27 830 Materieelprojecten

Nr. 324 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 december 2020

Inleiding

Met deze brief informeer ik u over de behoeftestelling van het project vervanging en uitbreiding Short Range Anti-Tank (SRAT) capaciteit. In een wereld die onveiliger wordt en aan verandering onderhevig is, moet Defensie haar slagkracht en voortzettingsvermogen verder versterken. In de Defensienota 2018 (Kamerstuk 34 919, nr. 1) is daarom al aangekondigd dat Defensie de Short Range Anti-Tank capaciteit gaat vervangen. De Defensievisie 2035 (Kamerstuk 34 919, nr. 71) bevestigt het beeld van dreigingen die toenemen in aantal, variëteit en complexiteit.

Om hier tegen opgewassen te zijn wil Defensie werken via 10 inrichtingsprincipes. In de context van verdediging tegen de dreiging van tanks en (pantser)voertuigen is het daarom noodzakelijk om met anti-tank capaciteit technologisch voorop te blijven lopen, voldoende aantallen en voldoende krachtige anti-tank middelen te verwerven, internationaal samen te werken waar mogelijk en om meer eenheden in staat te stellen zich zelfstandig te beschermen. De inzetvoorraad munitie voor de SRAT capaciteit moet voldoende zijn voor een optreden in de tweede hoofdtaak volgens de inzetdoelstellingen van de Defensienota 2018. Naast deze eerste stap wordt tevens als vervolg beschouwd wat nodig zou zijn om te voldoen aan een inzet in het kader van de eerste hoofdtaak (Kamerstuk 27 830, nr. 268). Over het eventueel implementeren van dit vervolg wordt uw Kamer separaat geïnformeerd.

Context

Onze wereld is volop in beweging en de veiligheidssituatie om ons heen verslechtert. Krijgsmachten van potentiële tegenstanders worden steeds

sterker door uitbreiding en modernisering. Meer dan in de afgelopen jaren het geval was, is de noodzaak gegroeid om hoog in het geweldsspectrum te kunnen optreden tegen een tegenstander van gelijkwaardig niveau. Hoogwaardige technologie verspreidt zich snel en potentiële tegenstanders kunnen zich bijvoorbeeld met actieve beschermingssystemen (APS) beter beschermen tegen anti-tank wapens. Om effectief op te kunnen treden is daarom een verbeterde anti-tank capaciteit nodig. Het huidige systeem nadert snel het einde van de technische- en operationele levensduur.

Daarnaast is het bij het optreden tegen een gelijkwaardige tegenstander van groot belang dat ook ondersteunende eenheden zichzelf kunnen beschermen. Hiervoor is een licht en eenvoudig te bedienen anti-tank wapen nodig.

Behoefte en kenmerken

Het huidige SRAT systeem wordt ingezet om te beschermen tegen alle (voertuig)dreigingen op zowel de korte (SRAT) als de zeer korte afstand (Very Short Range Anti-Tank, VSRAT). Het huidige systeem, de Panzerfaust, blijft geschikt voor gebruik op de zeer korte (tot 300 meter) afstand door gevechtseenheden die niet primair te voet optreden. Voor gebruik op de zeer korte afstand door niet-gevechtseenheden en voor gebruik door lichte (te voet optredende) gevechtseenheden is het huidige systeem in verhouding erg zwaar en complex. Daarom wordt een VSRAT systeem verworven, dat lichter en eenvoudiger te bedienen is dan het huidige SRAT systeem.

Het huidige systeem is niet langer geschikt voor gebruik op de korte afstand (tot 600 meter) vanwege aanstaande technische veroudering van het richtsysteem. De leverancier ondersteunt niet langer de instandhouding van het richtsysteem. Vervanging is op korte termijn noodzakelijk. Defensie kiest bij deze vervanging voor een military off-the-shelf (MOTS) product.

Daarnaast is het van belang dat eenheden zich kunnen verdedigen tegen voertuigen die beschermd zijn met moderne actieve beschermingssystemen. Uit overleg is gebleken dat Duitsland een vergelijkbare behoefte heeft. Een dergelijk systeem, dat beschermt tegen actieve beschermingssystemen, is momenteel niet «van de plank» beschikbaar.

De nieuwe SRAT capaciteit wordt daarom ingevuld met vier systemen. Ten eerste wordt de huidige Panzerfaust gebruikt als VSRAT systeem voor de (niet-lichte) gevechtseenheden. Hiervoor is geen aanvullende verwerving nodig. Ten tweede wordt een eenvoudig te bedienen, licht en goedkoper VSRAT systeem verworven voor gebruik door lichte gevechtseenheden en ondersteunende eenheden. Dit systeem wordt verworven voor breed gebruik binnen de krijgsmacht. Ten derde wordt een nieuw MOTS SRAT systeem verworven dat wordt ingedeeld bij gevechtseenheden. Ten vierde is een toekomstig SRAT systeem nodig dat opgewassen is tegen voertuigen met moderne APS. Het vierde systeem wordt later verworven en eerst wordt samen met Duitsland een onderzoek uitgevoerd.

De kwantitatieve omvang van de SRAT capaciteit berust op de meest veeleisende inzetdoelstelling volgens de Defensienota 2018: de kortdurende inzet van een samengestelde taakgroep van brigadeomvang voor de duur van maximaal één jaar.

Financiële aspecten

Het benodigde projectvolume wordt geraamd tussen de 100 miljoen en 250 miljoen euro (prijspeil 2020). Deze investering, inclusief het verschil in exploitatiekosten ten opzichte van de huidige situatie, komt ten laste van het investeringsbudget van Defensie. Het risico voor de verwerving van het eenvoudige, lichte VSRAT systeem is laag aangezien de VSRAT capaciteit een MOTS product moet zijn. Dit geldt eveneens voor het MOTS SRAT systeem. Het SRAT systeem dat tegen APS opgewassen moet zijn, kent een hoger risico. Daarom wordt eerst met Duitsland een onderzoek uitgevoerd naar deze capaciteit. Voor zowel het onderzoek als de verwerving van deze toekomstige capaciteit is investeringsbudget gereserveerd.

Vooruitblik

Het project wordt uitgevoerd in de periode van 2021 tot en met 2027. Naar verwachting ontvangt Defensie de eerste systemen in 2024. De financiële omvang van dit project bedraagt meer dan 100 miljoen euro. Omdat het project eenvoudig is en het een laag risicoprofiel heeft, ben ik voornemens de Defensie Materieel Organisatie te mandateren het project uit te voeren.

Uw Kamer zal over de voortgang van dit project worden geïnformeerd via de begroting van het Defensiematerieelbegrotingsfonds, het jaarverslag en het Defensieprojectenoverzicht. Vanwege de naderende technische veroudering is Defensie voornemens om, na parlementaire behandeling, in 2021 verplichtingen aan te gaan. Daarom verzoek ik u spoedige behandeling van deze brief te bezien.

De Staatssecretaris van Defensie, B. Visser

Naar boven