28 638 Mensenhandel

Nr. 145 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 september 2016

Hierbij doe ik u toekomen het rapport «Ontucht voor de rechter, deel twee: de straffen» van de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen (NRMSGK)1, zoals de rapporteur mij dat zojuist heeft aangeboden.

In het rapport bouwt de NRM verder op het eerste deel van het rapport «Ontucht voor de rechter» waarin onderzoek is gedaan naar de achtergrond van de daders van dit type delicten. In dit tweede deel wordt nader onderzoek gedaan naar de door de officier van justitie geëiste straf (modaliteit en duur) en de door de rechter opgelegde straf en motivering in het vonnis. Er worden aanbevelingen gedaan op het gebied van strafmotivering, straftoemeting en snelheid van het afdoen van strafzaken.

De aanpak van seksueel geweld en ontucht tegen kinderen is één van de prioriteiten van de overheid. Het rapport van de NRMSGK onderstreept het gezamenlijke belang waar wij voor staan: ervoor zorgen dat zedenzaken waarbij minderjarigen het slachtoffer zijn snel, zorgvuldig en met aandacht voor het slachtoffer worden afgehandeld.

Dit waardevolle rapport geeft mij aanleiding om met vertegenwoordigers van Openbaar Ministerie, Rechtspraak en de NRMGSK een bijeenkomst te beleggen, waarin wordt besproken op welke wijze de aanbevelingen van de NRMSGK een bijdrage kunnen leveren aan de praktijk van de vervolging en berechting van daders van ontucht met kinderen.

Ik zal uw Kamer informeren over de uitkomsten van dit gesprek.

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven