27 638
Herplaatsing aandelen TNT Post Groep N.V. (TPG)

nr. 3
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 oktober 2004

Op 29 september heeft een verkoop plaatsgevonden van een pakket aandelen gehouden door de Staat der Nederlanden in TPG N.V. (TPG). Onderdeel van de verkoop was een transactie met TPG. Op grond van artikel 34 lid 8 Comptabiliteitswet doe ik u hierbij verslag van deze verkoop.

Achtergrond

Volgend op de vorige transactie van de Staat in aandelen TPG in maart 2001, heb ik Uw Kamer indertijd geïnformeerd over het voornemen van het kabinet om het aandelenbelang in TPG gefaseerd terug te brengen tot 10% van het totale aandelenkapitaal. Daarbij werd tevens vermeld dat bij de invulling van vervolgstappen een zakelijke opstelling zou worden gekozen. Hierbij werden specifiek de volgende factoren geïdentificeerd: marktomstandigheden, de financiële belangen van de Staat en de gerechtvaardigde belangen van alle betrokkenen, inclusief TPG.

Sinds 2001 was plaatsing van een volgende tranche aandelen lange tijd niet mogelijk. Dit vond zijn oorzaak in een uitvoerig debat over de beleidsmatige inrichting van de Nederlandse postmarkt. Dit debat ving kort na de transactie aan met een verkennend onderzoek naar het tariefbeheersingsysteem, dat toeziet op de door TPG gehanteerde tarieven voor postdiensten. Volgend op de discussie over de posttarieven in 2002 zond de minister van Economische Zaken begin dit jaar aan Uw Kamer zijn visie op de ontwikkelingen in de postmarkt (kamerstuk 29 502, nr. 1). Tijdens de behandeling van deze postvisie verzocht Uw Kamer om achtergrondinformatie, welke medio september naar Uw Kamer is verzonden door de minister van Economische Zaken. Het kabinet heeft het vertrouwen dat nu duidelijkheid is gecreëerd over de inzet van het kabinet ten aanzien van het liberaliseringproces van de postmarkt in de komende jaren.

TPG heeft in 2003 en 2004 meermalen aangegeven onverminderd positief te staan ten opzichte van een reductie van het belang van de Staat en hier zelfs een bijdrage aan te willen leveren door middel van rechtstreekse inkoop van aandelen. Deze houding werd met name ingegeven door geluiden uit de markt dat het voornemen van de Staat om op termijn het belang verder af te bouwen (en daarmee op het moment van verkoop het aanbod van vrij verhandelbare aandelen relatief sterk te vergroten) drukte op de koers van het aandeel.

In september 2004 waren de omstandigheden voor een plaatsing voor het eerst sinds lange tijd gunstig. Medewerkers van het ministerie van Financiën, ondersteund door een financieel adviseur, Goldman Sachs International, en een juridisch adviseur, De Brauw Blackstone Westbroek, hebben daarom voorbereidingen getroffen voor afstoting van een deel van het aandelenpakket. Het aandeel TPG handelde de dagen voorafgaand aan de transactie op het hoogste punt van de afgelopen 2 jaar. Dit volgde op positief nieuws over de onderneming, hetgeen zich vertaalde in een oplopende aandelenkoers. De geluiden uit de markt over een eventuele transactie door de Staat waren positief, maar een transactie op korte termijn werd niet verwacht. De Staat heeft hierdoor gebruik kunnen maken van een klein «verrassingseffect». Zogenaamde hedge funds hadden weinig kans vlak voor de verkoop door de Staat de koers negatief te beïnvloeden, waardoor de aandelen voor een goede prijs zijn verkocht.

Structuur van de transactie

In een competitief biedingsproces op dinsdagavond 28 september heeft uiteindelijk ABN Amro Rothschild zich bereid getoond een pakket van 57 miljoen aandelen te plaatsen bij internationale institutionele beleggers en daarbij de Staat een opbrengst te garanderen van € 19,74 per aandeel. Dit bedrag was gelijk aan de slotkoers van het aandeel op die dag. Tevens werd met TPG overeengekomen dat de onderneming 20,7 miljoen aandelen van de Staat zou afnemen tegen dezelfde prijs. Deze inkoop was een belangrijke steun voor het slagen van de transactie. In totaal heeft de Staat dus 77,7 mln aandelen verkocht, waarmee het resterende aandelenpakket na de afwikkeling van de transacties uitkomt op ongeveer 89,4 mln, ofwel 18,6% van het geplaatste aandelenkapitaal.

De transacties zijn op dit moment grotendeels afgerond en de aandelen zijn aan ABN Amro overgedragen. Het orderboek, waarin institutionele beleggers interesse kunnen tonen in aandelen TPG werd op woensdag 29 september door ABN Amro zowel geopend als gesloten. Van de 20,7 mln aandelen die door TPG ingekocht zijn, zijn 7,6 mln aandelen inmiddels overgedragen. Een pakket van 13,1 mln aandelen zal in januari 2005 aan TPG geleverd worden en betaling van deze tranche zal alsdan plaatsvinden.

Aanwending van de opbrengst en vervolgtraject

De opbrengst van de verkoop, circa € 1,53 mld, zal, na aftrek van de met de transactie gemoeide kosten, verwerkt worden conform de FES-wet. De netto-opbrengst wordt aangewend om de Staatsschuld af te lossen. Het verschil tussen de rentevrijval door het aflossen van de Staatsschuld en het geraamde dividend zal structureel aangewend worden ter realisering van eerder opgenomen taakstellingen voor het Fonds Economische Structuurversterking.

Als onderdeel van de transactie heeft de Staat aangegeven de komende 180 dagen geen transactie in aandelen TPG te plegen. Voor de periode daarna blijf ik streven naar vermindering van het aandelenpakket tot een belang van 10%. Mijn uitgangspunten voor eventuele vervolgstappen blijven dezelfde als voor deze transactie.

Het lijkt mij ten slotte opportuun nu de wenselijkheid van het aanhouden van een langdurig belang van 10% kritisch tegen het licht te houden. Ik zal mijn bevindingen terzake afstemmen met de minister van Economische Zaken. Uw Kamer zal in de uiteindelijke besluitvorming hierover betrokken worden. Het kabinetsstandpunt ten aanzien van het bijzonder aandeel verandert vooralsnog niet. Dit dient ter bescherming van zowel het nog aanzienlijke financiële belang alsook van het publieke belang bij de financiële soliditeit van de houder van de Postconcessie. Veranderingen daarin dienen dan ook samen te hangen met de wijze waarop adequate verankering van publieke belangen in wet- en regelgeving in een liberaliserende markt wordt vormgegeven.

De Minister van Financiën,

G. Zalm

Naar boven