28 165
Deelnemingenbeleid Rijksoverheid

nr. 30
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 november 2005

Hierbij heb ik het genoegen u een tweede cyclus evaluaties aan te bieden, zoals eerder werd aangekondigd in de aanbiedingsbrief bij het Jaarverslag Beheer Staatsdeelnemingen 2004.

In de Nota Deelnemingenbeleid Rijksoverheid is vastgelegd dat Staatsdeelnemingen worden afgestoten indien dit met inachtneming van het publiek belang en de zakelijke belangen van de Staat mogelijk is.¹ De Nota verwoordt tevens het voornemen om de deelnemingen ten minste eenmaal per vijf jaar te evalueren, als een periodieke check op eventuele belemmeringen voor afstoting. Indien belemmeringen worden geconstateerd kan worden getracht deze weg te nemen door bijvoorbeeld verbetering van wet- en regelgeving ter borging van publieke belangen. De evaluaties kunnen ook worden beschouwd als nadere inhoudelijke informatievoorziening aan de Tweede Kamer over de respectieve deelneming.

Dit jaar zijn evaluaties uitgevoerd voor de deelnemingen KPN NV, Twinning Holding NV, Connexxion Holding NV, ADC NV en Thales Nederland BV.

De bevindingen en conclusies van de evaluaties zijn opgenomen in de bijgesloten evaluatieverslagen.² Ten behoeve van de behandeling van het publieke kader bij het evalueren van deze deelnemingen is gebruik gemaakt van een vragenlijst (zie bijlage)³ De conclusies omtrent het publieke kader zijn afgestemd met de verantwoordelijke bewindspersonen.

Vorig jaar zijn de deelnemingen AVR-Chemie CV, DLV Adviesgroep NV, NV Nederlandse Spoorwegen, TenneT Transmission System Operator BV, Ultra Centrifuge Nederland NV en NV Westerscheldetunnel geëvalueerd. In het overleg met uw Kamer op 27 januari 2005⁴ is mij naar aanleiding van de evaluatie van AVR-Chemie CV gevraagd om een korte aanvullende schriftelijke toelichting, vooral op de precieze vennootschappelijke situatie. Deze toelichting treft u hierbij tevens aan.

De Minister van Financiën,

G. Zalm

---

1 Tweede Kamer 2001–2002, 28 165, nr. 1–2.

2 Het evaluatieverslag inzake Thales wordt u separaat nagezonden.

3 Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

4 Tweede Kamer 2004–2005, 28 165, nr. 21.