Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2015-2016 | 27062 nr. 100 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2015-2016 | 27062 nr. 100 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 23 mei 2016
Tijdens het Algemeen Overleg Mensenhandel en Prostitutie op 26 april 2016 heeft de Minister van Veiligheid en Justitie toegezegd dat u voorafgaand aan het volgende Algemeen Overleg Vreemdelingen en Asielbeleid een brief zou ontvangen met daarin de antwoorden op vragen over verschillende onderwerpen. Met deze brief doe ik deze toezegging gestand.
Berichtgeving Europol
Naar aanleiding van de vraag van het lid Volp (PvdA) om een algemene reactie op het bericht van Europol kan ik u melden dat ik uw Kamer hier reeds over heb geïnformeerd1. Ik heb Europol gevraagd om meer informatie over het bericht2 waarin wordt gesteld dat sinds 2014 meer dan 10.000 alleenreizende kinderen in Europa zijn zoekgeraakt, nadat ze zich bij aankomst in Italië en Griekenland hadden geregistreerd. Europol heeft desgevraagd aangegeven dat het niet om een officieel bericht van Europol gaat. Het genoemde aantal van 10.000 kinderen is dan ook niet geverifieerd. Daarnaast zou Europol op 21 april jl. tijdens een presentatie in het Europees Parlement3 hebben uitgesproken dat een groot deel van de in Europa vermiste migrantenkinderen via de georganiseerde misdaad in de Europese seksindustrie is beland. Deze berichtgeving is echter niet juist. Europol heeft, ook richting de media, laten weten dat dit niet in de presentatie is gezegd. Europol heeft aangegeven dat 90% van alle vluchtelingen recent heeft aangegeven dat ze op een of andere manier «geholpen» (tegen betaling) zijn om in Europa te raken. De criminele netwerken die zich hiermee bezighouden zijn ook met andere criminele fenomenen bezig, waaronder mensenhandel en seksuele uitbuiting. Europol geeft daarbij aan dat hoewel een deel van de vermiste minderjarigen zal doorreizen naar andere EU-lidstaten om zich bijvoorbeeld bij andere familieleden te voegen, Europol vreest dat er ook minderjarigen zullen zijn die minder geluk hebben. Dit is een belangrijke nuancering op het beeld dat in de media is geschetst.
Uiteraard vind ik elk signaal van een vermissing van een kind zorgelijk. Dit moeten we zoveel mogelijk zien te voorkomen. In de afgelopen periode is er dan ook veel aandacht geweest voor het tegengaan van mensensmokkel en mensenhandel binnen de vluchtelingenstroom. Het is een grensoverschrijdend probleem en vraagt om een multidisciplinaire aanpak op nationaal en internationaal niveau.
Tegengaan vermissingen minderjarigen
Het lid Van Toorenburg (CDA) heeft de vraag gesteld wat er aan de Nederlandse grenzen wordt gedaan om vermissingen van minderjarige vluchtelingen tegen te gaan. Sinds september 2015 is in Nederland het Mobiel Toezicht Veiligheid (MTV) in de binnengrenszone verscherpt. Sinds eind januari 2016 zet ook de Landelijke Eenheid van de Politie flexibele interventieteams in rond de grenzen en bij asielzoekerscentra. Daarnaast zijn in Nederland de nodige maatregelen getroffen om alleenreizende kinderen te beschermen. Zo is er de Beschermde Opvang voor alleenstaande minderjarige vreemdelingen die (mogelijk) slachtoffer zijn van mensenhandel of anderszins bescherming nodig hebben. Ook zetten de IND, het COA en andere partners in de vreemdelingenketen zich actief in op preventie en het signaleren van mensenhandel en mensensmokkel.
Voorts vroegen het lid Volp (PvdA) en het lid Van Oosten (VVD) naar de internationale samenwerking om vermissingen van minderjarige vluchtelingen tegen te gaan en daarbij ook aan te geven of de samenwerking met buitenlandse autoriteiten kan worden versterkt. In mijn beantwoording van de vragen van de leden Kuiken en Volp over het bericht van Europol over minstens 10.000 vermiste vluchtelingenkinderen heb ik uw Kamer hier reeds over geïnformeerd4.
De meeste minderjarigen komen via land binnen. Voor diegenen die wel per vliegtuig ons land bereiken zijn de afschriftplicht en de Advance Passenger Information (API) gegevens van belang. Op grond van de afschriftplicht en de API-richtlijn5 geven luchtvaartmaatschappijen gegevens door van passagiers voorafgaand aan het vertrek. Het gaat hier onder andere om gegevens uit het reisdocument en andere reisgegevens. Deze gegevens worden gebruikt bij het vormgeven van informatie gestuurde controles en toezicht. Het helpt onder andere migratiestromen en routes van bepaalde categorieën migranten beter in kaart te brengen en gerichte controles uit te voeren, zo ook van minderjarige vreemdelingen. Daarnaast zijn er ook afspraken gemaakt voor verdere uniforme toepassing in de burgerluchtvaart voor het reizen van (onbegeleide en begeleide) minderjarigen in het kader van de bestrijding van kinderhandel. In Nederland wordt momenteel ook gewerkt met een toestemmingsformulier. Is er geen formulier ingevuld door de begeleiders dan stelt de Koninklijke Marechaussee (KMar) een kort onderzoek in en beslist aan de hand daarvan of betrokkenen mogen doorreizen. Zoals de Minister tijdens het AO reeds heeft aangegeven is er nu geen aanleiding om aanvullende maatregelen te treffen.
Tijdens het AO heeft lid Volp (PvdA) tevens gevraagd of het slimme grenzenpakket registratie van minderjarigen bevat zodat minderjarigen gemonitord kunnen worden, wat kan bijdragen aan de aanpak van mensenhandel. Het slimme grenzenpakket bevat inderdaad een voorstel voor een in- en uitreis systeem. In dit systeem worden de persoonsgegevens van alle derdelanders, inclusief minderjarigen die de EU in- en uitreizen, geregistreerd. Dit systeem moet onder meer bijdragen aan de aanpak van georganiseerde criminaliteit en mensenhandel.
Het lid Van Toorenburg (CDA) heeft tot slot nog gevraagd waarom niet alle vliegroutes gecontroleerd kunnen worden binnen Schengen. Het is op grond van het vrij verkeer van personen niet mogelijk om vluchten die binnen Schengen plaatsvinden te controleren.
Leeftijdsgrens Eurodac-systeem
Om het belang van het kind voorop te stellen, heeft mevrouw Van Toorenburg (CDA) verzocht om te bezien of de leeftijd voor registratie in het Eurodac-systeem kan worden gewijzigd. Ter verduidelijking: het Eurodac-systeem helpt lidstaten van de EU met de identificatie van asielzoekers en van personen die in verband met de illegale overschrijding van een buitengrens van de Unie zijn aangehouden. In de vigerende Eurodac-verordening (603/2013) is de minimumleeftijd van 14 jaar voorgeschreven voor het op- en afnemen van vingerafdrukken. In principe sta ik open voor het verlagen van deze minimumleeftijd, zeker indien het belang van het kind daarmee zou zijn gediend. Nederland kan echter niet zelfstandig de leeftijdsgrens voor het op- en afnemen van vingerafdrukken ten behoeve van het Eurodac-systeem verlagen. Daar dienen uiteindelijk de beide EU-wetgevers (de Raad van de EU en het Europees Parlement) mee in te stemmen. Overigens heeft de Europese Commissie op 4 mei 2016 al een voorstel tot herziening van de Eurodac-verordening uitgebracht. Daarin stelt de Commissie voor de minimumleeftijd voor het afnemen van vingerafdrukken te verlagen, onder andere omdat dit kan bijdragen aan een snellere hereniging met familieleden met wie het contact is verloren na aankomst in de EU. Tijdens de besprekingen van dit voorstel in de Raad zal ik aangeven dat ook Nederland voordelen ziet in het verlagen van de minimumleeftijd.
Bevoegdheden van de KMar in het kader van grenscontrole
Door de leden Segers (CU) en Van Toorenburg (CDA) is aandacht gevraagd voor de bevoegdheden van de KMar in het kader van grenscontrole en in relatie tot mensenhandel. Door beide leden werd gevraagd wat er gedaan wordt aan de grenzen. In de grenszone met onze buurlanden voert de KMar het eerder genoemde MTV uit. De KMar voert operationeel binnenlands vreemdelingentoezicht uit, gericht op reizigers vanuit een ander Schengenland. Het MTV betreft politiecontroles – geen grenscontroles – die als doel hebben illegaal verblijf, mensensmokkel en documentfraude is een zo vroeg mogelijk stadium tegen te gaan. In dit verband kan de KMar ook assistentie verlenen aan de politie bij de bestrijding van grensoverschrijdende (migratie)criminaliteit.
Voorts hebben beide leden gevraagd of de KMar voldoende ruimte en middelen heeft om te acteren in de grensgebieden. Naar aanleiding van het bericht «Grenscontrole mislukt» in de Telegraaf6 heeft uw Kamer eerder dit jaar ook haar zorgen geuit over het gebrek aan wettelijke mogelijkheden voor de KMar om gericht op de aanwezigheid van personen in de laadruimtes van voertuigen te controleren. In mijn brief van 11 april 20167 heb ik uw Kamer geïnformeerd over de bevoegdheid van de KMar. In deze brief is aangegeven dat de bestaande bevoegdheden voldoende mogelijkheden bieden. Op grond van het voorgaande acht ik het niet nodig om de bevoegdheden van de KMar in kader van het MTV en handhaving van de Vreemdelingenwet verder te verruimen.
Voorts is door mevrouw Van Toorenburg (CDA) de vraag gesteld waarom er maximaal zes treinen gecontroleerd worden binnen het MTV. Om de effectiviteit van het MTV te vergroten, zijn er in 2014 enkele wetswijzigingen doorgevoerd8. Zo zijn de mogelijkheden voor MTV op treinen verruimd. Onder andere het totaal aantal in Nederland te controleren treinen is verhoogd van ten hoogste acht naar ten hoogste twintig per dag. Daarnaast is er een uitzonderingsclausule gecreëerd zodat bij wijze van uitzondering en onder strikte voorwaarden tijdelijk het MTV nog verder kan worden verruimd als er sprake is van een aanzienlijke stijging van (na grensoverschrijding) illegaal verblijvende vreemdelingen of als er concrete aanwijzingen zijn dat dit op korte termijn wordt verwacht. Naar aanleiding van de hoge asielinstroom zijn op basis van deze uitzonderingsclausule de MTV-controles verscherpt. Het aantal MTV-controles is in duur en frequentie verdubbeld. In de brieven van 18 september 2015, 9 november 2015 en 8 februari 2016 is uw Kamer geïnformeerd over de intensivering van de controles aan de binnengrenzen met Duitsland en België door de KMar9.
Syrische kindbruiden
Het lid Van Toorenburg (CDA) heeft gevraagd om een algemene reactie op het feit dat er na de wetswijziging Wet tegengaan huwelijksdwang 60 kindbruiden naar Nederland zijn gekomen. In mijn beantwoording van verschillende sets Kamervragen over Syrische kindbruiden10 heb ik uw Kamer hierover geïnformeerd. Met ingang van 5 december 2015 worden alle MVV-aanvragen in het kader van nareis en reguliere gezinshereniging afgewezen door de IND als ten minste een van de (huwelijks)partners jonger is dan 18 jaar. Het is echter nog steeds mogelijk dat een minderjarig gehuwd meisje Nederland zelfstandig inreist en asiel aanvraagt.
Er is mij één geval bekend waarin na 5 december 2015 een minderjarige toch is ingereisd op basis van een abusievelijk afgegeven machtiging tot voorlopig verblijf (MVV). Dit was twee werkdagen na inwerkingtreding van de nieuwe Wet Huwelijksdwang. Het ging hier om een 17-jarige die in de maand april jongstleden 18 jaar is geworden. De leeftijd van haar man was ten tijde van haar inreis 25 jaar. De IND heeft na onderkenning van de fout de in het kader van de nareis verleende asielvergunning ingetrokken en op grond van het bestaand asielbeleid een zelfstandige asielvergunning verleend aan de minderjarige. Voor een uitgebreide toelichting verwijs ik u tevens naar de antwoorden op de schriftelijke vragen die zijn gesteld door de leden Kuiken, Yücel en Volp naar aanleiding van het bericht dat Syrische kindbruiden in Nederland uit beeld dreigen te raken11.
Nietigverklaringen huwelijken met minderjarigen
De leden Van Toorenburg (CDA) en Van Oosten (VVD) hebben voorts gevraagd naar het nietig verklaren van deze huwelijken en of de norm niet kan worden gesteld dat er niet met minderjarigen kan worden getrouwd. Met de Wet tegengaan huwelijksdwang, die op 5 december 2015 in werking is getreden, zijn huwelijken met minderjarigen niet langer toegestaan in Nederland. Deze kindhuwelijken kunnen in Nederland niet meer voltrokken worden en in het buitenland gesloten kindhuwelijken worden in Nederland niet langer erkend. Pas als beide partners ten minste 18 jaar oud zijn, kunnen zij alsnog erkenning van hun huwelijk in Nederland vragen.
Nietigverklaring van een in Nederland gesloten huwelijk kan alleen op één van de in de wet genoemde gronden, onder meer als het huwelijk onder dwang is gesloten of als het een schijnhuwelijk betreft. Als een huwelijk in het buitenland is gesloten, hangt het van het toepasselijke recht af of in Nederland een nietigverklaring mogelijk is. De wet biedt geen mogelijkheden om oude kindhuwelijken, dus kindhuwelijken die zijn gesloten of erkend voor 5 december 2015, zonder meer nietig te laten verklaren.
Strafrechtelijke middelen om op te treden tegen meerderjarigen die trouwen met een minderjarige
Het lid Van Oosten (VVD) heeft verzocht te bezien of er mogelijkheden zijn om de echtgenoten van kindbruiden strafrechtelijk aan te pakken en vervolgens het land uit te zetten. Het strafrecht is één van de mogelijke interventies die deel uitmaken van ketenbrede werkafspraken over kindhuwelijken. Het OM zal (in overleg met de ketenpartners) per zaak bezien hoe te handelen en stelt momenteel een handreiking op over dit onderwerp. Indien bewezen kan worden dat er ontuchtige handelingen plaatsvinden of hebben plaatsgevonden tussen een echtgenoot die jonger is dan 16 jaar en de meerderjarige echtgenoot, zal het OM een eventuele vervolging op grond van artikel 245/247 Wetboek van Strafrecht van de meerderjarige echtgenoot in overweging nemen. Maatwerk is bij dit soort zaken belangrijk. Per geval wordt bezien hoe het belang van de minderjarige het beste gewaarborgd kan worden. De vraag is of het slachtoffer er beter of juist minder van wordt wanneer het strafrecht wordt ingezet, bijvoorbeeld als de meerderjarige echtgenoot de enige persoon is die de minderjarige in Nederland kent of in geval zij samen kinderen hebben.
Strafbare feiten kunnen gevolgen hebben voor de verblijfsaanvraag van een asielzoeker en voor het verblijfsrecht van toegelaten statushouders. Ik noem in dit kader mijn brief van 25 november 201512 waarin ik uw Kamer heb geïnformeerd over de voorgenomen maatregelen ter aanscherping van het beleid inzake weigeren en intrekken asielvergunning na veroordeling wegens een ernstig misdrijf. Ik wil hiermee bewerkstelligen dat meer dan voorheen duidelijk is dat personen die maatschappelijk onaanvaardbaar gedrag vertonen niet in aanmerking komen voor verblijf in Nederland. Nadere passende maatregelen hoeven niet genomen te worden, nu strafbare feiten op dit moment al gevolgen
kunnen hebben voor de verblijfsaanvraag van asielzoekers en het verblijfsrecht van statushouders.
De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, K.H.D.M. Dijkhoff
http://www.ad.nl/ad/nl/1013/Buitenland/article/detail/4287177/2016/04/22/Migrantenkinderen-massaal-in-Europese-seksindustrie.dhtml en http://www.demorgen.be/buitenland/migrantenkinderen-massaal-in-europese-seksindustrie-b69b6c9a/
In artikel 4 van de Europese Richtlijn 2004/82/EC van 29 april 2004 betreffende de verplichting voor vervoerders om een beperkt aantal passagiersgegevens door te geven (de zogenaamde «API-richtlijn») is bepaald dat lidstaten de nodige maatregelen en sancties opleggen aan vervoerders die door eigen schuld geen, dan wel onvolledige of onjuiste gegevens hebben verstrekt.
Stb. 2014, nr. 250: Besluit van 2 juli 2014 tot wijziging van het Vreemdelingenbesluit 2000 in verband met aanpassing van de regels over het toezicht ter bestrijding van illegaal verblijf na grensoverschrijding.
Aanhangsel Handelingen II 2015/16, nr. 2450, Aanhangsel Handelingen II 2015/16, nr. 2425. Zie ook Aanhangsel Handelingen II 2015/16, nr. 477, Aanhangsel Handelingen II 2015/16, nr. 639, Kamerstuk 19 637, nr. 2146 en Kamerstuk 28 638, nr. 143.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-27062-100.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.