27 406 Nota «De kenniseconomie in zicht»

Nr. 201 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP EN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 april 2013

Inleiding

De Adviesraad voor Wetenschaps- en Technologiebeleid (AWT) heeft, op verzoek van de toenmalig Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (thans Economische Zaken) en de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap een advies opgesteld over de wijze waarop Chinese en Nederlandse kennis elkaar kunnen versterken. Dit advies is op 23 maart 2012, mede namens de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, in ontvangst genomen door de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en toegezonden aan de Tweede Kamer en de Eerste Kamer (Kamerstuk 27 406, nr. 197).

In verband met de demissionaire status van kabinet Rutte I hebben de Ministeries van Economische Zaken en van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, in overleg met de AWT, besloten met de beleidsreactie om te wachten tot een nieuw kabinet was aangetreden.

De AWT heeft op 24 januari 2013 een brief aangeboden aan de Minister van Economische Zaken, de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking met aanvullend advies over de mogelijke realisering van één van de aanbevelingen, te weten een «China Connection Point». Aangezien de brief een aanvulling is op het eerdere advies, ontvangt u bij dezen de reactie op beide stukken van de bij de advisering betrokken ministeries.

Algemene reactie

De Minister van Economische Zaken, de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking zijn de AWT zeer erkentelijk voor het adviesrapport, de brief en de bijbehorende aanbevelingen. Ze zijn het ermee eens dat optimalisering van de samenwerking tussen Nederland en China op het gebied van kennis en innovatie van belang is.

Het hoofdadvies bevat veel waardevolle informatie: naast de twee achtergrondstudies die de AWT heeft laten uitvoeren, voorziet het advies ook in informatie over samenwerking op het gebied van kennis en innovatie tussen een aantal Europese landen en China.

Hierdoor biedt het extra inzicht in de verschillende mogelijkheden die er zijn om een productieve samenwerking met China te bevorderen en realiseren.

Reactie per aanbeveling

Ad 1: Intensiveer de samenwerking met China

De AWT adviseert om de samenwerking met China op het gebied van kennis en innovatie te intensiveren, maar dat daar dan ook duidelijk voor gekozen moet worden: zowel intensivering als meer focus. Dit dient wel te gebeuren met continu oog voor de risico’s. Kiezen voor intensivering betekent ook lange termijn inzet, conform de Chinese mentaliteit.

De bewindspersonen onderschrijven de meerwaarde van de uitwisseling van (wetenschappelijke onderzoeks)kennis en van open innovatie. Er bestaan al vele samenwerkingverbanden met China, onder andere WUR, TU Delft en TNO hebben samenwerkingsverbanden met Chinese kennisinstellingen. Het Ministerie van OCW heeft wetenschappelijke samenwerking tussen onderzoeksinstituten en universiteiten actief bevorderd en ondersteund sinds de jaren «80 van de vorige eeuw. Daartoe heeft het ministerie financiële middelen gereserveerd voor wetenschappelijke onderzoeksprogramma’s en -projecten. Deze worden door NWO en KNAW uitgevoerd.

Het Ministerie van EZ heeft altijd als inzet gehad (open) innovatiesamenwerking te ondersteunen en te stimuleren. Gezien de grote rol van de Chinese overheid in alle aspecten van de samenleving en zeer zeker ook de onderzoeks- en innovatiesamenwerking, is de bilaterale overheidsdialoog een belangrijk instrument voor het bevorderen van die samenwerking. De belangen op de lange termijn zijn bij deze overheidsdialoog gebaat. Het strategische belang van China voor Nederland komt o.a. tot uiting in de strategische reisagenda en in de Dutch Trade Board.

In de overheidsdialoog met de Chinese counterparts zal aandacht worden blijven gevraagd voor (open) innovatiesamenwerking en voor gezamenlijk wetenschappelijk onderzoek, zowel fundamenteel als toegepast. De nieuw op te richten bilaterale Science, Technology & Innovation Committee (STIC), waarin zowel EZ als OCW zullen participeren, zou een goed platform zijn om deze dialoog te voeren en de samenwerking te concretiseren. Dit sluit ook aan bij de jaarlijkse Joint Economic Committee waarin onderwerpen op het gebied van handel en investeringen worden besproken op overheidsniveau en met inbreng van het bedrijfsleven.

Ad 2: Stimuleer een gezamenlijke aanpak en toon commitment

De AWT beveelt een gezamenlijke aanpak aan waarbij bedrijven, kennisinstellingen en overheden samenwerken. Hij maakt daarbij onderscheid tussen vier onderdelen: in Nederland, in China, met Europa en met China.

In Nederland

Ambitie om meer en beter gezamenlijk op te trekken is een breed gedragen wens (van de betrokken ministeries, kennisinstellingen en vertegenwoordigers uit het bedrijfsleven); het tot een gezamenlijke strategie komen is daar bovenop een stevige ambitie.

Het advies van de AWT om een «connection point» op te richten als verbindende schakel is interessant en het verdient om nader te worden bestudeerd. Dit connection point zou bestaan uit een platform van kennisdragers enerzijds en een virtueel netwerk anderzijds. Met name het virtuele «netwerk van netwerken» lijkt interessant, waarbij conform het advies van de AWT, verschillende bestaande netwerken en websites in aanmerking zouden kunnen komen om te participeren. Hierbij rijst wel de vraag in hoeverre één (virtueel netwerk) voor de drie sectoren (overheid, bedrijfsleven en kennisinstellingen) haalbaar zou zijn, of dat gestreefd zou moeten worden naar een virtueel netwerk per sector. Het inschakelen van kennisdragers uit de verschillende sectoren om de Nederlands-Chinese samenwerking te bevorderen, verdient het om nader te worden bezien.

De betrokken bewindspersonen zijn hierbij echter van mening dat eventuele rollen en taken van dergelijke kennisdragers, waarbij wordt gedacht aan «boegbeelden» afkomstig uit de drie sectoren, ook nog nader onderwerp van beraad zouden moeten vormen. Een dergelijk platform zou wellicht grote meerwaarde kunnen bieden als het zich (ook) zou richten op strategische vraagstukken.

Dit voorstel zal dan ook onderwerp van nader overleg met de betrokken stakeholders gaan zijn. Zoals in het advies en de brief staat, moet er draagvlak bestaan bij de betrokkenen uit het veld. Deze zullen moeten zorg dragen voor een dergelijk initiatief. Daarom zijn wij voornemens de verschillende partijen in het veld, waaronder de kennisorganisaties en -instellingen, o.m. NWO, KNAW en VSNU en het bedrijfsleven o.m. de topteams van de verschillende topsectoren, te polsen met de vraag in hoeverre zij bereid en in staat zijn om daadwerkelijk organisatorisch, administratief en/of financieel bij te dragen aan de realisering van een «connection point». Afhankelijk van de uitkomsten en conclusies zal moeten blijken of een dergelijk initiatief inderdaad zal kunnen worden vorm gegeven. Indien er voldoende steun en ook middelen gevonden worden in het veld, zijn wij bereid de mogelijkheden te bezien een bijdrage te leveren door het strategisch inzetten van vertegenwoordigers van de betrokken departementen.

De in het advies genoemde «Holland Branding» voor inkomende bezoeken en investeringen vanuit China is een blijvend aandachtspunt voor alle betrokken partijen, zowel overheden als bedrijven en kennisinstellingen. De aangedragen punten in de aanbeveling zullen dus ter harte genomen worden. Hier ligt bij uitstek ook een rol voor de topsectoren, zowel op basis van de internationale ambities, als met het oog op het aantrekken van Chinese investeringen in Nederland.

In China

Betere branding van de Nederlandse wetenschap en innovatie in China kan de samenwerking tussen China en Nederland nog verder versterken. Hierbij zal vooral naar al bestaande initiatieven moeten worden gekeken om versplintering te voorkomen en schaalvergroting te bevorderen.

Met Europa

Schaalgrootte kan ook op het gebied van onderzoeks- en innovatiesamenwerking met China flinke voordelen opleveren. Optrekken in Europees verband, zowel vanuit Brussel als in China door de vertegenwoordigingen aldaar, verdient dan ook de aandacht. Er moet dan wel sprake zijn van een meerwaarde, het is geen doel op zich.

Met China

In een land waarin diplomatie bij uitstek op basis van bezoeken op hoog politiek niveau bedreven wordt, is een terugkerend bezoek zeer zeker raadzaam. Het zou een goede showcase kunnen zijn voor de Nederlandse wetenschappelijke en economische sterkten. Het zou wel breder moeten zijn dan alleen onderzoeks- en innovatiesamenwerking, bijvoorbeeld ook met politieke ontmoetingen en handelsbetrekkingen. Dit zou bijvoorbeeld goed kunnen aansluiten bij het bestaande jaarlijkse overleg in het kader van de Joint Economic Committee.

Ad 3: Maak onderscheid tussen «bouwers», «toppers» en «stijgers».

De AWT onderscheidt verschillende categorieën partijen die met China samenwerken, de «bouwers» (kenniswerkers), de «toppers» (top Nederlands bedrijfsleven in China) en de «stijgers» (opkomend Nederlands bedrijfsleven in China). Ook hier worden het belang van het gezamenlijk optrekken, het bundelen van krachten en een gezamenlijke strategie genoemd als belangrijke actiepunten om de samenwerking te versterken.

De bewindspersonen kunnen zich vinden in deze typologie: er zijn zeker verschillen in de partijen die met China samenwerken. Extra aandacht hiervoor lijkt een nuttige zaak. Het is het juist die diversiteit die van de betrokken partijen een grote inspanning zal vergen om een gezamenlijke strategie en bundeling van krachten te bewerkstelligen. Bestaande netwerken en (web)initiatieven kunnen hierbij een goede rol spelen. Zo kan via de topsectoren de verbinding tussen bouwers, toppers en stijgers worden bewerkstelligd en/of worden versterkt. Opschaling is in de huidige omstandigheden echter een uitdaging.

Afsluiting

De bewindspersonen van EZ, OCW en voor Buitenlandse Handel en OS hebben waardering voor het advies van de AWT: het is verricht op basis van grondig onderzoek en het geeft veel informatie. Het ondersteunt het beleid dat de Ministeries van OCW, van EZ en van BZ ten aanzien van China voeren, een beleid dat erop is gericht de banden met China te intensiveren en te blijven versterken.

Het advies vormt een goede basis van waaruit de Ministeries van OCW en EZ verder kunnen (mee)werken aan een meer geïntegreerde vorm van samenwerking met China door de verschillende partijen.

Mede namens de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,

De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, S. Dekker

De minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

Naar boven