27 923 Werken in het onderwijs

Nr. 175 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 december 2013

De samenleving kijkt terecht kritisch naar beloningen, vooral bij organisaties die met publieke middelen worden gefinancierd en een maatschappelijke opgave hebben.

De salarisnormen voor het onderwijs zijn streng. Voor de universiteiten is de bovengrens gesteld op de algemene WNT-bovengrens (€ 228.599 niveau 2013) in de publieke – en semi-publieke sector. Voor het hoger en het middelbaar beroepsonderwijs is het maximum € 198.279, voor het voortgezet onderwijs € 182.948 en voor het primair onderwijs € 164.551 (alle niveau 2013). Dat bedrag bestaat uit bruto salaris, onkostenvergoeding en werkgeversbijdrage pensioenpremie.

Om een opwaartse druk van beloningen naar het sectorale maximum te voorkomen, heb ik aan de onderwijssectoren met een verlaagd sectoraal maximum verzocht te komen tot een indeling in salarisklassen.

Het verheugt mij u te kunnen melden dat de sector MBO nu ook een beloningscode voor bestuurders heeft opgesteld, waarbij de grootte van de instelling bepalend is voor de maximale hoogte van de beloning. De andere sectoren hadden dit al eerder gedaan. Daarmee wordt de beloning van een onderwijsbestuurder nu in verhouding gebracht tot de omvang en complexiteit van de school waar zij zijn aangesteld.

Hiermee is voor de onderwijssectoren invulling gegeven aan de mogelijkheid om te differentiëren onder het sectorale maximum.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Bussemaker

Naar boven