Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 30 december 2013
In 2012 is de Raamovereenkomst Verpakkingen 2013–2022 afgesloten tussen het verpakkende
bedrijfsleven, de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) en het Rijk. In deze Raamovereenkomst
is afgesproken dat de afspraken jaarlijks gemonitord zullen worden en dat uw Kamer
geïnformeerd zal worden over de voortgang.
Ik heb aan uw Kamer toegezegd om u dit jaar over de voortgang te informeren. In de
bijlage bij deze brief ontvangt u een verslag van de voortgang van de afspraken die
samenhangen met de Raamovereenkomst1.
Daarnaast is aan de brief de rapportage van het Kennisinstituut Duurzaam Verpakken
over de feitelijke bevindingen over de pilot Drankenkartons toegevoegd2. Begin 2014 zal het Kennisinstituut op basis van deze rapportage haar conclusies
rapporteren. Vervolgens zullen de drie partijen bij de Raamovereenkomst Verpakkingen
met elkaar in overleg gaan met het streven om in de eerste helft van 2014 een besluit
te nemen of er wel of niet een landelijke afspraak komt over recycling van drankenkartons.
Met het afsluiten van de Raamovereenkomst hebben we afspraken gemaakt voor 10 jaar
waarbij de betrokken partijen tijd en zekerheid hebben om investeringen te doen. Het
uitgangspunt bij deze afspraken en de uitvoering ervan is dat voor verpakkingsmaterialen
de keten op termijn rendabel gesloten wordt. Dit gedachtegoed past binnen één van
mijn prioriteiten, namelijk Van Afval Naar Grondstof waarbij ik een transitie naar
een circulaire economie nastreef.
Zoals u in de bijlage terug kunt lezen, zijn alle partijen voortvarend aan de slag
gegaan om de afspraken goed en op tijd in goede samenwerking te implementeren. Het
resultaat is dat we goed op schema liggen met de implementatie van de afspraken. Een
aantal van de resultaten heeft uw Kamer reeds ontvangen, zoals de Verduurzamingsagenda
Verpakkingen en het Basisdocument Monitoring Verpakkingen.
Ik ben blij met de samenwerking en ook met de voortgang van de realisatie van de afspraken.
Omdat het hier monitoring van de afspraken in een bepaald jaar betreft, zal ik u in
het vervolg in het eerste kwartaal van het jaar volgend op een kalenderjaar informeren
over de voortgang.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,
W.J. Mansveld