27 923 Werken in het onderwijs

31 293 Primair Onderwijs

Nr. 284 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BASIS- EN VOORTGEZET ONDERWIJS EN MEDIA

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 februari 2018

In de afgelopen maanden heb ik in het hele land met vele leraren, onderwijsassistenten, schoolleiders en bestuurders gesproken. Stuk voor stuk gepassioneerde en bevlogen onderwijsprofessionals die trots zijn op het werk dat zij doen. De werkdruk was vaak onderwerp van gesprek.

Het kabinet heeft eerder besloten om structureel € 430 miljoen beschikbaar te stellen om de werkdruk aan te pakken. Vanwege de urgentie wordt een deel van de door het kabinet beschikbaar gestelde middelen eerder beschikbaar gesteld. Om te zorgen dat scholen vanaf schooljaar 2018/2019 betekenisvolle maatregelen kunnen nemen stelt het kabinet voor aankomend schooljaar € 237 miljoen beschikbaar om de werkdruk aan te pakken. De investering die dit kabinet doet, in combinatie met acties die de sector zelf al onderneemt, geven mij het vertrouwen dat leraren in de klas het verschil gaan merken. Scholen kunnen hiermee morgen al aan de slag om met de leraren, onderwijsondersteunend personeel, en de schoolleider of directeur, plannen te maken voor de inzet van deze middelen.

Gezamenlijke aanpak

Werkdruk aanpakken vergt gezamenlijke actie vanuit het hele onderwijsveld. Ik heb daarom PO in actie, PO-Raad, AVS, FNV, AOb, CNV onderwijs en FvOv, verenigd in het PO-Front, gevraagd met een plan te komen voor de besteding van de werkdrukmiddelen. We hebben de afgelopen maanden diverse keren gesproken om tot een gezamenlijke aanpak te komen. De gezamenlijke afspraken met betrekking tot deze aanpak zijn opgenomen in het werkdrukakkoord primair onderwijs. Deze is in de bijlage toegevoegd1.

Ruimte voor maatwerk

De aanpak gaat uit van maatwerk, waarbij schoolteams aan zet zijn bij het bepalen van de stappen die nodig zijn om de werkdruk op schoolniveau te verminderen. Elke school ontvangt, via het bevoegd gezag, een bedrag op basis van de schoolomvang. Voor optimale transparantie, onder andere richting het personeel in de school en ouders, communiceren sociale partners jaarlijks het bedrag dat per school beschikbaar komt.

Afspraken krijgen vorm binnen het schoolteam

Het gesprek over werkdruk en de benodigde oplossingen moeten vorm krijgen binnen de school, met het lerarenteam, onderwijsondersteunend personeel en de directeur of schoolleider. Op basis van dit gesprek met het team wordt een plan voor besteding van de werkdrukmiddelen opgesteld. De personeelsgeleding van de MR heeft hier instemmingsrecht op. Het PO-front brengt een gezamenlijke handreiking uit met mogelijke bestedingsdoelen en opties om de werkdruk te verminderen. Deze handreiking wordt gestuurd naar alle scholen.

Verantwoording

De verantwoording over de inzet van de middelen vindt plaats in het jaarverslag. Hierin wordt een overzicht gegeven van de daadwerkelijke besteding van middelen. Ook wordt in het jaarverslag beschreven hoe de beslissingen over de besteding van de werkdrukmiddelen tot stand is gekomen met hierin nadrukkelijke aandacht voor de betrokkenheid van het team en het instemmingrecht van de personeelsgeleding van de medezeggenschapsraad. Door aan te sluiten bij dit bestaande verantwoordingsinstrument, worden de extra administratieve lasten voor de sector geminimaliseerd.

Ik vind het heel belangrijk om zicht te houden op de voortgang en transparantie te bieden over de inzet van de middelen. Daarom zal ik uw kamer informeren over de besteding van de werkdrukmiddelen in het onderwijs en de ontwikkelingen in het veld.

Samen vooruit

De afgelopen maanden is intensief overleg gevoerd om tot dit Werkdrukakkoord te komen, ik wil het PO-front hiervoor bedanken. Tegelijkertijd is dit niet het eindpunt: het PO-front en ik vervolgen het gesprek over een kwalitatieve lange termijnagenda om van po weer een aantrekkelijke sector te maken.

Naast het geld voor werkdruk heeft het kabinet € 270 miljoen extra beschikbaar gesteld voor hogere salarissen voor leraren in het primair onderwijs. Dit moet zijn beslag krijgen in een nieuwe cao, zodat dit extra geld ook toekomt aan de leraren. Ik heb met waardering kennis genomen van het feit dat sociale partners op dit moment intensief in gesprek zijn over de cao. Ik heb er goede hoop op dat de gesprekken over de cao snel tot een resultaat zullen leiden.

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven