Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2016-2017 | 28625 nr. 245 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2016-2017 | 28625 nr. 245 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 mei 2017
De vaste commissie voor Economische Zaken heeft mij bij brief van 13 april 2017 verzocht uw Kamer te informeren over de stand van zaken inzake de uitvoering van het Plattelandsontwikkelingsprogramma.
Uitvoering Plattelandsontwikkelingsprogramma 2014–2020
Het Plattelandsontwikkelingsprogramma 2014–2020 (POP3) is tot stand gekomen in nauwe samenwerking van het Ministerie van Economische Zaken (EZ), de twaalf provincies en landbouw- en natuurorganisaties. De twaalf Colleges van Gedeputeerden Staten zijn verantwoordelijk voor de programmering en uitvoering van deze POP-maatregelen om een gebiedsspecifieke invulling aan het plattelandsbeleid mogelijk te maken. Het gebiedsspecifieke plattelandsbeleid richt zich op de volgende thema’s:
1. Versterken van innovatie, verduurzaming en concurrentiekracht;
2. Jonge boeren;
3. Natuur en landschap (zoals afgesproken in het Natuurpact);
4. Verbetering van de waterkwaliteit;
5. LEADER (inclusief projecten onder het programma Duurzaam Door).
EZ voert de generieke maatregelen uit1.
Rijk en provincies bespreken periodiek de voortgang en de uitvoering van POP3, zodat een goede en tijdige inzet van Europese middelen wordt geborgd.
Voor de periode 2014–2020 is vanuit het Europese Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) voor POP3 € 765 miljoen beschikbaar gesteld. Dat is circa € 110 miljoen per jaar. Als gevolg van de decentralisatie van de uitvoering van POP3 zijn de provincies verantwoordelijk voor het overgrote deel van dit budget.
De uitvoering van de Brede weersverzekering wordt grotendeels door EZ gefinancierd. In de periode tot en met 2020 zal de EU 40% van de kosten financieren.
Daarnaast is EZ vanaf 2016 verantwoordelijk voor de uitvoering van maatregelen speciaal gericht op de vleesveesector en kalversector. Deze maatregelen zijn ontwikkeld om tegemoet te komen aan de inkomensdaling in de rundvee- en kalversector als gevolg van de convergentie naar een gelijke hectarepremie in 20192. Met het oog hierop zijn middelen van Gemeenschappelijk Landbouw Beleid pijler 1 overgeheveld naar pijler 2. In totaal gaat het van 2016–2020 jaarlijks om een budget van € 10,5 miljoen, waarvan € 0,5 miljoen beschikbaar is voor de vleesveesector en € 10 miljoen voor de kalfsvleessector.
De Garantstelling Marktintroductie Innovaties (GMI) zou aanvankelijk onder POP3 uitgevoerd worden. In overleg met de banken is er uiteindelijk voor gekozen om de GMI niet als aparte regeling te voeren, maar als plusmodule voor landbouwinnovaties onder de vernieuwde Borgstelling MKB-landbouwkredieten (BL), zoals beschreven onder beleidsartikel 6 van de Rijksbegroting 2017 EZ en Diergezondheidfonds. Begrotingstechnisch was dit mogelijk doordat de POP3-middelen voor de GMI en nationale middelen voor de Brede weersverzekering met elkaar omgewisseld konden worden.
De stand van zaken van de maatregelen
Vleesveesector
In overleg met de vleesveesector is afgelopen tijd gewerkt aan de twee maatregelen die het beste aansluiten bij de behoeften in de sector: één gericht op het stimuleren van samenwerking in de vleesketen en één gericht op kennisoverdracht. De onderdelen hebben een looptijd van 5 jaar en respectievelijk een budget van € 0,4 miljoen en € 0,1 miljoen per jaar.
Bij de voorbereidingen voor de subsidieregelingen voor de vleesveesector bleek dat de uitvoering van deze regelingen circa de helft aan bijkomende kosten zou betekenen. Gelet op de beperkte omvang van deze regelingen waren de uitvoeringskosten niet in verhouding, waardoor de uitwerking is gestopt.
Kalversector
Ten behoeve van de verdere verduurzaming van de kalversector is van 1 maart tot en met 30 april 2017 de «Subsidie deelname kwaliteitsregeling kalversector 2017» opengesteld. Landbouwers die vrijwillig deelnemen aan een erkend kwaliteitssysteem, kunnen een financiële bijdrage ontvangen voor de kosten die samenhangen met de certificering voor deelname aan deze kwaliteitsregeling. Voor deze openstelling is vanuit maatregel Kwaliteitsregeling € 6 miljoen beschikbaar gesteld, die naar verwachting bijna helemaal zal worden verplicht. Dit bedrag zal jaarlijks beschikbaar worden gesteld.
Maatregel Fysieke investeringen voor innovatie en modernisering van agrarische ondernemingen kalfsvleessector, waarvoor € 4 miljoen beschikbaar is, is nog niet opengesteld. Naar verwachting zal dit eind van dit jaar het geval zijn.
Brede weersverzekering
Zowel in 2015 als in 2016 is er een openstelling van de Brede weersverzekering geweest. Tot nu toe zijn er 1.574 deelnemers aan de regeling. Voor deze maatregel is per 1 januari 2017 circa € 8,2 miljoen gedeclareerd bij de Europese Commissie.
Kasrealisatie N+ 3 jaar
Ten behoeve van POP3 stelt de Europese Commissie budget beschikbaar volgens het N+ 3 jaar-principe. Dit betekent dat budget dat in 2014 beschikbaar is gekomen, uiterlijk in het laatste kwartaal van 2017 moet zijn gedeclareerd. Voor de uitvoering van de EZ-regelingen moet eind 2017 tenminste € 10 miljoen zijn gedeclareerd. Op basis van de bovenstaande openstellingen voor kalversector en Brede weersverzekering verwacht ik dat dat haalbaar is.
Rapportage ontwikkelingen POP3
Uw Kamer ontvangt periodiek een totaalbeeld van de uitvoering van POP3. In het kader van de EZ-begroting en het EZ-jaarverslag wordt gerapporteerd over reserveringen en realisaties van de uitvoering van POP3 door de provincies en EZ en de bijdragen uit het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling.
De Staatssecretaris van Economische Zaken, M.H.P. van Dam
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-28625-245.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.