27 925 Bestrijding internationaal terrorisme

Nr. 465 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 september 2012

Graag informeer ik uw Kamer over mijn bezoek op 23 en 24 augustus aan Afghanistan. Dit bezoek was een gezamenlijke reis met mijn Duitse collega minister Dirk Niebel en had tot doel een indruk te krijgen van de voortgang van de Nederlands-Duitse samenwerking op het gebied van rechtstaatsontwikkeling in Kunduz. Daarnaast hebben we gezamenlijk gesprekken gevoerd over de follow up van de Tokio conferentie (TK 27 925, nr. 462), corruptiebestrijding, rule of law en mensenrechten in Kaboel. Ook was ik in de gelegenheid enige Nederlandse projecten te bezoeken waaronder een opleidingsinstituut voor de landbouwsector dat is opgezet in samenwerking met Wageningen University. Ik bezocht de vrouwenvleugel van de gevangenis van Kunduz-stad, en ik heb me bilateraal laten informeren door de civiel vertegenwoordiger van de NAVO over het transitieproces.

Het bezoek vond plaats tegen de achtergrond van een stijging van het aantal aanslagen van Afghaanse agenten en militairen op hun eigen en internationale collega’s («green on blue» incidenten), het vacuüm dat is ontstaan na het aftreden van de Afghaanse Ministers van Defensie en van Binnenlandse Zaken en de toegenomen spanning tussen Afghanistan en Pakistan. Hierover zult u in de eerstvolgende stand van zakenbrief over de geïntegreerde politietrainingsmissie nader worden geïnformeerd.

Kaboel

Tijdens de gesprekken in Kaboel heb ik met collega Niebel veel aandacht geschonken aan de onderwerpen corruptiebestrijding, mensenrechten, rechtsstaatsontwikkeling en de positie van vrouwen. In het onderhoud met President Karzai hebben we de stappen op het gebied van corruptiebestrijding van de Afghaanse regering verwelkomd die zijn genomen na de Tokio conferentie van deze zomer. Ik heb daarbij benadrukt dat concrete resultaten nodig zijn, niet alleen omdat dat in het belang is van Afghanistan zelf, maar ook om aan de Nederlandse belastingbetaler duidelijk te maken dat onze gezamenlijke inspanningen vruchten afwerpen. President Karzai heeft zijn dank uitgesproken voor de Duitse en Nederlandse steun en erkende dat nog lange weg te gaan is. In gesprekken met vertegenwoordigers van internationale organisaties werd bevestigd dat de bestrijding van corruptie een proces van lange adem is. Slechts met kleine stapjes zijn vorderingen te boeken.

In alle gesprekken kwam naar voren dat het naast elkaar bestaan van formele en informele rechtsstelsels tot veel discussie leidt. Waar de een de voorkeur uitspreekt voor het traditionele rechtssysteem was bijvoorbeeld het Afghaanse maatschappelijk middenveld fel als het ging om de bescherming van vrouwenrechten. Deze zijn niet goed geborgd binnen het traditionele systeem, aldus mijn gesprekspartners. Het rechtsstaatsontwikkelingsprogramma tracht een brug te slaan tussen beide systemen door veel aandacht te geven aan mensenrechten binnen het informele rechtssysteem en tegelijkertijd het formele systeem aan kennis en gezag te laten winnen. Vertegenwoordigers van internationale organisaties zijn van mening dat aan beide systemen gewerkt zal moeten worden en dat een mentaliteitsverandering decennia tijd zal nemen.

In Kaboel heb ik het National Agriculture Education Centre (NAEC) bezocht. Het NAEC is een bilateraal project van Nederland waar docenten voor de landbouwsector worden opgeleid. Daarnaast worden er voor landbouwscholen in geheel Afghanistan relevante curricula en lesmethoden ontwikkeld. Wageningen University en Research (WUR) is de uitvoerder van het programma. Ik sprak met de projectmanager en met de Afghaanse docenten die vorig jaar in Wageningen een masters hebben gehaald. Zij toonden zich enthousiast over het instituut, het ontwikkelen van lesmateriaal, het doceren en het opzetten van een grote proefkas. Ik vond het indrukwekkend deze jonge mensen bezig te zien met onderwijs in deze voor Afghanistan zo belangrijke sector.

Kunduz

In Kunduz lag de nadruk op het Rule of Law programma, en de samenwerking tussen Nederland en Duitsland daarin. Mijn collega Niebel en ik werden daarnaast breed geïnformeerd over de inspanningen op het terrein van ontwikkeling, politietraining, gender en ontwikkelingsprogramma’s. We spraken veel lokale Afghanen die betrokken zijn bij de uitvoering van het Rule of Law programma en kregen zodoende een goed beeld van de vooruitgang. Een vrouwelijke Afghaanse advocate vertelde veel te hebben aan de praktische steun en trainingen die Nederland in Kunduz aanbiedt via de Afghaanse Orde van Advocaten in Kunduz.

GIZ (Gesellschaft für Internationale Zusammenarbeit) bouwt in opdracht van Nederland en Duitsland een dertiental justitiegebouwen in de provincie Kunduz. Ik legde samen met collega Niebel en districtsgouverneur Saidi van Aliabad symbolisch de eerste steen van een van de bouwplaatsen in het district Aliabad. Districtsgouverneur Saidi sprak zijn waardering uit voor de Duits- Nederlandse inspanningen. Op het gebied van veiligheid zijn er belangrijke stappen gezet. Van onze zijde verzekerden wij hem dat de betrokkenheid van de internationale gemeenschap ook na 2014 zou blijven. Deze boodschap werd ook overgebracht aan gouverneur Jegdalek van Kunduz.

Tijdens een gesprek met directeur van Departement van Vrouwenzaken en een groep invloedrijke vrouwen in de provincie Kunduz werd aangehaald dat er op het gebied van vrouwenzaken veel is gebeurd de laatste tien jaar, maar dat het onderwijsaanbod nog verder kan worden uitgebreid. Men was positief over de stijging van het aantal vrouwen binnen de politie, maar benadrukte dat deze vrouwen wel als volwaardige politiefunctionarissen hun werk moeten kunnen doen. De start van de eerste volwaardige Initial Police Training Course (IPTC) voor vrouwen werd daarom positief ontvangen. Deze training wordt door de Nederlandse geïntegreerde politietrainingsmissie verzorgd.

Ik bezocht de nieuwe vrouwenvleugel van de gevangenis in Kunduz en sprak daar met vrouwelijke gedetineerden. Een groot deel van de 37 vrouwen zit gevangen vanwege «morele misdaden» op basis van Afghaans traditioneel recht. Met Nederlandse hulp is rechtsbijstand voor vrouwelijke gevangenen mogelijk gemaakt. De vrouwen gaven aan blij te zijn dat zij gratis juridisch advies kunnen krijgen. Dankzij Nederlandse steun komt er een gespreksruimte waar vrouwelijke gevangenen met hun advocaat kunnen overleggen. Bovendien komen er ruimtes waar de kinderen van gevangenen worden opgevangen en vrouwelijke bewakers taalcursussen krijgen. Deze faciliteiten worden in september geïnstalleerd.

Deze gezamenlijke reis met mijn Duitse collega Niebel bevestigde ook het inzicht dat in een land, dat zoveel donoren kent als Afghanistan, donorharmonisatie en daadwerkelijke samenwerking in het veld een absolute noodzaak is. Samenwerking voorkomt doublures en stelt ons in staat gezamenlijk boodschappen over te brengen aan onze Afghaanse counterparts. Samen zijn we meer dan de som der delen. Onder meer in het kader van de uitkomsten van de Tokio conferentie trekken we samen op. Samenwerking biedt ook de gelegenheid om van elkaar te leren. Het uitgebreide netwerk van Duitsland in Kunduz biedt ons toegang en stelt ons in staat snel vorderingen te boeken. Van Duitse zijde werd herhaaldelijk met lof gesproken over, en interesse getoond in, de geïntegreerde aanpak van Nederland.

De staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, H. P. M. Knapen

Naar boven