Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 december 2019
De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft mij op 21 november
2019 gevraagd een stand van zaken te geven naar aanleiding van het vastlopen van de
cao onderhandelingen in het primair onderwijs (Handelingen II 2019/20, nr. 27, Regeling
van werkzaamheden). In deze brief ga ik hierop in.
Op 20 november jl. bleek dat de sociale partners de onderhandelingen hadden stilgelegd
omdat ze het niet eens konden worden over een nieuwe cao. Aangezien alle partijen
het belang van een nieuwe cao onderstrepen, is met ingang van 26 november 2019 mevrouw
Mariëtte Hamer (voorzitter van de sociaaleconomische Raad) aangesteld als bemiddelaar.
De sociale partners hopen op die manier alsnog een nieuwe cao voor het primair onderwijs
overeen te komen. Met het instellen van een bemiddelaar kunnen de onderhandelingen
weer gecontinueerd worden.
Voor het primair onderwijs is vanaf 2019 structureel 285 miljoen euro beschikbaar
vanuit de jaarlijkse kabinetsbijdrage voor de arbeidsvoorwaardenontwikkeling. Bovendien
heeft dit kabinet met het afsluiten van het «Convenant extra geld voor werkdrukverlichting
en tekorten onderwijspersoneel in het funderend onderwijs 2020–2021» onder andere
eenmalig 150 miljoen euro in 2019 beschikbaar gesteld voor de arbeidsvoorwaarden van
het onderwijspersoneel in het primair onderwijs. Dit geld wordt in december in de
bekostiging verwerkt van de scholen. Ondanks dat er nu nog geen nieuwe cao is afgesloten,
blijft dit geld onverminderd beschikbaar voor het verbeteren van de arbeidsvoorwaarden
in het onderwijs.
Conform het verzoek van uw Kamer heb ik het verder versoberen van de bovenwettelijke
werkloosheidsuitkering in het primair onderwijs inmiddels via een brief onder de aandacht
van sociale partners gebracht1.
Ik vind het van groot belang dat de partijen binnen afzienbare termijn tot afspraken
komen, zodat de beschikbaar gestelde middelen bij de werknemers in het onderwijs kunnen
landen.
De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,
A. Slob