlopen de verwijzingen (overtredingen) naar Halt door de politie beter en eenvoudiger via Mobiel Effectiever op Straat (MEOS). Halt heeft daarnaast aangegeven zoveel als mogelijk gebruik te maken van gespreksruimten en werkplekken bij de politie en/of andere ketenpartners, zodat korte informatielijnen ontstaan. Dit zorgt voor een meer zorgvuldige overdracht.

Tot slot

Ik dank de inspecties voor hun onderzoek dat waardevolle aanknopingspunten biedt voor de versterking van de samenwerking tussen Halt en de politie. In september 2018 vindt een vervolggesprek plaats tussen de inspecties, Halt en de politie over de verdere opvolging van de aanbevelingen. Ook staat de uitvoering van de aanbevelingen centraal in de overleggen die ik in 2018 periodiek met Halt voer.

De Minister voor Rechtsbescherming, S. Dekker


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

Kamerstuk 28 741, nr. 24

Naar boven