27 859 Modernisering Gemeentelijke Basisadministratie persoonsgegevens (GBA)

Nr. 75 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 februari 2015

Hierbij informeer ik u over de registratie van personen die in de Basisregistratie Personen (BRP) geregistreerd staan als uitgesloten van het kiesrecht.

Aanleiding

In het kader van de voorbereiding van een advies over de toepassing van strafbepalingen inzake het kiesrecht en de verkiezingen, heeft de Kiesraad het Agentschap Basisadministratie en Persoonsgegevens (BPR) gevraagd in de BRP na te gaan hoeveel mensen zijn uitgesloten van het kiesrecht. Het Agentschap constateerde dat 746 mensen zijn uitgesloten. Dit relatief hoge aantal heeft mij aanleiding gegeven om onmiddellijk door de 200 betrokken gemeenten na te laten gaan of deze registratie terecht is. Immers, ontzetting uit het kiesrecht kan alleen worden opgelegd als bijkomende straf bij een select aantal misdrijven (bijvoorbeeld misdrijven tegen de veiligheid van de staat, ambtsmisdrijven en bepaalde kiesrechtdelicten, waarbij een onherroepelijke vrijheidsstraf van ten minste één jaar is opgelegd). Bij nader onderzoek bleek de registratie inderdaad vaak niet meer terecht en is het aantal personen dat is uitgesloten van het kiesrecht teruggebracht tot 197, verdeeld over 63 gemeenten. Momenteel wordt nog onderzoek gedaan door de betreffende gemeenten of deze personen al dan niet terecht zijn uitgesloten. Naar verwachting zal het aantal personen dat is geregistreerd als uitgesloten van het kiesrecht verder afnemen.

De onjuiste registratie betekent overigens niet dat de betreffende kiezers niet zouden hebben kunnen deelnemen aan de komende verkiezingen. Op grond van artikel D 5 van de Kieswet kan iedere kiezer, of zijn of haar wettelijk vertegenwoordiger, verzoeken de registratie te doen herzien door de gemeente, indien hij of zij van mening was dat deze onjuist is. Zo’n verzoek tot herziening van de registratie kan ook worden gedaan door degene die geen oproep hebben gekregen voor deelname aan de afgelopen verkiezingen

Mogelijke oorzaken

Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de registratie van de uitsluiting van het kiesrecht. Uit reacties van betrokken gemeenten blijkt dat twee wetswijzigingen met betrekking tot de ontzetting uit het kiesrecht mogelijk niet goed zijn verwerkt. Het gaat hier ten eerste om het automatisch ontzetten uit het kiesrecht bij een veroordeling tot een gevangenisstraf van meer dan een jaar (vervallen bij de Grondwetswijziging van 1983) en ten tweede de uitsluiting van onder curatele gestelde wilsonbekwamen (vervallen bij de Grondwetswijziging van 2008). Uit de reacties van gemeenten blijkt dat met name deze laatste wijziging niet overal goed is doorgevoerd.

Oplossingsrichting

Betreffende gemeenten moeten voor de aanstaande verkiezingen van zoveel mogelijk geregistreerden zekerheid krijgen of de uitsluiting terecht is. De gemeenten worden hierin ondersteund door het Agentschap BPR. Daarnaast heb ik de gemeenten geïnstrueerd om de personen waarbij dit onverhoopt niet tijdig lukt, toe te laten tot de verkiezingen van 18 maart 2015. Ten eerste, omdat is gebleken dat het merendeel van de geregistreerden onterecht was uitgesloten. Ten tweede, omdat het zeer bezwaarlijk is als kiezers wegens een administratieve fout ten onrechte niet kunnen deelnemen aan de verkiezingen van de provinciale staten en de waterschappen. Daarbij acht ik het overigens aangewezen om in ieder geval een uitzondering te maken voor personen die op 5 mei 1945 18 jaar of ouder waren. Hiervan moeten gemeenten zich zonder meer actief vergewissen dat het hier geen personen betreft die vanwege gedrag in de Tweede Wereldoorlog van het kiesrecht zijn uitgesloten. Voornoemde lijn is afgestemd met de Kiesraad. Ook heb ik de gemeenten verzocht betreffende personen te informeren over hun (mogelijk) onterechte ontzetting uit het kiesrecht.

Indien het niet lukt in alle gevallen zekerheid te krijgen, zal met het oog op de verkiezingen na 18 maart 2015 met betrokken gemeenten worden overlegd om hiervoor tot een oplossing te komen.

In de evaluatie van de verkiezingen zal ik u nader over het bovenstaande informeren en de alsdan over deze kwestie beschikbare gegevens met u delen.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk

Naar boven