28 165 Deelnemingenbeleid rijksoverheid

Nr. 285 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 30 mei 2018

De vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat heeft mij 23 mei jl. verzocht de Tweede Kamer te informeren over het feit dat de Nederlandse Investeringsinstelling (NLII) al na vier jaar ophoudt te bestaan, en welke implicaties dit heeft en zou moeten hebben voor de opzet en inrichting van Invest-NL.

Met deze brief informeer ik u, mede namens de ministers van Financiën en voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, hierover en tevens over de voortgang van de opbouw van Invest-NL en de machtigingswet voor de oprichting. Een brief met gelijke strekking zal aan de Eerste Kamer worden gezonden.

NLII

In 2013 hebben institutionele beleggers en het kabinet gezamenlijk geconcludeerd dat versterking van het financieringsvermogen nodig was in de Nederlandse markt, en dat de oprichting van een investeringsorganisatie voor en door de institutionele beleggers hieraan kon bijdragen. Twaalf Nederlandse pensioenfondsen, -uitvoerders en verzekeraars hebben daarom in 2014 de Nederlandse Investeringsinstelling (NLII) opgericht, met een tijdelijke opstartondersteuning van de overheid. Het betrof een private organisatie van en voor deze institutionele beleggers om hen in staat te stellen direct in de Nederlandse economie te investeren. NLII moest zorgen voor selectie en ontwikkeling van projecten, en standaardisatie en bundeling van de financieringsvraag om voor institutioneel vermogen in aanmerking te komen.

Het bericht van NLII dat zij de activiteiten gefaseerd zal beëindigen, betekent dat zij onvoldoende mogelijkheden had om deze activiteiten voor de institutionele beleggers te continueren. NLII heeft in het persbericht over de beëindiging aangegeven dat ze tijdens het onderzoek naar de financieringsvraagstukken heeft geconstateerd dat enerzijds veel projecten inmiddels weer goed financierbaar zijn omdat er voldoende aanbod vanuit de markt is. Daarnaast investeren institutionele beleggers vaak rechtstreeks in (infrastructurele) projecten of fondsen, zonder dat tussenkomst van NLII nodig is. Anderzijds blijken sommige projecten, ook na bundeling, te klein voor institutionele financiering. Doorgaans is daarvoor namelijk een hogere financieringsomvang nodig. NLII heeft geen additionele financieringsvraagstukken voorzien waarin zij een rol kan spelen.

Daar komt bij dat NLII geen beschikking had over eigen investeringskapitaal. Zij kon alleen adviseren en aandragen richting de institutionele beleggers, en had geen mogelijkheden om zelf mee te investeren in projecten waar dat nodig was. De institutionele beleggers zoeken – gelet op hun verplichtingen – ook investeringen met een relatief veilige risico-rendementsverwachting, die voldoende liquide zijn. Tot slot bleek de ontwikkeling van projecten relatief veel inspanning te vergen voordat ze voor financiering in aanmerking komen. Daar stonden onvoldoende inkomsten tegenover om dit door een private instelling van de institutionele beleggers rendabel uit te kunnen voeren.

Hiermee is de taak van NLII in de ogen van het bestuur en van de aandeelhouders volbracht. De opgedane kennis wordt ingebracht bij de aandeelhouders en overige partners bij maatschappelijke opgaven, zoals bij financiering in het kader van het klimaatakkoord. De door NLII voortgebrachte fondsen (het Bedrijfsleningen Fonds, het Achtergestelde Leningen Fonds en het Zorgvastgoed Fonds) worden voortgezet door de beheerders van de desbetreffende fondsen. Hierdoor zal deze institutionele financiering beschikbaar blijven voor het mkb en zorgvastgoed. Ik begrijp het besluit van NLII, maar betreur dat NLII geen mogelijkheden meer had om haar activiteiten voor de institutionele beleggers te continueren. Ik bedank de initiatiefnemers, de directeur en de medewerkers voor alle inspanningen.

Relatie met Invest-NL

Invest-NL en NLII zijn op cruciale punten onvergelijkbaar. NLII fungeerde als intermediair; het probeerde Nederlandse institutionele beleggers aan te zetten tot investeringen in de Nederlandse economie. Invest-NL is een volledige ontwikkelings- en investeringsinstelling, het kan zelf deelnemen in maatschappelijk en economisch belangrijke projecten, op basis van eigen kapitaal. Daarmee kan het risicodragend en lange termijn vermogen bieden aan de meer risicovolle proposities die de markt niet alleen aan kan. Daarbij krijgt Invest-NL € 10 miljoen jaarlijkse subsidie voor nationale bedrijfs- en projectontwikkeling. De in de brief van 15 februari jl. (Kamerstuk 28 165, nr. 281) aangekondigde joint venture van Invest-NL met FMO krijgt € 9 miljoen voor internationale projectontwikkeling van Nederlandse bedrijven. Invest-NL koppelt dus grote ontwikkelcapaciteit aan financiële slagkracht, wat NLII ontbeerde.

Ook heeft Invest-NL een bredere doelstelling dan NLII, namelijk om ondernemingen en projecten in transitie-opgaven, doorgroei van start- en scale-ups, en – via de voorgenomen joint venture van Invest-NL met FMO – internationale vermarkting van producten en oplossingen voor wereldwijde vraagstukken, te ondersteunen met ontwikkeling en financiering. Invest-NL richt zich dus ook op investeringen met een hoger risicoprofiel of langere looptijd dan NLII had voor de institutionele beleggers. De doelgroep in zowel de vraag naar als het aanbod van financiering is daarmee breder dan bij de NLII.

Voortgang Invest-NL

Zoals u gemeld in de brief van 15 februari jl. (Kamerstuk 28 165, nr. 281) is gelet op het wetstraject voor de oprichting van Invest-NL, de voorbereiding van de overige noodzakelijke onderdelen en de benodigde goedkeuring van de Europese Commissie in verband met staatssteun, de oprichting van Invest-NL als deelneming van het Rijk op zijn vroegst mogelijk in het voorjaar 2019. Invest-NL zal voor die tijd dus nog niet als zelfstandige instelling operationeel zijn.

Tegelijkertijd staat Nederland, net als de rest van de wereld, voor grote transitie- en investeringsopgaven, onder meer vanuit het Klimaatakkoord van Parijs, en de Sustainable Development Goals van de Verenigde Naties. Om geen tijd te verliezen bij het aanjagen van deze in de ogen van het kabinet cruciale investeringen in en met de markt wordt, zoals u gemeld in de brief van 15 februari jl. (Kamerstuk 28 165, nr. 281), dit jaar al gestart met de onderdelen en activiteiten die passen in de doelstellingen en geest van Invest-NL.

Tot de oprichting van Invest-NL als zelfstandige instelling zal dat vanuit de huidige organisaties en begrotingen gebeuren, onder ministeriële verantwoordelijkheid en verantwoording waar van toepassing. Ten behoeve van het voorbereiden en opbouwen van de organisatie zal bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) een tijdelijk onderdeel worden ingericht, onder de naam «Invest-NL in opbouw», dat zal werken aan de verdere oprichting totdat Invest-NL start. De basis hiervoor zal worden gevormd door het Nederlands Investerings Agentschap, dat in 2015 is opgericht voor de ontwikkeling van projecten en bedrijven. Momenteel vindt de werving van de directeur plaats, die tevens de beoogd CEO van Invest-NL zal zijn. De opbouworganisatie zal van start gaan wanneer de directeur is aangetreden.

Internationale projectontwikkeling zal tot de formele oprichting van de aangekondigde joint venture plaatsvinden vanuit het onderdeel «NL-business» van de Financieringsmaatschappij voor Ontwikkelingslanden (FMO), dat wordt uitgebreid met de extra middelen uit de Voorjaarsbesluitvorming 2017. FMO werkt daarin samen met RVO.nl aan internationale projectontwikkeling voor het Nederlandse bedrijfsleven. Financieringsinstrumenten van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking waarvan de uitvoering overgaat naar de aangekondigde joint venture van Invest-NL en FMO, zullen tot die tijd door RVO.nl uitgevoerd blijven.

Het huidige Nederlands Investerings Agentschap (NIA) zal opgaan in de tijdelijke organisatie binnen RVO.nl die bouwt aan Invest-NL. De capaciteit wordt uitgebreid met de middelen uit het budget voor ontwikkeling uit de Voorjaarsbesluitvorming 2017. De ondersteuning van het huidige NIA bij de business development van startende en doorgroeiende innovatieve bedrijven en bij het tot stand komen van investeringsprojecten wordt daarmee versterkt voortgezet.

Het is mogelijk dat uit deze ontwikkelactiviteiten projecten of investeringskansen komen met een zeer urgente financieringsbehoefte die niet zelfstandig door de markt ingevuld kan worden, en die past in de doelstellingen en criteria van Invest-NL. In dat geval zal, zoals gemeld in de brieven over «Voortgang Invest-NL»1 van 30 juni 2017 en «Vormgeving Invest-NL» van 15 februari jl. (Kamerstuk 28 165, nr. 281), door het kabinet worden overwogen om zelf te investeren via de rijksbegroting, vooruitlopend op de statutaire oprichting van Invest-NL.

Het gaat dan om risicovolle activiteiten van ondernemingen op het gebied van grote transitie-opgaven als energie, verduurzaming (waaronder de circulaire economie en van de gebouwde omgeving), mobiliteit, voedsel, digitalisering van de industrie, en in maatschappelijke domeinen als zorg, veiligheid en onderwijs. Daarnaast is het belangrijk dat start-ups en scale-ups doorgroeien naar grotere ondernemingen. Voor alle activiteiten geldt dat deze aanvullend aan de markt moeten zijn. Voorwaarden voor de activiteiten zijn verder bedrijfseconomische principes en een vastgesteld minimaal positief rendement.

Om dergelijke investeringen in de tijdelijke publieke situatie zorgvuldig te beoordelen worden investeringscommissies met interne en externe experts ingesteld. Deze zullen de voorstellen beoordelen langs de doelstellingen van economische en maatschappelijke impact. De instellingsbesluiten van de investeringscommissies worden gepubliceerd op www.rijksoverheid.nl en www.nederlandsinvesteringsagentschap.nl.

Positief beoordeelde voorstellen zullen worden aangedragen bij de ministers van Financiën, van Economische Zaken en Klimaat en voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking voor ministeriële besluitvorming. Daarbij wordt gewerkt binnen de vereisten van de Comptabiliteitswet en, waar deze niet van toepassing is, binnen het toetsingskader risicoregelingen. Dit betekent dat u over alle voorstellen wordt geïnformeerd. Daarnaast wordt het vrijmaken van investeringsmiddelen voor deze voorstellen via indiening van (suppletoire) begrotingen aan u voorgelegd. Deze zullen ten laste gaan van de kapitaalstorting van € 2,5 miljard wanneer Invest-NL statutair wordt opgericht, en worden overgebracht naar de balans van de instelling. Ook zullen alle investeringen moeten voldoen aan de staatssteunregels en aan de Europese Commissie worden voorgelegd. Er is dus nog geen sprake van een investeringswijze zoals Invest-NL die dadelijk als privaatrechtelijke instelling zelfstandig kan uitvoeren. Wel wordt het investeringsproces in de tijdelijke fase tot Invest-NL is opgericht al professioneel ingericht, zoals dat in de markt gebruikelijk is.

Internationaal

Om de behoefte aan ontwikkeling van internationale projecten en financieringsoplossingen voor het Nederlandse bedrijfsleven integraal te ondersteunen, zullen internationale financieringsregelingen van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking worden gecombineerd met de activiteiten van FMO NL-Business.

De brief van 15 februari jl. over «Vormgeving Invest-NL» (Kamerstuk 28 165, nr. 281) meldt dat de internationale financieringsactiviteiten zullen worden uitgevoerd in een joint venture van Invest-NL en FMO. De activiteiten van FMO NL-Business zullen hierin worden ingebracht. De uitvoering van de financieringsinstrumenten van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (BHOS) zal overgaan naar dit samenwerkingsverband, mede daarom komt er een aanvullende overeenkomst tussen Invest-NL, FMO en BHOS. De activiteiten van Atradius Dutch State Business (ADSB) voor de exportkredietverzekering en exportkredietgaranties worden op de aangekondigde joint venture aangesloten.

Totdat dit samenwerkingsverband is opgericht, zal het onderdeel «NL-business» van FMO samen met RVO.nl de extra middelen uit de Voorjaarsbesluitvorming 2017 inzetten voor ontwikkeling van internationale projecten en het bieden van financieringsoplossingen voor het Nederlandse bedrijfsleven. Ook wordt de samenwerking versterkt tussen FMO, RVO.nl en ADSB om in de huidige fase te zorgen dat ondernemers op zoek naar ondersteuning altijd bij het juiste loket terecht komen. Momenteel wordt de vormgeving van de joint venture tussen Invest-NL en FMO nader uitgewerkt.

In de brief van 15 februari jl. (Kamerstuk 28 165, nr. 281) is gemeld dat het wetgevingstraject voor de oprichting van Invest-NL zal worden gestart met een publieke internetconsultatie van de concept-wet en -statuten. Deze is inmiddels afgerond, wat veel ondersteuning van de oprichting van Invest-NL heeft opgeleverd, en veel bouwstenen voor de verdere inrichting van de activiteiten en organisatie. Indiening van het wetsvoorstel bij de Tweede Kamer is daarmee nog steeds voorzien in het najaar van dit jaar.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, E.D. Wiebes


X Noot
1

Kamerstuk 28 165, nr. 269

Naar boven