Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 mei 2018
Inleiding
Met deze A-brief informeer ik u over de behoeftestelling van het project «Vervanging
127 mm kanon Luchtverdedigings- en Commandofregatten». De kanons van deze LC-fregatten
zijn inmiddels gemiddeld 50 jaar oud en daarmee is de technische en operationele levensduur
ruim verstreken. Zoals uiteengezet in de brieven van 21 juni en 16 december 2016 is
modificatie van het kanon geen optie en is vervanging noodzakelijk (Kamerstuk 27 830, nrs. 174 en 195). De vervanging van de 127 mm kanons maakt deel uit van het investeringsprogramma
van de «Defensienota 2018 – Investeren in onze mensen, slagkracht en zichtbaarheid»
(Kamerstuk 34 919, nr. 1).
Behoefte
Defensie beschikt over vier LC-fregatten die elk zijn voorzien van een 127 mm kanon.
Fregatten zijn veelzijdig inzetbare marineschepen en vormen de ruggengraat van de
oppervlaktevloot. Behalve voor maritieme gevechtsoperaties is het LC-fregat ook geschikt
voor andere taken. Het kan bijvoorbeeld gaan om maritieme veiligheidsoperaties zoals
kustwachttaken en de bestrijding van terrorisme, drugssmokkel en piraterij, en maritieme
assistentietaken zoals noodhulp of evacuaties. De LC-fregatten zijn daartoe uitgerust
met gelaagde sensor-, wapen- en commandosystemen voor de inzet op de korte, middellange
en lange afstand. Het 127 mm kanon vormt hiervan een belangrijk onderdeel en bestrijkt
het gebied tussen kleinkaliberwapens en raketsystemen. Het kanon kan doelen op zee
aanvallen of tot stoppen dwingen. Ook kan het kanon doelen op het land beschieten
ter ondersteuning van amfibische en landoperaties.
Bij de bouw van de LC-fregatten, rond de eeuwwisseling, zijn gebruikte kanons geïnstalleerd.
Deze kanons zijn nu gemiddeld 50 jaar oud. De technische en operationele levensduur
van 30 jaar is daarmee ver overschreden. Te vaak zijn de kanons door technische problemen
niet inzetbaar. Daarnaast vergt het kanon zowel aan boord als aan de wal veel onderhoud,
terwijl sommige onderdelen niet langer verkrijgbaar zijn. Verder voldoen het kanon,
het munitieopvoersysteem en de munitiebergplaats op het schip niet meer aan de arboeisen.
Een modificatie van het kanon door middel van een instandhoudingsprogramma is niet
zinvol. Gezien de leeftijd van de kanons zullen zich regelmatig defecten blijven voordoen.
De beschikbaarheid van reservedelen zal steeds slechter worden. Daarnaast zou een
instandhoudingsprogramma zeer kostbaar en dus ondoelmatig zijn. Defensie kiest daarom
voor een vervanging van het kanonsysteem. De behoefte bestaat uit vier operationele
kanonsystemen voor de vier LC-fregatten met bijbehorend munitieopvoersysteem, en de
aanpassing van de munitiebergplaats aan boord.
Internationale samenwerking
In het vervolg van dit project worden de mogelijkheden onderzocht voor samenwerking
met andere landen. Dit kan voordelen opleveren op de gebieden van verwerving, onderhoud
en opleidingen. Denkbaar is een onderhoudsconcept waarbij de kanons van Nederland
en een of meer partnerlanden gezamenlijk worden onderhouden. Mogelijke samenwerkingspartners
zijn onder andere Denemarken, Duitsland, Italië, en het Verenigd Koninkrijk.
Gerelateerde projecten
Het project heeft relaties met onder andere het project «Instandhoudingsprogramma
Luchtverdedigings- en Commandofregatten» en het project «Vervanging M-fregatten».
Kenmerken
Het vervangende kanon moet geschikt zijn voor de inzet tegen doelen op zee en op het
land. Meerdere typen munitie moeten kunnen worden afgevuurd, waaronder in de toekomst
ook precisiegeleide munitie.
Financiële aspecten
Met het project «Vervanging 127 mm kanon LCF» is een investering gemoeid tussen de
€ 100 miljoen en € 250 miljoen. Dit bedrag komt in de periode 2018 tot en met 2023
ten laste van het investeringsbudget van Defensie. De bijgaande vertrouwelijke brief
(Kamerstuk 27 830, nr. 219) bevat nadere financiële en operationele informatie over dit project.
Vooruitblik
Het project «Vervanging 127 mm kanon Luchtverdedigings- en Commandofregatten» heeft
een financiële omvang van meer dan € 100 miljoen. Het betreft echter een relatief
eenvoudig project met slechts een beperkt aantal mogelijke aanbieders, en er is geen
sprake van een groot risico. Ik ben daarom voornemens de Defensie Materieel Organisatie
te mandateren het project uit te voeren. De Kamer zal over de voortgang van dit project
worden geïnformeerd via de begroting, het departementale jaarverslag en het Materieelprojectenoverzicht.
De Staatssecretaris van Defensie,
B. Visser