Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 november 2016
Met de artikel 100-brief van 9 september 2016 (Kamerstuk 27 925, nr. 597) hebben wij uw Kamer geïnformeerd dat Nederland en België gezamenlijk de mogelijkheid
onderzoeken Special Operations Forces (SOF) Advise & Assist (A&A)-teams in te zetten in de strijd tegen ISIS in Irak. Met deze brief lichten
wij de voorgenomen inzet toe.
Advise & Assist
Gelet op de ontwikkelingen in de strijd tegen ISIS en het feit dat het gewenste basisniveau
van de Iraakse strijdkrachten inmiddels is bereikt, heeft de anti-ISIS coalitie de
behoefte geuit aan zogenoemde SOF A&A-teams in Irak. Zoals in de artikel 100-brief
van 9 september 2016 is gemeld, behelst A&A het adviseren en ondersteunen van door
de coalitie geselecteerde eenheden van de Iraakse strijdkrachten, inclusief de Peshmerga.
Hierbij draait het om de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van gevechtsacties.
Dit gebeurt onder meer op het gebied van operationele planning, leiderschap, het coördineren
van vuursteun en het analyseren en verwerken van ervaringen uit operaties. Aandacht
voor humanitair oorlogsrecht is hier onderdeel van. De teams geven training en advies
aan eenheden dichtbij gevechtslocaties, maar nemen niet zelf deel aan gevechtsacties.
Inmiddels leveren zes coalitiepartners dergelijke A&A-teams, namelijk Canada, Finland,
Frankrijk, Italië, Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten.
Gebleken is dat ook Nederland met de reeds in Irak aanwezige SOF-trainingsteams de
gevraagde ondersteuning kan bieden. De teams kunnen naar behoefte van de Iraakse strijdkrachten
en de Peshmerga worden ingezet in Irak.
Voorwaarden en Nederlandse inzet
Anders dan de huidige trainingen richt A&A zich op de ondersteuning van eenheden (vooral
staven) op afstand, in de voorbereiding op en tijdens en na een gevechtssituatie.
Om A&A te kunnen uitvoeren, is met België besloten op korte termijn de informatie-
en inlichtingenpositie in Irak te verbeteren door een Belgisch-Nederlands plannings-
en liaisonteam en een inlichtingenfunctionaris in te zetten. Ook moeten de nodige
logistieke voorbereidingen worden getroffen. Een voorwaarde voor de succesvolle inzet
van A&A-teams is onder meer een eigen inlichtingencapaciteit met een Intelligence, Surveillance en Reconnaissance (ISR-)middel in de vorm van een Unmanned Aerial Vehicle (UAV). Enerzijds dient dit middel om zicht te hebben op de gevechtslocatie zodat
de Iraakse eenheden kunnen worden geassisteerd bij de voorbereiding en uitvoering
van acties. Anderzijds stelt het ISR-middel de A&A-teams in staat de veiligheidssituatie
in hun directe omgeving te monitoren en te anticiperen op potentiële bedreigingen. Vanuit Nederland zullen twee RAVEN UAV-systemen worden ingezet.
Op termijn zullen deze systemen worden vervangen door de PUMA UAV.
Het Nederlands-Belgisch SOF-team zal vanaf 1 december 2016 met de Amerikaanse en Canadese
collega’s, die in Irak al volgens dit concept werken, gaan meelopen om zich het A&A-concept
eigen te maken. Nader overleg in de coalitie is nog nodig over de zelfstandig door
het Nederlands-Belgisch team te begeleiden eenheden. Zodra die bekend zijn, wordt het Nederlands-Belgisch
A&A-team ingezet.
Zoals besproken tijdens het algemeen overleg op 29 september jl. geldt het principe
dat Nederlandse eenheden alleen worden ingezet als de medische evacuatie is gewaarborgd.
Balans in de missie
De totale Nederlandse bijdrage aan de missie in Irak richt zich op twee doelgroepen:
de militaire eenheden van de Peshmerga in Erbil en eenheden van de Iraakse Special Operation Forces (SOF) in Bagdad. De bijdrage aan de coalitie blijft met de voorziene uitbreiding
van SOF A&A-taken binnen het gestelde personeelsplafond, verdeeld over Erbil en Bagdad.
Om te voorzien in de resterende behoefte aan trainingen van de Iraakse SOF in Bagdad,
zal daar een Belgisch/Nederlands trainingselement van ongeveer vijftien personen aanwezig
blijven. Daarmee blijft Nederland investeren in de instructeursopleiding en de officiersopleiding (leadership).
Financiën
De additionele uitgaven voor de uitbreiding van het takenpakket van het Nederlands-Belgische
SOF-detachement in de strijd tegen ISIS, worden geraamd op 5 miljoen euro. Waar mogelijk
zal naar een verdeling van de additionele uitgaven met België worden gezocht. Het
Nederlandse deel van de additionele uitgaven wordt gefinancierd uit het Budget Internationale Veiligheid.
De Minister van Defensie,
J.A. Hennis-Plasschaert
De Minister van Buitenlandse Zaken,
A.G. Koenders