27 638
Herplaatsing aandelen TNT Post Groep N.V. (TPG)

nr. 5
VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 25 oktober 2005

Binnen de vaste commissie voor Financiën1 hebben enkele fracties de behoefte om over de brief van de minister van Financiën d.d. 25 juli 2005 (Kamerstuk 27 638, nr. 4) inzake de herplaatsing van de aandelen TNT N.V., enkele vragen en opmerkingen voor te leggen.

Bij brief van 24 oktober 2005 heeft de minister deze beantwoord. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.

De voorzitter van de commissie,

Tichelaar

De adjunct-griffier van de commissie,

Vente

I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Inleiding

De leden van de fracties van het CDA, de PvdA en de VVD hebben kennisgenomen van de brief van de minister van Financiën d.d. 25 juli 2005 inzake de herplaatsing van de aandelen TNT N.V.

Verkoop aandelen

Is het waar, zo vragen de leden van de fractie van de PvdA, dat in de afspraken die in 2001 met de Tweede Kamer zijn gemaakt, ook als criterium is afgesproken dat er gunstige marktomstandigheden moeten zijn? Is het waar dat de AEX-index nu ca. 400 beloopt en in 2000 ca. 700? Is het waar dat iedere piek na de Tweede Wereldoorlog uiteindelijk altijd weer geëvenaard is? Waarom verkoopt u dan toch op dit moment, onder suboptimale omstandigheden, aandelen in «onderwaterstand»?

Heeft de aandelenverkoop plaatsgevonden op verzoek van de directie van TNT Post Groep N.V.?

Deze leden vragen de regering nader in te gaan op het negatieve effect op de beurskoers als de Staat als aandeelhouder «uitstapt»? Waarom wordt kennelijk een verschil gezien tussen de situatie waarbij het overheidsaandeel wordt afgebouwd van 19% naar 10% en de situatie waarbij het aandeel van 10% verder zou worden afgebouwd?

Is het waar, zo vragen genoemde leden, dat de Staat tot en met september 2004 35% van de aandelen had? Is het waar dat de Staat met deze 35% de facto de meerderheid (van de daadwerkelijk aanwezige stemmen) in de aandeelhoudersvergadering had?

Waarom is die aandelenverkoop, die dus een substantiële wijziging in de zeggenschapsverhoudingen teweegbracht, nooit fatsoenlijk besproken met de Tweede Kamer? Waarom bleek zelfs de minister van Economische Zaken tijdens het Algemeen Overleg met de Tweede Kamer in juni 2004 niet op de hoogte te zijn van de aanstaande aandelenverkoop?

De leden van de VVD-fractie merken op dat in de brief van 25 juli wordt gesproken over een competitief biedingsproces waar uiteindelijk ABN-Amro Rotschild en Citigroup zich bereid hebben getoond de genoemde aandelen te herplaatsen en de Staat een minimumopbrengst te garanderen. Hieruit valt op te maken dat er nog andere partijen waren die geïnteresseerd waren. Wat heeft geleid tot de keuze voor ABN-Citigroup?

Comptabiliteitswet

Waarom voorziet de Comptabiliteitswet alleen in een meldingsprocedure achteraf bij aandelenvervreemding? Is het waar, zo vragen de leden van de PvdA-fractie, dat bij het nemen van een nieuwe deelneming wel parlementaire goedkeuring vereist is? Deelt u de mening dat de Comptabiliteitswet aangepast zou moeten worden, en belangrijke aandelenvervreemdingen, bij organisaties waaraan belangrijke publieke belangen zijn verbonden, en die leiden tot substantiële wijzigingen in de zeggenschapsverhoudingen, vooraf goedgekeurd moeten worden door het parlement?

Fonds Economische Structuurversterking

De leden van de CDA-fractie zijn blij, met het oog op de komende vergrijzing, dat de gelden, die vrijgekomen zijn bij de herplaatsing van deze aandelen, gebruikt zijn voor het aflossen van de staatsschuld en het Fonds Economisch Structuurversterking (hierna: FES).

De leden van de fractie van de PvdA vragen hoeveel het geraamde verschil tussen de jaarlijkse rentevrijval en het gederfde dividend bedraagt, en dus de jaarlijkse FES-voeding als gevolg van deze aandelenverkoop?

Opbrengst

Hoeveel geld is deze vier jaar ingeboekt voor privatiseringen en hoeveel geld heeft vervreemding van aandelen tot nu opgebracht? Welke financiële taakstelling bestaat er nu dus nog voor de resterende kabinetsperiode, zo vragen de leden van de fractie van het CDA?

Bijzonder aandeel

De leden van de CDA-fractie lezen in bovengenoemde brief dat de ministers van Financiën en Economische Zaken zullen overleggen over een mogelijke vervreemding van het «bijzonder aandeel» TNT, maar dat dit nu niet aan de orde zal zijn.

Kan de minister van Financiën – in overleg met de minister van Economische Zaken – aangeven welke belangen nu geborgd worden met het bijzondere aandeel TNT en onder welke omstandigheden in de postmarkt de staat afstand wil doen van dit bijzonder aandeel?

Kan de minister van Financiën toezeggen dat een voorstel tot afstand doen de tweede kamer zal bereiken, voordat daadwerkelijk afstand gedaan zal worden van dit aandeel?

De leden van de fractie van de PvdA vragen welke publieke belangen nog verankerd moeten worden in wet- en regelgeving? Deelt de minister van Financiën de mening dat pas enige jaren na de liberalisering van de postmarkt in 2009, sprake zal zijn van een uitgekristalliseerde situatie, en zeker tot dan het bijzonder aandeel niet opgegeven kan worden?

Kunt u een overzicht geven van de bevoegdheden die de regering ontleent aan het bijzonder aandeel bij TNT Post Groep N.V. en bij KPN?

In welke andere bedrijven is een bijzonder aandeel, bijzondere overheidscommissaris of overheidsbestuurder wenselijk?

De leden van de VVD-fractie vragen welke bezwaren er zijn, naar het inzicht van de minister van Financiën, tegen een eventuele vervreemding van het resterende staatsbelang van 10% in TNT?

Heeft de minister van Financiën reeds overleg gevoerd met de minister van Economische Zaken over het publieke belang dat met het bijzonder aandeel van de Staat samenhangt? Zo ja, wat was het resultaat van dit overleg, zo nee, wanneer vindt dit overleg plaats?

II Reactie van de staatssecretaris

In antwoord op vragen van de vaste kamercommissie van Financiën over de laatste vervreemding van aandelen TNT N.V. (TNT)1, kan ik u het volgende berichten:

Verkoop aandelen

De leden van de fractie van de PvdA vragen zich af of de markomstandigheden voor een verkoop in juli dit jaar wel optimaal waren. Zij verwijzen hierbij naar de brief uit 20012, waarin werd aangekondigd, dat het aandelenbelang in TNT teruggebracht zou worden tot 10%.

Allereerst wil ik opmerken, dat «optimale marktomstandigheden» niet een term is, die uitgelegd zou moeten worden als «maximale opbrengst». Het is onmogelijk het moment te bepalen waarop een aandeel de hoogste koers heeft bereikt.

Optimale marktomstandigheden betekent wel dat er een gunstige stand is van factoren die het succes van een plaatsing bepalen. Dit heeft bijvoorbeeld te maken met stabiliteit in de aandelenmarkt, de situatie binnen de sector en binnen de onderneming zelf. Er zijn dus andere factoren relevant bij het bepalen van een verkoopmoment dan de stand van de AEX-index. Daarbij vallen de pieken van de AEX-index ook niet noodzakelijkerwijs direct samen met de pieken in het koersverloop van TNT.

De verkoop heeft, in antwoord op de desbetreffende vraag, niet plaatsgevonden op verzoek van de directie van TNT.

Voorts vragen de leden van de PvdA-fractie naar de bescherming die het bijzonder aandeel biedt ten aanzien van het financiële belang van de Staat in TNT en het verschil tussen een 19%-belang en een 10%-belang.

Aan ieder aandelenbelang is een koersrisico verbonden. Gelet op de verhandelbaarheid van een 10%-belang zie ik geen reden om, vanuit financieel oogpunt, een bijzondere bescherming nog langer in stand te houden.

De verhandelbaarheid van een 10%-belang is groter dan van een 19%-belang, omdat het om een kleiner pakket gaat. Dit betekent dat de Staat thans de optie heeft om, indien daartoe aanleiding is, op korte termijn alle resterende aandelen te vervreemden zonder een substantiële (negatieve) impact op de beurskoers. Een 19%-belang is normaliter niet in één keer te vervreemden zonder markteffecten, in de zin dat door de substantiële toename van het aanbod van aandelen de beurskoers onder druk komt te staan.

Ten aanzien van de zeggenschapsverhoudingen kan ik bevestigen dat de Staat met een substantieel minderheidsbelang in de praktijk een meerderheidspositie innam bij aandeelhoudersvergaderingen. Ik betreur een lage opkomst bij aandeelhoudersvergaderingen en ben blij dat nieuwe initiatieven ontplooid worden om de opkomst te verhogen, zoals stemmen op afstand. TNT zet zich actief in om de opkomst bij aandeelhoudersvergaderingen te vergroten.

Voor wat betreft de zeggenschap van de Staat in TNT dient echter de juridische en formele verhouding leidend te zijn. Immers, opkomst is onvoorspelbaar en biedt vooraf geen garanties op het gebied van effectieve zeggenschap.

De Staat bezat van maart 2001 tot september 2004 een belang van ongeveer 35% in TNT. In september 2004 is het belang teruggebracht tot ongeveer 19%, in juli van dit jaar tot ongeveer 10%.

Op 10 april 2001 is het verder terugbrengen van het belang van de Staat in TNT naar 10% met de Tweede Kamer besproken. Tot dat moment had het kabinet aangegeven een minimumbelang van 33⅓% aan te houden. De Minister van Economische Zaken was van het principebesluit tot vermindering tot 10% op de hoogte, maar niet van het exacte moment en de technische manier van de uitvoering, welke valt onder het beleidsterrein van de Minister van Financiën.

Het doorslaggevende element voor de keuze van ABN Amro-Rothschild en Citigroup was de opbrengst die zij de Staat garandeerden. Deze was hoger dan de opbrengstgarantie van andere banken.

Comptabiliteitswet

Uit de parlementaire geschiedenis bij de totstandkoming van de Comptabiliteitswet valt het volgende te herleiden over de meldingsprocedure achteraf bij aandelenvervreemding: «Ten aanzien van het afstoten van deelnemingen met overwegend een financieringsdoel kan worden opgemerkt dat dit inherent is aan het tijdelijk karakter van dergelijke deelnemingen en dat het afstoten daarvan doorgaans dan ook zal berusten op overeenstemming met alle betrokkenen. De belangrijkste vraag bij afstoten is hoe dit optimaal kan geschieden. Daarbij is van belang dat in dergelijke gevallen de Staat zich bevindt in een onderhandelingspositie met derden. De Staat dient dan te streven naar het verkrijgen van een goede prijs voor de af te stoten deelneming, terwijl randvoorwaarden zowel voor de staat als voor derden aanvaardbaar zullen dienen te zijn. Het is duidelijk dat voorkennis in ruime kring een negatieve druk op de prijsvorming kan hebben. Voor een meldingsplicht vooraf zijn de ondergetekenden dan ook niet geporteerd. Tegen een melding achteraf aan het parlement bestaat evenwel geen bezwaar.»

Ik sluit mij bij het bovenstaande aan en ben niet van mening dat de Comptabiliteitswet op het punt van aandelenvervreemding veranderd zou moeten worden. Ten aanzien van veel transacties geldt dat voor een zakelijk en financieel verantwoorde transactie vertrouwelijkheid, snelheid en handelingsvrijheid geboden is. Deze elementen zijn bij vrijwel iedere verkooptransactie door de Staat noodzakelijk om zoveel mogelijk op de marktomstandigheden in te kunnen spelen. Indien aan deze elementen niet voldaan wordt, kan dat de belangen van zowel de Staat als van de betrokken onderneming schaden.

Bovenstaande elementen vergen beleids- en beslissingsruimte voor het Kabinet en past niet goed bij een voorafgaand parlementair traject, dat uit de aard der zaak een openbaar karakter heeft en enige tijd vergt. Een en ander laat onverlet dat over de verkoop achteraf verantwoording moet worden afgelegd en dat de verantwoordelijke minister hierop volledig aanspreekbaar is.

In de praktijk worden overigens de voornemens tot privatisering jaarlijks besproken met de Tweede Kamer. Ook de door mij geïnitieerde deelnemingenevaluatie draagt hieraan bij. Om uw Kamer dichter bij de overwegingen rond het aandeelhouderschap in staatsdeelnemingen te betrekken, is immers door mij toegezegd jaarlijks een aantal staatsdeelnemingen te evalueren. Deze evaluaties worden toegezonden aan de Tweede Kamer. Wij hebben hierover eerder dit jaar gesproken. Ik streef ernaar iedere staatsdeelneming eens per vijf jaar te evalueren.

Fonds Economische Structuurversterking

Het geraamde verschil tussen de jaarlijkse rentevrijval en het gederfde dividend bedraagt ongeveer € 5 mln. per jaar.

Opbrengst

Ik wil benadrukken dat de vervreemding van aandelen TNT niet het gevolg is van een bepaalde taakstelling. Aandelenvervreemding is een gevolg van de constatering dat aandelenparticipatie geen publiek doel (meer) dient. De overheid is geen belegger en uit oogpunt van doelmatig gebruik van middelen is vervreemding op dat moment een voor de hand liggende keuze.

Bijzonder Aandeel

In 2003 is uw Kamer voor het laatst uitgebreid geïnformeerd over de bijzondere aandelen die de Staat houdt in KPN en TNT1. Door het terugbrengen van het belang van de Staat in TNT tot 10% is de discussie rond het bijzonder aandeel opnieuw relevant geworden. Zoals eerder in deze brief aangegeven is het financiële argument immers geen goede rechtvaardigingsgrond meer.

Het overleg met Economische Zaken over TNT is inmiddels gestart. Ik wil nu niet op eventuele conclusies van deze besprekingen vooruitlopen, maar streef ernaar uw Kamer op korte termijn, na afstemming met de Minister van Economische Zaken, een gefundeerd standpunt kenbaar te maken.

Momenteel loopt een juridische procedure tegen de Nederlandse Staat over de bijzondere aandelen in KPN en TNT, aangespannen door de Europese Commissie. De Commissie kijkt uiterst kritisch naar het gebruik van een instrument als het bijzonder aandeel, omdat een dergelijk instrument naar haar mening in veel gevallen op gespannen voet staat met de artikelen 43 en 56 van het EG-verdrag, inzake resp. vrije vestiging en vrij kapitaalverkeer. Inmiddels heeft het Europese Hof de Commissie in verschillende procedures tegen lidstaten als het Portugal, Spanje en Italië in het gelijk gesteld.

Ondanks dat ik van mening ben dat de Staat op gerechtvaardigde gronden een bijzonder aandeel in TNT houdt, bestaat er een kans dat de Staat gedwongen wordt het bijzonder aandeel op te geven. Mocht dit zich voordoen, dan zal ik dat u onverwijld kenbaar maken.

De bevoegdheden rond het bijzonder aandeel zijn terug te vinden in het jaarverslag van TNT (p. 143) en KPN (p. 94). De bevoegdheden per onderneming zijn bijgevoegd.

Bij voornoemde brief over het bijzonder aandeel in KPN en TNT uit 2003 heb ik u ook melding gemaakt van mijn zienswijze op het instrument bijzonder aandeel in het algemeen. In deze brief wordt verwezen naar de nota deelnemingenbeleid2 waarin staat dat een bijzonder aandeel in bepaalde omstandigheden zijn diensten kan bewijzen, maar dat de toepassing ervan een uitzondering behoort te zijn. De Staat zal zich in beginsel terughoudend opstellen bij het verkrijgen van specifieke zeggenschapsbevoegdheden die hem in een sterkere positie plaatsen ten koste van medeaandeelhouder. Het is wenselijk dat nieuwe kapitaalverschaffers ook de bij hun belang behorende zeggenschap krijgen in de onderneming.

Ik sta nog steeds achter dit standpunt. Daarnaast noopt de eerder genoemde Europese context tot extra terughoudendheid of zorgvuldigheid in de toepassing van instrumenten als een bijzonder aandeel.

Nut en noodzaak van een Commissaris van Overheidswege is in de Tweede Kamer behandeld in april 2001. Toen is geconcludeerd het gebruik van een dergelijke figuur, waarbij een persoon zowel verantwoordelijk is ten opzichte van de onderneming als ten opzichte van de overheid, terug te brengen. Het wetsartikel, waarin voorheen de Commissaris van Overheidswege verankerd was, is dan ook geschrapt3.

Dit is in lijn met de nota deelnemingenbeleid die duidelijk weergeeft dat er een voorkeur bestaat voor borging van publieke belangen via wet- en regelgeving en afscheiding van de zakelijke verantwoordelijkheden.

Momenteel is vervreemding van de laatste 10% van de Staat in TNT niet aan de orde, omdat de Staat tot juli 2006 zich jegens de genoemde banken en de kopende partijen in juli jl. gebonden heeft geen verdere aandelen te verkopen. Ik blijf echter voorstander van volledige beëindiging van de aandeelhoudersrelatie tussen de Staat en TNT op termijn. Ik zal u te zijner tijd over mijn voornemens ten aanzien van het bijzonder aandeel en het resterende 10%-belang berichten.

Bevoegdheden van de Staat als houder van het bijzonder aandeel in KPN en TNT

KPN

De volgende besluiten vereisen de goedkeuring van de houder van het bijzonder aandeel:

– besluiten tot uitgifte van aandelen en / of tot beperking of uitsluiting van voorkeursrechten;

– besluiten van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders om de aanwijzing van de Raad van Bestuur als het bevoegd orgaan tot uitgifte van aandelen en tot beperking of uitsluiting van voorkeursrechten te verlengen;

– besluiten van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders om een ondernemingsorgaan aan te wijzen als het bevoegd orgaan tot uitgifte van aandelen;

– besluiten van de Raad van Bestuur tot verkrijging of vervreemding van eigen aandelen als dat meer dan 1% betreft van het geplaatste kapitaal aan gewone aandelen;

– besluiten van de Raad van Bestuur zoals genoemd in artikel 25.3.a van de statuten, dat wil zeggen tot uitoefening van het stemrecht in KPN Telecom B.V. over voorstellen betreffende de ontbinding van KPN Telecom B.V., fusie of splitsing van KPN Telecom B.V., verkrijging van aandelen KPN door KPN Telecom B.V., wijziging van de statuten van KPN Telecom B.V. voor wat betreft de bevoegdheden van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van KPN Telecom B.V. op een van de drie voornoemde gebieden, alsmede besluiten van de Raad van Bestuur tot het doen van investeringen die ertoe zullen leiden dat het eigen vermogen van KPN volgens de geconsolideerde balans onder dertig procent (30%) van het totale vermogen daalt;

– besluiten van de Raad van Bestuur tot uitkering van dividend op gewone aandelen niet in contanten, maar geheel of ten dele in aandelen;

– voorstellen van de Raad van Bestuur tot het doen van uitkeringen aan houders van gewone aandelen ten laste van het uitkeerbaar deel van het eigen vermogen;

– besluiten van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders of van de Raad van Bestur indien het betreft: fusie, splitsing of ontbinding van de onderneming en/of wijziging van de statuten met betrekking tot onder andere: een wijziging van de doelomschrijving terzake van de uitvoering van concessies of vergunningen (art. 4), het maatschappelijk kapitaal en de soorten aandelen of winstbewijzen of andere vennootschappelijke rechten die aanspraak geven op resultaat en/of vermogen van de vennootschap of de intrekking van het bijzonder aandeel of de preferente aandelen B (art. 5), een uitkering in aandelen en ten laste van de reserves voor zover het de goedkeuring van de houder van het bijzonder aandeel betreft (art. 36), de overdracht van het bijzonder aandeel (art. 17), andere wijzigingen die afbreuk doen aan, nadeel toebrengen aan of strijdig zijn met de statutaire rechten verbonden aan het bijzonder aandeel zoals de goedkeuringsrechten die hierboven zijn opgesomd en de wijziging van artikelen 47 lid 2 waarin de wijzigingen zijn opgesomd die de goedkeuring van de houder van het bijzonder aandeel behoeven.

TNT

Ownership of the special share gives the State the right to approve certain actions, including:

– issuing shares in our capital

– restrictions on or exclusions of the pre-emptive rights of holders of our ordinary shares;

– mergers, demergers and dissolutions with respect to us and Royal TPG Post B.V.;

– certain capital expenditures;

– certain dividends and distributions; and

– certain amendments to our articles of association and the articles of association of TPG Post B.V., including any amendments to the articles of association with respect to

– a modification of the objects clause that relates to performance of the concession obligation,

– the creation of new classes of shares, profit sharing certificates or other securities entitling the holder thereof to the earnings and/or shareholders' equity of the company,

– the cancellation of the special share,

– the cancellation of the preference shares B,

– the transfer of the special share, and

– the amendment of the rights attached to the special share.


XNoot
1

Samenstelling: Leden: Van der Vlies (SGP), Crone (PvdA), Bakker (D66), Hofstra (VVD), De Haan (CDA), Bussemaker (PvdA), Vendrik (GL), Halsema (GL), Kant (SP), Blok (VVD), Ten Hoopen (CDA), Ondervoorzitter, Smits (PvdA), De Pater-van der Meer (CDA), Van As (LPF), Tichelaar (PvdA), Voorzitter, Koopmans (CDA), Van Vroonhoven-Kok (CDA), Varela (LPF), De Nerée tot Babberich (CDA), Koomen (CDA), Fierens (PvdA), Aptroot (VVD), Smeets (PvdA), Heemskerk (PvdA), Dezentjé Hamming-Bluemink (VVD), Van Egerschot (VVD) en Irrgang (SP).

Plv. leden: Rouvoet (CU), Koenders (PvdA), Dittrich (D66), Balemans (VVD), Kortenhorst (CDA), Vacature (PvdA), Duyvendak (GL), Van Gent (GL), Vacature (algemeen), De Krom (VVD), Atsma (CDA), Dijsselbloem (PvdA), Omtzigt (CDA), Eerdmans (LPF), Noorman-den Uyl (PvdA), Mosterd (CDA), De Vries (CDA), Hermans (LPF), Mastwijk (CDA), Rambocus (CDA), Stuurman (PvdA), Luchtenveld (VVD), Blom (PvdA), Douma (PvdA), De Vries (VVD), Van Beek (VVD) en Gerkens (SP).

XNoot
1

Kamerstuk 2005–2006 vra2005fin-10.

XNoot
2

Kamerstuk 2000–2001 27 638, nr. 1.

XNoot
1

Kamerstuk 2002–2003, 28 165, nr. 8.

XNoot
2

Kamerstuk 2000–2001, 28 165, nr. 2.

XNoot
3

Burgerlijk wetboek 2, voormalig artikel 161, lid 4.

Naar boven