Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 september 2016
Hierbij doe ik u toekomen het rapport «Ontucht voor de rechter, deel twee: de straffen»
van de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen (NRMSGK)1, zoals de rapporteur mij dat zojuist heeft aangeboden.
In het rapport bouwt de NRM verder op het eerste deel van het rapport «Ontucht voor
de rechter» waarin onderzoek is gedaan naar de achtergrond van de daders van dit type
delicten. In dit tweede deel wordt nader onderzoek gedaan naar de door de officier
van justitie geëiste straf (modaliteit en duur) en de door de rechter opgelegde straf
en motivering in het vonnis. Er worden aanbevelingen gedaan op het gebied van strafmotivering,
straftoemeting en snelheid van het afdoen van strafzaken.
De aanpak van seksueel geweld en ontucht tegen kinderen is één van de prioriteiten
van de overheid. Het rapport van de NRMSGK onderstreept het gezamenlijke belang waar
wij voor staan: ervoor zorgen dat zedenzaken waarbij minderjarigen het slachtoffer
zijn snel, zorgvuldig en met aandacht voor het slachtoffer worden afgehandeld.
Dit waardevolle rapport geeft mij aanleiding om met vertegenwoordigers van Openbaar
Ministerie, Rechtspraak en de NRMGSK een bijeenkomst te beleggen, waarin wordt besproken
op welke wijze de aanbevelingen van de NRMSGK een bijdrage kunnen leveren aan de praktijk
van de vervolging en berechting van daders van ontucht met kinderen.
Ik zal uw Kamer informeren over de uitkomsten van dit gesprek.
De Minister van Veiligheid en Justitie,
G.A. van der Steur