Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 december 2018
In mijn brief van 5 oktober en het schriftelijk overleg van 28 november jongstleden
heb ik beschreven dat er een knelpunt is gesignaleerd met de CBS-indicator voor de
verdeelsystematiek van de middelen voor onderwijsachterstand, wanneer er te weinig
gegevens bekend zijn van leerlingen.1 Zoals ik in het schriftelijk overleg heb gemeld zijn er ongeveer 25 scholen met asielzoekersleerlingen
die meer dan € 100.000 van hun onderwijsachterstandenbudget verliezen. Ik heb het
CBS de schattingen van gegevens nader laten onderzoeken en om technische verbeteringen
gevraagd. In deze brief deel ik met uw Kamer mijn bevindingen.
Combinatie van schattingen
Samen met het CBS heb ik bekeken wat het knelpunt is. Er is bij deze scholen sprake
van een combinatie van schattingstechnieken die het CBS uitvoert, omdat er veel kinderen
op deze scholen zitten van wie of van wiens ouders te weinig gegevens bekend zijn.
Daardoor vermindert de betrouwbaarheid van de achterstandsscores van deze scholen.
Dit probleem blijkt voornamelijk te spelen bij kinderen die nog niet lang in Nederland
wonen, van deze kinderen ontbreken er veel gegevens.
Technische verbeteringen CBS: aanpassing schattingsmethode en asielzoekersleerlingen
in doelgroep
Samen met het CBS heb ik gezocht naar oplossingsmogelijkheden. Allereerst heeft het
CBS onderzocht hoe zij hun schattingsmethode technisch kunnen verbeteren. De verbetering
leidt ertoe dat schattingen betrouwbaarder worden.
Ondanks de technische verbetering van de schattingsmethode, worden asielzoekersleerlingen
naar verwachting nog steeds te beperkt door de indicator in beeld gebracht. Ik wil
ervoor zorgen dat de middelen ook bij deze kwetsbare groep terecht komen. Daarom heb
ik besloten om alle leerlingen die bij het CBS bekend zijn als asielzoeker automatisch
een onderwijsscore toe te kennen in de doelgroep van 15 procent.2 Hierdoor tellen asielzoekersleerlingen die bekend zijn via het bestand van COA altijd
mee in de onderwijsachterstandenbekostiging voor scholen. Het CBS is op dit moment
aan het onderzoeken hoe dit op de beste manier kan worden doorgevoerd.
Gevolgen voor scholen
Alle wijzigingen die het CBS zal doorvoeren passen binnen de (nieuwe) regelgeving
voor de verdeling van onderwijsachterstandsmiddelen en worden binnen de nieuwe verdeelsystematiek
geïntegreerd.3 Er blijven dus herverdeeleffecten bestaan, ook voor scholen met asielzoekerskinderen.
De herverdeeleffecten zullen echter naar verwachting voor deze scholen minder groot
zijn dan eerder is gecommuniceerd en het onderwijsachterstandenbudget dat deze scholen
zullen ontvangen zal beter passen bij de leerlingpopulatie op de school. De herverdeeleffecten
door deze wijziging zijn voor de overige scholen naar verwachting beperkt.
Gevolgen voor gemeenten
Ook voor gemeenten hebben deze wijzigingen implicaties. De aanpassingen worden namelijk
toegepast bij de berekening van de onderwijsscores van alle kinderen. Naar verwachting
zijn de herverdeeleffecten bij gemeenten beperkt, omdat de achterstandsscore van een
gemeente op basis van meer kinderen wordt berekend dan de score van een school en
de asielzoekerskinderen minder geclusterd zijn op gemeenteniveau dan op schoolniveau.
In september ontvangen de gemeenten hun definitieve beschikking voor 2019 op basis
van de nieuwe berekeningen.
Vervolg: rapport CBS en evaluatie indicator
Het rapport met de exacte beschrijving van de wijzigingen zal het CBS begin februari
publiceren. Dit rapport zal ik met uw Kamer delen. Zoals ik in mijn brief van 29 november
heb aangekondigd (Kamerstuk 27 020, nr. 90), wil ik over zes jaar de CBS-indicator evalueren. Hierbij kijk ik ook naar de werking
van de indicator voor asielzoekerskinderen.
De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,
A. Slob