27 549
Regels met betrekking tot de positionering van de reïntegratiediensten van de Arbeidsvoorzieningsorganisatie (Wet verzelfstandiging reïntegratiediensten Arbeidsvoorzieningsorganisatie)

nr. 10
NADER VERSLAG

Vastgesteld 12 oktober 2001

De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid1 heeft, na kennisneming van de nota naar aanleiding van het verslag en van de bevindingen van een extern onderzoek dat in opdracht van de Tweede Kamer is verricht2, nog behoefte nadere vragen en opmerkingen aan de regering voor te leggen. Onder het voorbehoud dat deze genoegzaam zullen zijn beantwoord, acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel genoegzaam voorbereid.

1. Inleiding

De leden van de PvdA-fractie zijn verheugd dat de feitelijke verzelfstandiging van het bedrijf KLIQ nu aanstaande is. Zij menen dat een snelle effectuering in het belang van het bedrijf van groot belang is en willen daaraan graag bijdragen. Deze leden hebben nog enkele vragen naar aanleiding van onderzoek dat door KPMG is verricht naar de verzelfstandiging van de reïntegratiepoot van Arbeidsvoorziening. Ook stellen deze leden vragen over de nota van wijziging over de verwerking van gegevens.

De leden van de fractie van de VVD hebben met belangstelling kennisgenomen van de nota naar aanleiding van het verslag op dit wetsvoorstel. Daarnaast ontvingen deze leden van de zijde van de regering diverse brieven, waaronder meest recentelijk een actueel overzicht met betrekking tot NV KLIQ (brief van 5 oktober 2001, Kamerstuk 27 549, nr. 9). Ook hebben deze leden inmiddels kennis kunnen nemen van het door KPMG in opdracht van de Tweede Kamer uitgebrachte onderzoeksrapport.

Deze leden constateren dat sinds het tijdstip waarop het verslag over dit wetsvoorstel werd ingediend over een aantal zaken meer helderheid is gekomen. Zo waarderen deze leden het dat de regering inmiddels een bestuurswijziging heeft doorgevoerd bij Arbeidsvoorziening. Daarmee zijn veel door deze leden in het verslag geconstateerde problemen met betrekking tot de bestuurlijke afhankelijkheid van de NV KLIQ ondervangen. Ook met betrekking tot het voorgestelde overgangsregime is inmiddels duidelijkheid doordat de Invoeringswet structuur invoeringsorganisatie werk en inkomen (SUWI) op dit punt werd gewijzigd.

De leden van de VVD-fractie waarderen de inzet van de bestuurders van de NV KLIQ. Zij zijn het eens met de door hen ingezette ingrijpende afslankingsoperatie. Dat er verschillende werkmaatschappijen zijn opgericht achten deze leden verstandig. Het maakt de KLIQ Groep minder kwetsbaar temeer daar deze werkmaatschappijen dichter bij de klantgroepen gepositioneerd kunnen worden en het management daarbij per groep resultaatverantwoordelijkheid zal dragen. Deze leden achten dit bovendien verstandig omdat hierdoor in de toekomst wellicht onderdelen van deze KLIQ Groep voor andere vormen van samenwerking c.q. fusies en/of overname door anderen makkelijker mogelijk lijkt te worden. Deelt de regering deze visie?

De leden van de CDA-fractie onderschrijven het doel van de wet, te weten het privatiseren van het reïntegratiebedrijf KLIQ. Dienstverlening in de markt, gericht op het reïntegreren van moeilijk plaatsbare werkzoekenden en arbeidsgehandicapten, moet worden aangemoedigd. Dit mag echter niet ten koste gaan van de zwakkeren op de arbeidsmarkt. Daarbij moet het uiterste worden gedaan om het risico te vermijden dat mensen die relatief gemakkelijk te bemiddelen zijn wel voor reïntegratie in aanmerking komen en werkzoekenden met een grote afstand tot de arbeidsmarkt hierdoor onvoldoende prioriteit krijgen en nog verder op afstand geraken. Bovendien is het een slecht voorbeeld van het weghalen van verantwoordelijkheden, waar deze wel horen te liggen, te weten bij sociale partners.

De leden van de fractie van D66 hebben met interesse kennisgenomen van de nota naar aanleiding van het verslag en van de brief van 5 oktober 2001.

Zij hebben nog enkele vragen in aanvulling op het verslag dat zij eerder hebben ingediend.

De leden van de GroenLinks-fractie merken op dat zij al eerder hebben aangegeven in grote lijnen te kunnen instemmen met de verzelfstandiging van de reïntegratiediensten van de Arbeidsvoorzieningsorganisatie in een NV. Wel hechten deze leden aan het aandeelhouderschap van de Staat, omdat de reïntegratiemarkt nog niet uitgekristalliseerd is. Na enkele jaren zal bezien moeten worden hoe voorzien wordt in de reïntegratie van diverse doelgroepen, waar de eerste zorg uitgaat naar de moeilijkst te bemiddelen groepen, en de rol van NV KLIQ hierbij. Voordat duidelijk is dat voor deze groepen een goede infrastructuur van bemiddeling ontstaan is gaan de leden van de GroenLinks-fractie niet akkoord met een verkoop van de aandelen door de Staat. Is er al enig zicht te geven op de prestaties van het binnen Arbeidsvoorziening verzelfstandigde reïntegratiebedrijf in de zin van aantallen en doelgroepen?

In de nota naar aanleiding van het verslag en in de brief van 5 oktober 2001 heeft de regering veel van de vragen van de leden van de GroenLinks-fractie beantwoord. Over enkele zaken, met name over de financiële positie van KLIQ hebben deze leden nog nadere vragen.

2. Het proces van privatisering

De leden van de PvdA-fractie vragen of de regering nog steeds uitgaat van afvloeiing van 700 fte's. Welke voorzieningen zijn in dit kader getroffen? Kan bij het antwoord het advies van de voorlopige Ondernemingsraad van 15 juni 2001 betrokken worden?

De leden van de VVD-fractie gaven reeds eerder aan dat een van de belangrijkste kwetsbaarheden van de NV KLIQ juist is gelegen in de omvang en de samenstelling van het personeelsbestand. Is het juist dat de huidige bestuurders zelf geen invloed konden uitoefenen op beide onderdelen? Deze leden vernamen tot hun verbazing dat de criteria waaronder het huidige personeelsbestand werd samengesteld bestonden uit eigen voorkeur van het personeel of men naar KLIQ of elders wenste te gaan, afstand woon–werkverkeer en functionele anciënniteit. Deze leden vragen of de regering een dergelijke methodiek een goed uitgangspunt vond om het bedrijf mee te starten.

Denkt de regering met deze leden dat het transformatieproces zodanig vlot kan verlopen dat hiermee geen extra kosten gemoeid zullen zijn? Als de omzetten nog meer gaan tegenvallen (er werd al tweemaal neerwaarts bijgesteld!), zal toch ook het personeelsbestand verder moeten worden gereduceerd? Overweegt de regering hiervoor nog nadere maatregelen naast de in de balans opgenomen posten?

3. Positionering van het reïntegratiebedrijf en financiële aspecten

De leden van de PvdA-fractie merken op dat het in opdracht van de Kamer door KPMG gemaakte rapport deels antwoord geeft op de vragen in hoeverre privatisering van het reïntegratiebedrijf van Arbeidsvoorziening leidt tot de gewenste doelmatige en rechtmatige besteding van publieke middelen en in hoeverre een concurrerend reïntegratiebedrijf ontstaat. Daartoe is onder meer het aandeel van de publieke middelen in de openingsbalans onderzocht en geanalyseerd. Wat is de reactie van de regering op het KPMG-rapport als geheel en wat is in het bijzonder haar reactie op de conclusies en aanbevelingen in paragraaf 1.4.2, zo vragen de leden van de PvdA-fractie.

De leden van de PvdA-fractie vragen een verklaring voor het grotendeels ontbreken van de aanvankelijk aanwezig veronderstelde gegevens die nodig waren om het overeengekomen onderzoek naar de openingsbalans uit te voeren. Het gevolg is dat in het KPMG-rapport geen harde gefundeerde conclusies kunnen worden getrokken. De ontbrekende gegevens betreffen onder meer de slotbalans van Arbeidsvoorziening, de splitsingsbalans, de splitsingsbalansen van de uit Arbeidsvoorziening voortkomende organisatie, een «full scope due diligence», inzicht in het vervolg van de bevindingen met betrekking tot de businessplannen. Wat waren de oorzaken van het ontbreken van de gegevens? Wanneer zijn deze gegevens wel beschikbaar?

De transformatiekosten worden gesteld op f 299 miljoen. Dit is exclusief mogelijke pensioenkosten en kosten samenhangend met afvloeiing. Heeft de regering inmiddels al inzicht in de omvang van deze beide punten, vragen de leden van de PvdA-fractie. Deze leden zijn verbaasd dat bij vier van de zeven posten op het overzicht van transformatiekosten geen specificatie is te geven, waardoor een oordeel over de noodzaak en de juistheid niet goed mogelijk is. Graag ontvangen deze leden een reactie van de regering. Kan bij het antwoord betrokken worden de toezegging aan de onderzoekers (op blz. 35 van het onderzoeksrapport) dat bij de controle van de jaarrekening 2000/2001 van Arbeidsvoorziening de rechtmatigheid/doelmatigheid van de besteding van de middelen in verband met de oprichting van de NV KLIQ object van onderzoek zal zijn.

Hoe beoordeelt de regering de hoogte van de transformatiekosten in relatie tot bijvoorbeeld de verwachte exploitatie of de personeelslasten, vragen de leden van de PvdA-fractie. Waaraan toetst de regering de hoogte van de transformatiekosten? Deelt zij de analyse uit het rapport dat het transformatiebudget gerelateerd aan personeel laag is ingeschat, zo vragen deze leden.

Is de regering bereid toe te zeggen dat bij de vaststelling van de definitieve openingsbalans een finaal oordeel en beslissing over de financiële inbreng van het Rijk in KLIQ aan de Kamer wordt voorgelegd, zo vragen de leden van de PvdA-fractie.

Voor het antwoord op de vraag in hoeverre privatisering leidt tot doelmatige en rechtmatige besteding van publieke middelen hebben de onderzoekers van KPMG geen stukken met overwegingen aangetroffen. De leden van de PvdA-fractie vragen om een toelichting van de regering.

Deze leden vragen of de planning nog steeds is dat 1 december 2001 de definitieve openingsbalans van Kliq gereed is.

Begrijpen de leden van de PvdA-fractie het goed als zij op basis van de in het KPMG-rapport gepresenteerde openingsbalans vaststellen dat er geen sprake zal zijn van open-eind-financiering in de bijdragen van het ministerie aan de transformatie, pensioen- en afvloeiingskosten?

In de geactualiseerde indicatieve balans in de brief van 5 oktober 2001 is post «overige liquide middelen» bijgesteld. Kan op basis van het kader op blz. 17 van het KPMG-rapport aangegeven worden hoe de bijstelling is opgebouwd, vragen de leden van de PvdA-fractie.

Wat zijn de overwegingen geweest om bij de geactualiseerde indicatieve balans in de brief van 5 oktober 2001 het eigen vermogen niet zodanig te verlagen dat de solvabiliteit eind 2003 het beoogde niveau heeft, zo vragen de leden van de PvdA-fractie. Kan bij het antwoord de discussie over de omzetgarantie betrokken worden?

De leden van de PvdA-fractie hebben signalen gekregen dat KLIQ regelmatig ingeschakeld wordt als onderaannemer van bedrijven die opdrachten gegund zijn. Is er een verklaring voor een omzet van nul uit onderaanneming?

De leden van de VVD-fractie gaven reeds eerder aan zich zeer wel te kunnen vinden in het zoeken naar strategische samenwerkingspartners, joint ventures, fusie, overname enz.. Dit maakt NV KLIQ aanmerkelijk minder kwetsbaar. Het verbreedt de mogelijkheden van het bedrijf op de sterk in beweging zijnde reïntegratiemarkt, geeft nieuwe ingangen tot potentiële klantgroepen, maar het zal vooral de zo noodzakelijke cultuuromslag sneller kunnen bewerkstelligen. Deze leden vroegen hierbij wel nadrukkelijk om de criteria waaronder dergelijke opties overwogen zouden kunnen worden in beeld te brengen. Bij brief van 5 oktober 2001 heeft de regering aan deze vraagstelling nadrukkelijk aandacht besteed. De leden van de VVD-fractie vinden de voorgestelde criteria en het vooraf voorleggen indien zich «grotere opties» voordoen een goed uitgangspunt.

De regering schrijft in voornoemde brief dat zij de bestuurders aanvullende financiering heeft toegezegd voor het aangaan van acquisities. Over welk bedrag gaat dit, onder welke voorwaarden en is deze toezegging in de aan de Kamer verstrekte balans opgenomen?

De leden van de VVD-fractie vragen of er inmiddels meer duidelijkheid is inzake de pm-post die voor pensioenen werd opgenomen. Kan het bedrijf aangesloten blijven bij het ABP? Valt inmiddels hiervoor al een concreet bedrag te melden?

De inschattingen van de structurele waarden van de technische balansposten zijn weliswaar geactualiseerd weergegeven in de brief van 5 oktober, deze posten kunnen echter in de definitieve openingsbalans van KLIQ per verzelfstandigingsdatum nog zeer grote afwijkingen vertonen. De afwikkeling van de ontvlechting Arbeidsvoorziening speelt daarbij een grote rol. De Kamer heeft met andere woorden geen notie of de bedragen die met de verzelfstandiging van KLIQ gemoeid zijn wel hard vaststaan. Het zal de regering duidelijk zijn dat het de Kamer onmogelijk is om zonder nadere voorziening in te stemmen met een en ander. De leden van de VVD-fractie verzoeken dringend om een zodanige inrichting van dit wetsvoorstel dat de Kamer weliswaar akkoord kan gaan met verzelfstandiging, maar onder nadrukkelijk voorbehoud ten aanzien van de totale financiële kosten. Deze leden denken daarbij bijvoorbeeld aan een nota van wijziging waarin nadrukkelijk het tijdstip van ingaan van het wetsvoorstel nader bepaald wordt op het moment dat definitief helder is welke kosten er met het totaal gemoeid zijn. Graag ontvangen deze leden hierop een reactie.

Meer in het algemeen vernemen de leden van de VVD-fractie graag of de huidige bedragen, zoals in de bijgestelde balans vermeld per 5 oktober, «hard» zijn? Er moet immers nog uitgewerkt worden hoe zal worden omgegaan met verschillen tussen de schattingen in de pro forma openingsbalans en de feitelijke openingsbalans en de gevolgen daarvan voor het eigen vermogen? Zijn ten aanzien van oninbare vorderingen nadere afspraken gemaakt met de bestuurders? Deze leden kunnen zich voorstellen dat de administratieve problemen van Arbeidsvoorziening wellicht geen compleet beeld van de debiteuren kan bieden. De afspraak «schoon over» speelt hierbij een rol, zo nemen deze leden aan. Indien dit anders is, vernemen zij dit graag. Ook vernemen de leden van de VVD-fractie graag of er inmiddels helderheid is met betrekking tot schulden aan derden.

De leden van de VVD-fractie vragen of inmiddels kan worden aangegeven hoe de criteria voor omzetting van de lening van f 50 miljoen in eigen vermogen zal geschieden.

Wanneer zal een «full scope due diligence» op de openingsbalans precies plaatsvinden, zo vragen de leden van de VVD-fractie. Is de regering bereid om conform de aanbeveling van KPMG een faseringstraject zodanig in te richten dat de Kamer kan volgen hoe ontwikkelingen verlopen? Deze leden zien graag wat minder ad-hoc informatie tegemoet met betrekking tot dit wetsvoorstel dan tot op heden, en vaak op dringend verzoek van de Kamer, werd verstrekt. Overigens hebben deze leden wel de indruk dat vanaf april 2001 een zorgvuldig proces plaatsvindt tussen de regering en de NV Kliq.

De leden van de VVD-fractie vrage of de regering inmiddels bezig is met een scenario-ontwikkeling voor «exit-regelingen» en voor winstneming en verliesbeperking vanuit de optiek van aandeelhouder en financier.

Vooral ten aanzien van de voorlopige balans hebben de leden van de VVD-fractie nog nadrukkelijk een aantal vragen. Alvorens hierover meer helderheid bestaat is het deze leden niet goed mogelijk om een volledig eindoordeel te geven over het wetsvoorstel. Zij achten het van groot belang dat het bedrijf snel kan starten als zelfstandig bedrijf. Alhoewel er grote kwetsbaarheden zijn, is er wel sprake van mogelijkheden voor de NV KLIQ om een gezond en op termijn winstgevend bedrijf te worden. De leden van de VVD-fractie dringen er bij de regering nogmaals op aan om de ontvlechting van Arbeidsvoorziening zo snel mogelijk af te ronden en het voorliggende wetsvoorstel zodanig in te richten dat de Kamer over de verzelfstandiging haar instemming kan geven, terwijl over de exacte financiële onderbouwing nog een nader besluitvormingsmoment zal zijn.

De leden van de CDA-fractie achten het van groot belang dat KLIQ met een schone lei kan beginnen. Het is van groot belang dat KLIQ zo spoedig mogelijk op eigen benen staat, maar wel vitaal. Er mag geen negatieve bruidsschat worden meegegeven. Bovendien is het nodig dat er zo snel mogelijk duidelijkheid komt, met name voor het personeel.

Kan de regering aangeven waarom er nog geen duidelijkheid is over de kosten die er in de toekomst zullen zijn? Kan de regering tevens aangeven welke kosten zij nog verwacht en hoe hoog deze zullen zijn. De leden van de CDA-fractie denken hierbij met name aan kosten van pensioenlasten omdat KLIQ niet bij het ABP aangesloten kan blijven en de afvloeiingskosten voor personeel. Draag ontvangen deze leden een compleet overzicht.

In het recent verschenen rapport van KPMG wordt de pro-forma openingsbalans aangemerkt als een bruikbaar uitgangspunt voor verdere verzelfstandiging van KLIQ, zo merken de leden van de CDA-fractie op. Waarom heeft de regering in de brief van 5 oktober deze pro-forma openingsbalans bijgesteld? Het is nog steeds een indicatieve openingsbalans. Wanneer wordt de feitelijke openingsbalans opgesteld?

Het KPMG-rapport meldt verder dat het mogelijk is dat KLIQ op eigen benen kan staan, maar dat dan wel alle zeilen moeten worden bijgezet. Een opnieuw tegenvallende markt in 2002, waarbij omvangrijke reducties van personeel nodig zijn, kan KLIQ nog niet dragen. Als de resultaten tegenvallen door lagere omzetten en niet tijdig reduceerbare kosten kan de buffer, het eigen vermogen, zeer snel teruglopen. De meegegeven middelen en garanties geven op zich geen zekerheid voor succes. Deelt de regering deze conclusies van KPMG? Welke risico's ziet zij en hoe denkt zij die te minimaliseren?

De leden van de CDA-fractie juichen strategische allianties toe. Kan de regering aangeven onder welke condities de allianties zijn aangegaan? Inmiddels is KLIQ een samenwerking aangegaan met Matchcare en Manpower. Dit vergroot de slagkracht. Er zijn echter nogal wat risico's in verband met Rijksfinanciering ten opzichte van het kapitaal van externe marktpartijen. Rijksbijdrage kan niet worden gebruikt voor commerciële doelstellingen van derden. Welke risico's ziet de regering en hoe denkt zij deze uit te sluiten?

De leden van de CDA-fractie zien de groeiende noodzaak om KLIQ zo spoedig mogelijk zelfstandig op de markt te zetten. Kan de regering aangeven wat de prognose is? Er is gekozen voor de vorm van een structuur NV, waarvan de overheid vooralsnog alle aandelen in handen heeft. Kan de regering aangeven wanneer de aandelen in private handen kunnen komen? Om welk percentage gaat dit, en wanneer zijn de aandelen volledig uit overheidshanden?

De leden van de fractie van D66 zouden graag wat meer uitleg krijgen over de opmerking op blz. 4 van de brief de brief van 5 oktober 2001 aan de bestuurders van KLIQ aanvullende financiering is toegezegd. Deze leden zouden graag willen weten om hoeveel aanvullende financiering het hier gaat? Gaat het om één op één compensatie voor de eerder geplande omzetgarantie?

De leden van de fractie van D66 constateren dat de voorgenomen allianties/samenwerkingsverbanden vooraf aan de Kamer worden voorgelegd als het gaat om verkoop van bedrijfsonderdelen op het terrein van reïntegratie of als er een substantieel deel van het eigen vermogen van KLIQ mee gemoeid is. Deze leden kunnen zich hierin vinden. Daarnaast constateren zij dat het terecht is dat over alle andere beslissingen in ieder geval achteraf verantwoording wordt afgelegd. De aan het woord zijnde leden zouden willen weten welke procedure gevolgd gaat worden als mocht blijken dat de Kamer het achteraf niet eens is met een genomen beslissing.

Tot slot willen de leden van de fractie van D66 graag weten welke concrete afspraken gemaakt worden met KLIQ over het zoeken naar externe financiering ter vervanging van de lening van staatswege. De regering suggereert dat «incentives» in de rentevergoeding kunnen worden meegenomen. Aan welke termijn denkt de regering in dit verband?

De leden van de GroenLinks-fractie willen weten welke werkgaranties NV KLIQ in 2001, 2002, 2003 en 2004 in totaal nog krijgt. Door de motie-Wilders c.s. (24 400 XV, nr. 37) is de mogelijkheid tot een ruimhartig overgangsregime afgesneden. Deze leden tekenen hierbij aan dat het beter is KLIQ op weg te helpen met een zekere periode gegarandeerde opdrachten te verstrekken, dan het overheidsgeld te besteden aan verliescompensatie en afvloeiingskosten voor personeel. In de brief van 13 maart 2001 (27 549, nr. 6) was sprake van enige zekerheden in de vorm van opdrachten op het gebied van reïntegratie WW-gerechtigden, niet-uitkeringsgerechtigden en WAO-ers vernieuwenden projecten. In de nota naar aanleiding van het verslag is sprake over f 140 miljoen door KLIQ vol te plaatsen scholingsbudget bij het Centrum Vakopleiding. Kan een overzicht gegeven worden van het totaal aan gegarandeerd bij KLIQ te plaatsen werk in genoemde jaren?

Wat is de mogelijke schade, zowel voor de positie van KLIQ als financieel, van de reeds beperkte garanties in het overgangsregime en als er nog verder beperkingen plaats zouden vinden?

De leden van de fractie van GroenLinks vragen de regering te reageren op de conclusies van KPMG-rapport over de openingsbalans en de positie van KLIQ.

Hoe kijkt de regering nu aan tegen de vermoedelijke vermogenspositie van KLIQ, gezien het verwachte tekort van f 40 miljoen in 2001. Zijn de prognoses voor de jaren daarna neerwaarts bijgesteld? Is het mogelijk dat het eigen vermogen van KLIQ de komende jaren (ver) beneden het wenselijke percentage van 30% zakt? Zo ja, wat betekent dat voor de financiële steun van het Rijk (in de vorm van leningen of bijdragen) aan KLIQ bij de openingsbalans of als steun aan de exploitaite? Heeft KLIQ nog steeds voldoende kansen een belangrijk speler te worden en te blijven op de reïntegratiemarkt, zo vragen de leden van de GroenLinks-fractie.

De aan het woord zijnde leden merken op dat in KPMG-rapport om meer aandacht voor heldere afspraken over het verzelfstandigingsproces wordt gevraagd. Deze leden onderschrijven de conclusie van KPMG dat aandacht moet worden gegeven aan het geven van inzicht in het verzelfstandigingsproces met mijlpalen, financiële criteria en beslismomenten. Is de regering voornemens die te formuleren? Hoe wordt de Kamer hierbij betrokken?

Kan de regering inzicht geven in de bedragen die het Rijk tot nu toe betaald heeft of voornemens is te betalen ten behoeve van de verzelfstandiging van de reïntegratietaken? Dit betreft zowel kosten die gemaakt zijn direct ten behoeve van het te verzelfstandigen bedrijf, als indirect door het opvangen van tekorten van het achterblijvend moederbedrijf of door het afboeken van (leningen ten behoeve van) investeringen in bijvoorbeeld ICT?

De leden van de GroenLinks-fractie vragen of er de facto geen sprake is van open-eind-financiering aangezien het principe «schoon opleveren» inhoudt dat allerlei nakomende kosten door het Rijk gedragen moeten worden, zoals transformatie-, pensioen- en afvloeiingskosten?

4. Gegevensverstrekking door de Arbeidsvoorzieningsorganisatie

De leden van de PvdA-fractie constateren dat de nota van wijziging beoogt het gegevensverkeer een nog duidelijker wettelijk basis te geven. De regeling maakt het mogelijk om meer gegevens aan de NV te verstrekken dan strikt noodzakelijk. Onderzoek wijst namelijk uit dat het systeem vrijwel zeker niet voor 1 april 2001 opgeschoond kan worden aangeleverd. Deze leden vragen of inmiddels het schaduwsysteem is aangeleverd aan NV KLIQ en hoeverre de opschoningoperatie vóór de overdracht is volbracht.

De voorzitter van de commissie,

Terpstra

De griffier van de commissie,

Nava


XNoot
1

Samenstelling: Leden: Terpstra (VVD), voorzitter, Biesheuvel (CDA), Schimmel (D66), Noorman-den Uyl (PvdA), ondervoorzitter, Kamp (VVD), Van Lente (VVD), Van Dijke (ChristenUnie), Bakker (D66), Visser-van Doorn (CDA), De Wit (SP), Van der Knaap (CDA), Harrewijn (GroenLinks), Balkenende (CDA), Van Gent (GroenLinks), Smits (PvdA), Verburg (CDA), Bussemaker (PvdA), Spoelman (PvdA), Örgü (VVD), Van der Staaij (SGP), Santi (PvdA), Wilders (VVD), Snijder-Hazelhoff (VVD), Depla (PvdA) en Bolhuis (PvdA).

Plv. leden: E. Meijer (VVD), Van Ardenne-van der Hoeven (CDA), Giskes (D66), Kortram (PvdA), Blok (VVD), Van Blerck-Woerdman (VVD), Van Middelkoop (ChristenUnie), Van Vliet (D66), Stroeken (CDA), Marijnissen (SP), Ten Hoopen (CDA), Vendrik (GroenLinks), Mosterd (CDA), Rosenmöller (GroenLinks), Schoenmakers (PvdA), Dankers (CDA), Dijsselbloem (PvdA), Middel (PvdA), Weekers (VVD), Van Walsem (D66), Oudkerk (PvdA), De Vries (VVD), Van Splunter (VVD), Van der Hoek (PvdA) en Hamer (PvdA).

XNoot
2

Rapport van bevindingen onderzoek samenstelling openingsbalans NV KLIQ i.o., KPMG Accountants, 21 september 2001.

Naar boven