Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 26 november 2020
Op 17 november jl. kondigde de Amerikaanse Acting Secretary of Defense Miller aan dat de Verenigde Staten hun troepenaantal in Afghanistan en Irak versneld
gaan reduceren. Deze brief geeft invulling aan het verzoek van de Vaste Kamercommissie
Buitenlandse Zaken om in te gaan op dit besluit.
De Verenigde Staten hebben besloten het aantal troepen in Afghanistan terug te brengen
van 4.500 naar 2.500 en in Irak van 3.000 naar 2.500. Deze troepenreducties zullen
op 15 januari a.s. moeten zijn afgerond. Het is vooralsnog onduidelijk hoe de versnelde
troepenterugtrekking vorm gaat krijgen, en wat de eventuele gevolgen zijn voor de
Nederlandse inzet in de militaire missies in Afghanistan en Irak.
Het kabinet had graag gezien dat over beide besluiten eerst nader overleg had plaatsgevonden
met bondgenoten. De gevolgen van de voorgenomen Amerikaanse troepenterugtrekking voor
de militaire missies in Afghanistan en Irak worden nu bestudeerd. Het kabinet staat
hierover in contact met de Verenigde Staten en met andere bondgenoten.
Afghanistan
De Verenigde Staten en de Taliban hebben in het op 29 februari 2020 afgesloten akkoord
afspraken gemaakt over de voorwaardelijke terugtrekking van alle buitenlandse troepen
uit Afghanistan per 1 mei 2021. Dit akkoord heeft ook betrekking op de aanwezigheid
van NAVO-missie Resolute Support (RSM). Een definitief besluit over de terugtrekking van de troepen van RSM wordt
in NAVO-verband genomen. Dit besluit wordt in het eerste kwartaal van 2021 verwacht.
De Nederlandse deelname aan RSM is afhankelijk van de deelname van bondgenoten. Het
kabinet is van mening dat voortgang van het vredesproces en behaalde resultaten belangrijke
afwegingen zijn bij het besluit over troepenterugtrekking. Nederland blijft in NAVO-verband
benadrukken dat eventuele aanpassingen van het troepenaantal in nauwe samenwerking
tussen bondgenoten gecoördineerd dienen te worden. Hierbij blijft het uitgangspunt
«in together, adjust together, out together».
Irak
Het kabinet is in de Kamerbrief over samenhang in missies en operaties (d.d. 23 september
jl.) ingegaan op de reeds doorgevoerde terugtrekking van een deel van de Amerikaanse
troepen in Irak, in het kader van de overgang naar fase 4 van het campagneplan van
de anti-ISIS coalitie.1
In de Kamerbrief Aanvullende Artikel 100-inzet in de strijd tegen ISIS (d.d. 20 november
jl.) is reeds een reactie gegeven op de aangekondigde terugtrekking van 500 extra
Amerikaanse militairen uit Irak.2 Aangezien deze additionele reductie van Amerikaanse troepen niet werd voorzien beschikt
het kabinet op dit moment nog over onvoldoende informatie om mogelijke gevolgen hiervan
voor de bredere Nederlandse missiebijdragen in Irak te kunnen inschatten. Vooralsnog
gaat het kabinet uit van de bestaande afspraken.
De gevolgen van het Amerikaanse besluit voor de Nederlandse aanwezigheid worden nu
in kaart gebracht. Dit zal met zorgvuldigheid gedaan worden, omdat het gaat over veiligheid
van Nederlandse militairen en de wijze waarop Nederland bijdraagt aan de stabiliteit
en ontwikkeling van Afghanistan en Irak. Uw Kamer zal worden geïnformeerd als bij
de uitwerking van de Amerikaanse troepenreductie blijkt dat dit gevolgen heeft voor
de Nederlandse inzet.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
S.A. Blok
De Minister van Defensie,
A.Th.B. Bijleveld-Schouten