Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 oktober 2021
Ik heb uw Kamer tijdens het AO gewasbeschermingsmiddelen op 2 november jl. (Kamerstuk
27 858, nr. 524) toegezegd te informeren over de rol van economische prikkels in het behalen van
de doelen van het Uitvoeringsprogramma Toekomstvisie Gewasbescherming 2030. Ik doe
dit door het aanbieden van het rapport getiteld «Economische prikkels weerbare teeltsystemen1. Een inventarisatie van economische prikkels die bijdragen aan de transitie naar
weerbare teeltsystemen».
Dit rapport richt zich op het uitwerken van drie typen economische prikkels: 1) subsidie,
2) fiscale stimulering en 3) heffing. Deze drie typen hebben elk hun eigen voor- en
nadelen, kunnen gekoppeld worden aan verschillende momenten in de transitie en aan
verschillende partijen in de keten. Het is daarom volgens de onderzoekers belangrijk
om de economische prikkels als pakket te beschouwen, waarbij verschillende prikkels
met verschillende doelen en op verschillende momenten in de tijd ingezet kunnen worden.
De transitie naar weerbare planten en teeltsystemen kent volgens Ecorys vier fasen,
namelijk weten, kunnen, willen en moeten. De eerste fase «weten» is gericht op (het
faciliteren van) kennisontwikkeling. De tweede fase «kunnen» is gericht op een handelingsperspectief
voor de agrariër om over te kunnen stappen naar andere manieren van produceren. Het
jaarplan 2021 van het Uitvoeringsprogramma Toekomstvisie gewasbescherming 2030, dat
ik uw Kamer recent heb gestuurd, sluit hierbij aan. Het accent ligt namelijk bij acties
die moeten leiden tot het verspreiden van kennis en informatie, het opzetten van pilotprojecten
en het ontwikkelen van een effectief pakket aan maatregelen en (laagrisico)middelen.
Ik maak van de gelegenheid gebruik om uw Kamer ook het rapport getiteld «Verkenning
governancestructuur Toekomstvisie gewasbescherming 2030» aan te bieden2. Deze verkenning is een voorbereidend werkdocument voor de stuurgroep van het Uitvoeringsprogramma
Toekomstvisie gewasbescherming 2030. De partijen hebben dit rapport gebruikt voor
het opstellen van de nieuwe governancestructuur. Deze bestaat uit een stuurgroep,
transitieteam, klankbordgroep en verschillende werkgroepen. Deze structuur wordt geleidelijk
ingevoerd en is naar verwachting in het vierde kwartaal operationeel, en zal eind
2022 worden geëvalueerd. Ik zal de nieuwe governancestructuur opnemen in het jaarplan
2022, die ik uw Kamer begin volgend jaar zal sturen.
Er zijn daarnaast nog drie rapporten afgerond, namelijk
-
• een inventarisatie van lopende onderzoekstrajecten die een bijdrage kunnen leveren
aan het realiseren van de doelen van het uitvoeringsprogramma3;
-
• een inventarisatie van lopende pilotprojecten en de wijze waarop deze aansluiten bij
het uitvoeringsprogramma en een bijdrage kunnen leveren aan het realiseren van de
doelen van het uitvoeringsprogramma4;
-
• het beschrijven van de opties voor het verstrekken van gewasbeschermingsmiddelen op
recept5.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
C.J. Schouten