Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 mei 2014
In uw brief van 27 maart 2014 vraagt u om een kabinetsreactie op de nieuwe opinie
van de European Food Safety Authority (EFSA) over risicobeoordelingen voor bijen en
andere bestuivers bij de toelatingsprocedures van bestrijdingsmiddelen. U verzoekt
daarbij tevens in te gaan op de vraag hoe de aanbevelingen van de EFSA vertaald kunnen
worden in toelatingsprocedures van het Ctgb, en in het Actieprogramma Bijengezondheid.
Tevens maak ik van de gelegenheid gebruik om u te informeren over de bijenwintersterfte
van 2012–2013.
EFSA-richtsnoer
Het EFSA-richtsnoer voor de beoordeling van risico’s voor bijen («EFSA Guidance Document
on the Risk Assessment of Plant Protection Products on Bees») is op 4 juli 2013 gepubliceerd
door de EFSA met de bedoeling een richtsnoer te geven voor zowel de Europese nationale
toelatingsautoriteiten, waaronder het College toelating gewasbeschermingsmiddelen
en biociden (Ctgb), als ook de industrie, in het beoordelingsproces en toelatingskader
voor werkzame stoffen en middelen in de gewasbescherming1.
Ik vind het van groot belang dat een dergelijk richtsnoer wordt opgesteld door de
EFSA en vervolgens in de gehele EU wordt gebruikt bij de beoordeling van de risico’s
van gewasbeschermingsmiddelen voor bijen. Bestuivers zijn immers een cruciaal onderdeel
van ons ecosysteem en voor onze voedselproductie door de bestuiving van veel gewassen.
Een goede bescherming van bijen verdient daarom onze aandacht.
Een dergelijk EFSA-richtsnoer wordt door de Europese Commissie (EC) voorgelegd aan,
en bediscussieerd met de lidstaten. Ook stakeholders, van industrie tot NGO’s, kunnen
hun commentaar geven in aanloop tot publicatie van het richtsnoer. Er is zeer uiteenlopend
commentaar ingebracht, en veel praktische bezwaren hoe het richtsnoer uit te voeren.
Het richtsnoer zal naar verwachting een grote impact hebben op de werkprocessen tijdens
beoordelingen door alle toelatingsautoriteiten in Europa. Daarop is, op initiatief
van en mede georganiseerd door Nederland, door de EC besloten tot een workshop met
uitsluitend lidstaten en de EFSA. Het doel was een «Roadmap to implementation» te
ontwikkelen, waarmee alle lidstaten het richtsnoer stapsgewijs en parallel in kunnen
voeren.
Op dit moment verwerkt de EFSA de laatste aanpassingen aan het richtsnoer en zal besluitvorming
in de Standing Committee on the Food Chain and Animal Health (SCoFCAH) over dit document
en de erbij behorende «Roadmap to implementation» ten behoeve van een geharmoniseerd
toetsingskader naar verwachting deze zomer plaatsvinden. Conform regelgeving kunnen
beide documenten dan in werking treden per 1 januari 2015.
Implicaties voor het Actieprogramma Bijengezondheid
Het EFSA-richtsnoer en de bijbehorende «Roadmap to implementation» zullen de beoordeling
van risico’s van gewasbeschermingsmiddelen voor bijen en bestuivers nauwkeurig invullen.
Dit draagt bij tot een zorgvuldig en geharmoniseerd proces van toelating van gewasbeschermingsmiddelen
in alle Europese lidstaten, en dit zal daarmee ook de gezondheid van bijen verder
waarborgen.
Het Actieprogramma richt zich overigens op alle aspecten die de gezondheid van bijen
kunnen bevorderen. Daar blijf ik mij voor inzetten.
Bijenwintersterfte 2012–2013
Tot slot laat ik u weten dat de monitor over de bijensterfte in Nederland over de
winter van 2012–2013 is vastgesteld en gepubliceerd. U kunt de Monitor Bijensterfte
Nederland 2013 van het Nederlands Centrum Bijenonderzoek (NCB) vinden op http://www.beemonitoring.org/Downloads.aspx.
De sterfte van honingbijen voor de winterperiode van 2012–2013 bedroeg gemiddeld 13,7%,
kleine en grote imkers tezamen. De kleine groep imkers (1,1%, veelal bestuivingsimkers)
met meer dan 50 volken ondervond een bijensterfte van gemiddeld 10,8%, voor de imkers
met maximaal 50 volken was dat gemiddeld 14,3%. De bijensterfte 2012–2013 wijkt sterk
af van de trend van de vijf voorgaande jaren, waarin de sterfte voor imkers met maximaal
50 volken varieerde tussen de 22 en 23%. De lagere bijensterfte van 2012–2013 is zeer
positief. Het is echter nog onduidelijk of er sprake is van een trend van lagere wintersterfte
voor Nederland. De monitorgegevens over de mate van bijensterfte van de afgelopen
winter (2013–2014) zijn nog niet bekend. Ik zal u informeren zodra deze vastgesteld
zijn.
De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma