Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 oktober 2011
Tijdens de Regeling van werkzaamheden op 29 september 2011 heeft het lid Beertema mij verzocht te reageren op de publicatie
van de Algemene Onderwijsbond (AOb). In deze brief voldoe ik aan dit verzoek. Hierbij maak ik tevens gebruik van de gelegenheid
om u te informeren over het overleg met de onderwijssectoren over de sectorale beloningsmaxima.
WNT en overleg onderwijssectoren
Het kabinet is van mening dat organisaties die een publieke taak hebben en die bekostigd worden met publiek geld, hun bestuurders
ordentelijk behoren te betalen. Ordentelijk betekent: evenwichtig, maatschappelijk verantwoord en niet exorbitant. Daarom
heeft de minister van BZK namens het kabinet het wetsvoorstel «Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke
sector» (WNT) bij uw Kamer ingediend. Na aanvaarding door de Tweede en de Eerste Kamer zal de wet ook op de bezoldiging van
bestuurders en toezichthouders in het onderwijs van toepassing zijn.
Al vanaf het uitkomen van het rapport «normeren en waarderen» van de commissie Dijkstal in september 2007 voert OCW actief
beleid ten aanzien van beloningen van onderwijsbestuurders. In sommige gevallen heeft dit geleid tot terugvordering van de
rijksbijdrage, in andere gevallen heeft dit geresulteerd in een benoeming onder het toekomstige WNT-maximum. Dit beleid werpt
dus zijn vruchten af.
In de brief van 25 januari jl. (Tweede Kamer, vergaderjaar 2010–2011, 31 288, nr. 147) bent u geïnformeerd dat wij zeer kritisch staan tegenover bovenmatige topinkomens in het onderwijs. Bovendien is toen aangegeven
dat het toekomstig wettelijk maximum niet voor alle onderwijsbestuurders bereikbaar moet zijn en dat het beloningsmaximum
per sector kan verschillen; in de sectorale regeling bij de WNT zal dit voor onderwijsbestuurders verder worden uitgewerkt.
Inmiddels ben ik daarover in overleg getreden met de sectoren. Dit overleg is in een afrondende fase. De ministeriële regeling
bij de WNT waarin de sectorale beloningsmaxima zullen worden opgenomen, is gelijktijdig met het inwerking treden van de wet
gereed.
Reactie op berichtgeving AOb
De AOb bericht dat het inkomen van 59 bestuurders en 3 voormalige bestuurders van onderwijsinstellingen in het mbo, hbo en
wo boven de zogenaamde Wopt-norm (Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens) ligt. Als reactie hierop
moet allereerst worden opgemerkt dat de Wopt-norm niet de norm is waarop wij sturen, dat is de WNT-norm. Het aantal bestuurders
dat boven de WNT-grens zit, is aanzienlijk lager.
Ten tweede hebben instellingen hun jaarverslagen 2010 op 1 juli jl. ingediend. Op dit moment wordt – indien opportuun – informatie
opgevraagd bij de instelling en vindt een zorgvuldige analyse plaats van de bezoldigingsgegevens. Daarbij laat het beeld over
2010 ten opzichte van 2009 op het eerste gezicht geen toename zien. Indien sprake is van ondoelmatige bestedingen als gevolg
van een bovenmatige beloning, dan zal het te vorderen bedrag in mindering worden gebracht op de rijksbijdrage van de betreffende
onderwijsinstelling.
De
minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
J. M. van Bijsterveldt-Vliegenthart