28 625 Herziening van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid

Nr. 221 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 februari 2015

Tijdens het Algemeen Overleg van 21 januari jl. over de Landbouw- en Visserij Raad van 26 januari 2015 heb ik uw Kamer geïnformeerd over de uitnodiging van landbouwcommissaris Hogan om uiterlijk 28 februari a.s. vereenvoudigingsvoorstellen bij hem in te dienen met betrekking tot het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB). In dat overleg heb ik toegezegd de Kamer te zullen informeren over mijn inzet. De landbouwcommissaris heeft aangegeven dat hij in dit stadium vooral op zoek is naar beleidsarme vereenvoudigingsvoorstellen.

Consultatie

De afgelopen weken heb ik zowel een interne als een externe consultatie laten uitvoeren. Bij de interne consultatie, die gehouden is binnen mijn departement en het betaalorgaan RVO.nl, is vooral gekeken naar mogelijkheden om de uitvoeringslasten te beperken. Via de externe consultatie zijn ideeën verzameld voor het schrappen of vereenvoudigen van Europese voorschriften die momenteel onnodig belemmerend zijn voor de begunstigden. De externe consultatie bestond uit een raadpleging via de website www.toekomstGLB.nl. Tevens is op 12 februari jl. een seminar belegd met stakeholders.

De ontvangen reacties tijdens de consultatie laten zien dat de complexiteit van de regelgeving als een serieus probleem wordt ervaren. De behoefte aan vereenvoudiging is groot en urgent. Betrokkenen vinden het GLB niet alleen ingewikkeld om mee te werken, maar zien er ook elementen in die een gevoel van onbegrip oproepen. Men wijst daarbij bijvoorbeeld op regels die er niet toe doen en op controle- en verantwoordingslasten die niet in verhouding staan tot de bedragen die men ontvangt.

Randvoorwaarden

Op basis van de aangedragen ideeën ben ik voornemens uiterlijk 28 februari a.s. bij landbouwcommissaris Hogan een lijst met vereenvoudigingsvoorstellen in te dienen. Bij het opstellen van deze lijst heb ik de volgende randvoorwaarden gehanteerd:

  • De vereenvoudigingen mogen de realisering van de doelstellingen van het nieuwe GLB (met name ten aanzien van duurzaamheid, innovatie en concurrentiekracht) niet bemoeilijken.

  • De vereenvoudigingen mogen de bescherming van de financiële belangen van de EU niet in gevaar brengen. Er moet daarom sprake blijven van «sound financial management».

Verschillende aspecten van vereenvoudiging

Bij de voorbereiding van de vereenvoudigingsvoorstellen is vanuit het ministerie het hele GLB tegen het licht gehouden. Dit heeft geresulteerd in een divers pakket aan voorstellen. Daarbij is de Europese regelgeving op de volgende vier aspecten getoetst:

  • 1. Zijn de voorschriften onnodig belemmerend voor de stakeholders?

  • 2. Kunnen de voorschriften eenvoudiger worden gemaakt voor de uitvoering, zodat er bespaard kan worden op de uitvoerings- en controlekosten?

  • 3. Kunnen onderdelen van het GLB beter aan de lidstaat worden overgelaten (subsidiariteit)?

  • 4. Bestaat er behoefte aan verduidelijking van de regels?

Ad 1) Belemmerend voor stakeholders

Voor de voorstellen die beogen onnodige belemmeringen voor het bedrijfsleven weg te nemen heb ik voor een belangrijk deel gebruik gemaakt van de ontvangen input via de internetconsultatie en het seminar. Diverse van deze voorstellen hebben betrekking op de vergroening. Voor wat betreft het plattelandsbeleid doe ik enkele voorstellen om belemmeringen bij het aanvragen van subsidies weg te nemen. Zo stel ik voor bij kleine voorschotbetalingen af te zien van de eis om bankgaranties te moeten stellen. Verder stel ik voor gebiedsprojecten vrij te stellen van de plicht tot tendering. De vereenvoudigingsvoorstellen in het markt- en prijsbeleid hebben vooral betrekking op de regelingen rond export, het beheer van invoercontingenten en handelsnormen.

Ad 2) Eenvoudiger voor de uitvoering

Bij de voorstellen die erop gericht zijn de uitvoering en de controle te vergemakkelijken hanteer ik als leidraad dat het beheers- en controlesysteem vooral risicogebaseerd moet zijn. Nog bij teveel Europese regelingen wordt te gedetailleerd voorgeschreven hoeveel controles er uitgevoerd moeten worden. In mijn opvatting is er veel winst te behalen door het aantal controles meer te baseren op een gedegen risicoanalyse. Verder heb ik daarbij kritisch gekeken naar voorschriften die lastig te controleren zijn.

Ad 3) Subsidiariteit

Mede op verzoek van landbouwcommissaris Hogan is bij de inventarisatie ook bezien of bepaalde onderdelen van het GLB wellicht beter aan de lidstaten kunnen worden overgelaten. Zoals ik eerder met uw Kamer heb gewisseld, ben ik van mening dat de regelingen voor schoolfruit, schoolmelk en de promotie van landbouwproducten naar mijn mening regelingen zijn waar de Europese Unie zich niet mee bezig zou moeten houden. Ik ben ook van mening dat de lidstaten meer speelruimte moeten krijgen om de steun voor jonge boeren, zowel vanuit de eerste als de tweede pijler, gerichter in te zetten.

Ad 4) Duidelijke regels

In verschillende situaties heb ik gemerkt dat het bedrijfsleven en de uitvoerende diensten, meer nog dan aan vereenvoudiging, behoefte hebben aan verduidelijking van regels. Voor aanvragers moet het volstrekt helder zijn aan welke criteria men moet voldoen om in aanmerking te kunnen komen voor subsidie. Dat is helaas niet altijd het geval. In het pakket dat ik heb voorbereid doe ik enkele concrete verduidelijkingsvoorstellen, met name ten aanzien van de marktregelingen groente en fruit.

Korte- en langetermijnvoorstellen

Bij dit alles realiseer ik me dat het beleidskader voor het nieuwe GLB vrij recent is vastgesteld. Dit kader ligt vast in de basisverordeningen waarover Raad en parlement na langdurige onderhandelingen eind 2013 overeenstemming hebben bereikt. Aanpassing van deze basisverordeningen is feitelijk pas aan de orde bij een nieuwe, eventueel tussentijdse, hervorming van het GLB. Voor aanpassing van de onderliggende gedelegeerde verordeningen en uitvoeringsverordeningen hoeft echter niet op een volgende hervorming te worden gewacht. In de lijst met voorstellen maak ik onderscheid tussen korte- en langetermijnvereenvoudigingen. De kort termijnvoorstellen hebben betrekking op uitvoeringsverordeningen en gedelegeerde verordeningen. De langetermijnvoorstellen vereisen aanpassing van de basisverordening.

Vervolgtraject

In de bijlage treft u een volledig overzicht aan van de voorstellen die ik voornemens ben aan de Europese Commissie voor te leggen1. De Commissie zal de input van de lidstaten betrekken bij de vaststelling van het pakket aan vereenvoudigingsvoorstellen dat zij aangekondigd heeft.

Mijn voorstellen zal ik ook doen toekomen aan het Letse EU-voorzitterschap. Dit met het oog op de lopende discussies in de Landbouwraad. Het onderwerp vereenvoudiging staat geagendeerd op de Landbouwraad van 16 maart a.s. Het voorzitterschap is voornemens op basis van deze bespreking raadsconclusies voor te bereiden. Deze raadsconclusies worden vastgesteld in de Landbouwraad van mei.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

Naar boven