27 625 Waterbeleid

Nr. 509 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 juli 2020

Met deze brief informeer ik u over de stand van zaken van de huidige droogteperiode en over het feit dat de Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW) is overgegaan naar niveau 0 («normaal waterbeheer»).

Actuele stand van zaken

De aanzienlijke hoeveelheid neerslag van de afgelopen weken heeft voor verlichting gezorgd in grote delen van het land. Door de neerslag van de afgelopen periode is het neerslagtekort gestabiliseerd (momenteel 183 mm).

Op dit moment is de afvoer van de Rijn bij Lobith rond de 1.700 m3/s. Dit is ruim boven het LCW-criterium van juli1 (1.200 m3/s). De komende twee weken zal de afvoer langzaam dalen tot 1400 – 1.600 m3/s, de kans is echter klein dat de afvoer bij Lobith onder het LCW-criterium van juli komt. De 3-daagse gemiddelde afvoer van de Maas te St. Pieter ligt rond de 50 m3/s, een niveau dat vanaf eind mei relatief stabiel is. Voor de Maas is de kans klein dat de afvoer bij St. Pieter onder het LCW-criterium komt (3-daagse gemiddelde van 25 m3/s). De Rijn en de Maas voeren nu en naar verwachting ook de komende weken voldoende water aan om aan de watervraag te voldoen in de gebieden waar aanvoer van rivierwater mogelijk is. Dit betekent dat:

  • er geen belemmeringen zijn voor de scheepvaart;

  • het effect op de verzilting of de waterkwaliteit op dit moment beperkt is;

  • het neerslagtekort vooralsnog geen impact heeft op de drinkwatervoorziening of andere nutsvoorzieningen. De oproep van de sector aan gebruikers blijft echter wel om bewust om te gaan met drinkwater.

De aanzienlijke hoeveelheid neerslag is ook terug te zien in een (voorzichtig) herstel van de grondwaterstanden. Op dit moment verschilt de grondwatersituatie regionaal sterk. De standen variëren van zeer laag tot bovengemiddeld voor de tijd van het jaar. De effecten van de droogte zijn het duidelijkst merkbaar op de hoge zandgronden in Oost- en Zuid-Nederland en in delen van Zeeland en dan met name in de landbouw en natuur. Dit komt omdat de aanvoer van rivierwater naar deze gebieden niet mogelijk is. Door waterschappen en Rijkswaterstaat zijn de waterpeilen opgezet tot aan of boven het zomerpeil om aan de watervraag van de landbouw (groeiseizoen) en natuur te kunnen voldoen.

Niveau 0 «normaal waterbeheer»

Met mijn brief van 27 mei 20202 heb ik uw Kamer geïnformeerd over het feit dat de LCW per 25 mei 2020 officieel opgeschaald was naar niveau 1 «dreigend watertekort». Doordat er de laatste weken meer dan gemiddeld neerslag is gevallen en de afvoeren van de rivieren voldoende zijn, is er geen landelijk dreigend watertekort meer. Daarom is de LCW vanaf 8 juli 2020 overgegaan naar niveau 0 (normaal waterbeheer). Dit betekent niet dat de droogteperiode voorbij is, vanuit de reguliere taken blijft monitoring en afstemming plaatsvinden.

Tot slot

Afhankelijk van de weersomstandigheden kan het neerslagtekort weer toenemen. Het Water Management Centrum Nederland (WMCN) monitort de situatie nauwlettend. De waterschappen en Rijkswaterstaat blijven – waar nodig – maatregelen nemen zoals het opzetten van waterpeilen, het vasthouden van water, het regionaal instellen van beregeningsverboden en het inspecteren van droogtegevoelige kaden. Tevens zal de LCW periodiek de droogtemonitor blijven uitbrengen.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga


X Noot
1

Het LCW-criterium voor de aanvoer van de Rijn is maandafhankelijk en varieert van 1.000 m3/s tot 1.400 m3/s.

X Noot
2

Kamerstuk 27 625, nr. 499

Naar boven