28 741 Jeugdcriminaliteit

Nr. 103 MOTIE VAN HET LID KUIK

Voorgesteld 13 juni 2023

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat meer dan de helft van de jeugdigen die vrijkomt uit een justitiële jeugdinrichting binnen twee jaar opnieuw een delict pleegt waar hij of zij voor veroordeeld wordt;

constaterende dat in het jeugdstrafrecht de te ondergane straf bedoeld is voor het voorkomen van recidive, waarbij de straf moet worden benut als middel tot gedragsbeïnvloeding;

constaterende dat vier inspecties geoordeeld hebben dat de kwaliteit van de taakuitoefening van de justitiële jeugdinrichtingen al geruime tijd niet op orde is en dat een passende behandeling en een verantwoord verblijf van en voor de in de jji's verblijvende jongeren hierdoor uitblijft;

constaterende dat jongeren met eerdere delicten een veel hoger recidiverisico hebben dan first offenders;

overwegende dat waar mogelijk onderscheid te maken is tussen categorieën jeugdige justitiabelen, waarbij sommigen bereid zijn mee te werken en in wie het loont te investeren, en er ook een groeiende groep jeugdcriminelen is die erg gehard is en in wie investeren minder effect heeft;

verzoekt de regering first offenders en mogelijk andere categorieën jeugdige justitiabelen met een laag recidiverisico in jji's te scheiden van zware jeugdcriminelen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Kuik

Naar boven