27 925 Bestrijding internationaal terrorisme

Nr. 411 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 november 2010

In de media is de afgelopen dagen aandacht besteed aan de mogelijke schadelijke effecten van verbrandingsovens op militaire locaties in Afghanistan. Deze berichten verschenen na een artikel in het blad van de militaire vakbond AFMP. Op 17 augustus jl. is de Kamer geïnformeerd over onder meer zware metalen en fijnstof in Afghanistan (Handelingen TK 2009–2010, aanhangsel nr. 3122). Met deze brief wil ik de Kamer nader informeren over dit onderwerp.

Voor en tijdens de missie in Afghanistan is op locaties waar Nederlandse militairen gestationeerd zijn of waren, onderzoek verricht naar de aanwezigheid van diverse, potentieel schadelijke stoffen in de lucht. Het gaat hierbij naast fijnstof en zware metalen ook om onder meer dioxines, benzeen en diverse gasvormige elementen. Deze stoffen kunnen deels van nature voorkomen, maar kunnen bijvoorbeeld ook door verbranding ontstaan. Door zowel Nederland als coalitiepartners zijn reeds onderzoeken verricht naar de uitstoot van schadelijke stoffen door vuilverbrandingsinstallaties.

Uit de onderzoeken is gebleken dat incidenteel sprake is van verhoogde waarden van enkele van de genoemde stoffen. Het is echter onwaarschijnlijk dat dit tot langdurige of blijvende gezondheidsschade zal leiden. Door het Amerikaanse ministerie van Defensie zijn epidemiologische studies verricht naar gezondheidsklachten bij personeel dat gewerkt heeft op locaties met verbrandingsovens. Bij personeel dat was uitgezonden was het aantal gezondheidsklachten, ongeacht of het een uitzending naar een locatie met of zonder burn pit betrof, niet afwijkend van personen die niet waren uitgezonden.

Op dit moment wordt nog onderzoek uitgevoerd naar de uitstoot van verbrandingsinstallaties op Kandahar Airfield. Na voltooiing van de metingen worden de uitkomsten van de risicoanalyse aan het personeel bekendgemaakt.

Ik begrijp de ongerustheid bij het personeel en neem de signalen zeer serieus.

Defensie doet regelmatig onderzoek naar de aanwezigheid van schadelijke stoffen in de lucht en neemt bovendien maatregelen om de eventuele blootstelling aan schadelijke stoffen zo veel mogelijk te beperken.

De minister van Defensie,

J. S. J. Hillen

Naar boven