Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 25 mei 2020
Diertransporten hebben mijn aandacht, en vooral als het transporten over lange afstanden
betreft. Er zijn Europese regels waaraan voldaan moet worden om het dierenwelzijn
te borgen. De transportverordening schrijft voor dat dieren na een bepaald vastgesteld
aantal uren wegtransport moeten worden uitgeladen, gevoederd en gedrenkt in een daarvoor
bestemde rustplaats. Daar moeten zij een rusttijd van tenminste 24 uur krijgen, voordat
de reis kan worden voortgezet. Het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft op
23 april 2015 een uitspraak gedaan (Zuchtvieh-Export, zaaknummer 424/13), waaruit
volgt dat voor de bescherming van dieren tijdens het vervoer, in het bijzonder bij
lang transport van een EU-lidstaat naar een derde land, de transportverordening ook
van toepassing is voor het deel van het transport dat buiten het grondgebied van de
Europese Unie plaatsvindt.
De afgelopen maanden zijn er twijfels ontstaan over de rustplaatsen buiten de EU.
Tijdens een bijeenkomst van nationale contactpunten voor de transportverordening in
december 2019 werden de bevindingen uit een rapport van een aantal officiële dierenartsen
uit Duitsland gepresenteerd. Uit bezoeken aan 11 rustplaatsen in Rusland, op de route
naar Kazachstan, bleek dat een deel van de rustplaatsen die Duitse transporteurs regelmatig
in hun reisplanning opgeven niet bestaat, of in dermate slechte of ongebruikte staat
is dat het hoogst onwaarschijnlijk is dat hier daadwerkelijk runderen worden uitgeladen.
Een aantal van deze rustplaatsen is ook regelmatig in de reisplanning opgegeven door
Nederlandse exporteurs. Uit correspondentie van centrale en regionale Russische autoriteiten
komt geen consistent beeld over het bestaan van EU-conforme rustplaatsen op hun grondgebied.
Hieruit blijkt dat de regels van de transportverordening niet worden nageleefd of
dat daar gerede twijfels over bestaan. Daarom staat de NVWA per dinsdag 26 mei geen
exporten meer toe, indien er een 24-uurs rust in een rustplaats in Rusland nodig is.
Dit is uit het oogpunt van dierenwelzijn. De van toepassing zijnde EU-wetgeving biedt
daarbij ook geen andere keuze.
De problematiek beperkt zich echter niet tot Rusland, hoewel het grootste gedeelte
van de exporten naar derde landen, waarbij een rustplaats buiten de EU nodig is, naar
of door Rusland gaat. Er bestaat voor rustplaatsen buiten de EU geen geverifieerde
officiële lijst, zoals voor binnen de EU wel het geval is. De NVWA vereist bij de
aanvraag van exporten reserveringsbevestigingen als bewijs dat er een rustplaats zal
worden aangedaan. Het is door de bevindingen over de Russische rustplaatsen duidelijk
geworden dat er niet meer vertrouwd kan worden op de reserveringsbevestigingen van
rustplaatsen buiten de EU. De huidige aanvraagsystematiek is daarom voor de NVWA niet
meer afdoende om exporten naar buiten de EU te honoreren, als er een rustplaats buiten
de EU moet worden aangedaan. Dat betekent dat de NVWA ook voor andere niet-EU bestemmingen
naast Rusland, waarvoor een rustplaats buiten de EU noodzakelijk is, per 26 mei geen
exportcertificering meer uitvoert.
Voor drachtige fokrunderen waarvoor reeds een quarantaine is opgestart, zal de NVWA
de exportcertificering alsnog uitvoeren indien de verantwoordelijke persoon hier niet
op tijd een andere bestemming voor kan vinden. Het alternatief zou immers zijn dat
deze dieren naar het slachthuis moeten worden afgevoerd. Dan kies ik er liever voor
om de dieren alsnog te laten vertrekken naar de geplande betemming. Nieuwe quarantaine
aanvragen worden per 26 mei niet meer door NVWA toegestaan.
Er moet nu eerst een nieuwe betrouwbare procedure worden uitgewerkt die de NVWA in
staat stelt haar controles en verificaties uit te voeren. Het voortouw hiervoor ligt
bij het bedrijfsleven. Zij moeten zorgen voor geschikte faciliteiten en een systematiek
die de NVWA voldoende basis geeft om hun controles en verificaties uit te voeren.
Dit is ook met Vee en Logistiek Nederland besproken en zij zijn aan de slag gegaan
met een plan van aanpak. Dit zal de komende tijd verder worden uitgewerkt. De exporten
kunnen pas weer worden toegestaan als de naleving van de transportverordening, en
daarmee het dierenwelzijn, voldoende geborgd is.
Deze problematiek speelt uiteraard niet alleen in Nederland. Inmiddels hebben diverse
Duitse lidstaten exporten van levend vee, waarbij Russische rustplaatsen moeten worden
aangedaan, opgeschort en hebben andere lidstaten ook hun controles aangescherpt. Ik
ben in nauw contact met andere lidstaten en de Europese Commissie en streef naar een
gezamenlijke toekomstige werkwijze.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten