nr. 29
AMENDEMENT VAN HET LID EURLINGS
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Artikel I onderdeel F wordt als volgt gewijzigd:
I
Voor punt 1 worden twee nieuwe punten ingevoegd, luidende:
1a. In het eerste lid wordt «tijdvak van ten hoogste zes jaar»
vervangen door: tijdvak van ten minste vijf en ten hoogste tien jaar.
1b. In het tweede lid aanhef vervalt: van zes jaar.
II
In punt 2 wordt de derde volzin van het vierde lid vervangen door: De
concessieverlener verleent een concessie voor openbaar vervoer per trein voor
een in de concessie vastgesteld tijdvak:
a. voor de regionale, gedecentraliseerde spoorlijnen van ten minste vijf
en ten hoogste tien jaar;
b. voor het landelijk aan te besteden kernnet van tien jaar;
c. voor de internationale hogesnelheidslijnen van ten minste tien en ten
hoogste vijftien jaar.
III
In punt 2 worden het vijfde en zesde lid vervangen door:
5. Onze Minister kan op aanvraag van een concessieverlener ontheffing
verlenen van de maximale termijn voor vervoer per trein.
Toelichting
Met het oog op het investeringsbeleid van vervoerders en het daarmee samenhangende
serviceniveau, alsmede met het oog op het personeel, is een concessieperiode
van één of enkele jaren te kort. Bovendien brengt het telkens
na één of enkele jaren opnieuw aanbesteden van een concessie
veel administratieve rompslomp met zich mee. Vandaar dat voor het regionale,
gedecentraliseerde spoorvervoer een «vloer» van 5 jaar
wordt ingebouwd, en voor het overige spoorvervoer een minimum van 10 jaar.
Met het oog op een integrale aanbesteding van enerzijds het regionale streekvervoer
en anderzijds het regionale spoorvervoer wordt de concessietermijn voor het
regionale streekvervoer tevens op minimaal 5 en maximaal 10 jaar vastgelegd.
Eurlings