Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 oktober 2016
Hierbij ontvangt u mijn reactie op het verzoek dat is gedaan in de Regeling van Werkzaamheden
van 4 oktober 2016 (Handelingen II 2016/17, nr. 7, item 23) en de aanvullende vragen die de leden van de VVD-fractie en SP-fractie hebben gesteld
in de procedurevergadering van de vaste commissie voor Economische Zaken van 13 oktober
2016 over de controles van de NVWA op pluimveeslachthuizen.
De leden van de VVD-fractie vragen naar een aantal zaken die worden genoemd in de
artikelen van Omroep Gelderland. Zoals ik in het debat tijdens het Vragenuur op 4 oktober
2016 heb aangegeven (Handelingen II 2016/17, nr. 7, item 3), zijn de artikelen van Omroep Gelderland gebaseerd op controlegegevens van de NVWA
uit de periode 2011 tot mei 2015 bij 20 Gelderse pluimveeslachterijen. Ik heb aangegeven
dat uit de overtredingen die worden genoemd, blijkt dat de pluimveeslachterijen in
deze periode onvoldoende hun verantwoordelijkheid oppakten ten aanzien van voedselveiligheid.
De NVWA constateerde dit wel en trad ook op, maar greep onvoldoende krachtig in, bijvoorbeeld
als het gaat om bezoedeling van pluimveevlees met resten van uitwerpselen (fecale
bezoedeling).
Ik heb u gemeld dat het kabinet juist om deze reden het toezicht van de NVWA heeft
versterkt, met als doel de naleving te verbeteren en daardoor de risico’s voor de
voedselveiligheid te verkleinen. Door extra geld en verbeterde handhaving is het toezicht
op ook de pluimveeslachthuizen verbeterd. Die aanpak is gestart in april 2015 met
een pilot bij 4 grote pluimveeslachterijen en vanaf 1 juli 2015 bij alle grote pluimveeslachterijen.
Ze is onderdeel van het Plan van Aanpak NVWA uit 2013/2014 (Kamerstuk 33 835, nr. 1), dat voorziet in een stapsgewijze verbetering van het toezicht per sector. Er wordt
sindsdien intensiever en meer risicogericht geïnspecteerd. Het toezicht is meer geüniformeerd
en wordt strakker centraal aangestuurd. Een apart team ondersteunt de toezichthoudende
dierenartsen bij hun werk.
Momenteel zitten we midden in deze verbeterslag. De eerste voorlopige resultaten in
de pluimveeslachthuizen laten zien dat de fecale bezoedeling fors is afgenomen en
dat er ook op andere terreinen indicaties zijn dat er voortgang wordt geboekt, zoals
bij het reinigen en ontsmetten van de veevervoermiddelen en de kratten.
Ik heb u in het Vragenuur gemeld dat ik u begin 2017 zal rapporteren over de resultaten
(Handelingen II 2016/17, nr. 7, item 3).
De leden van de SP-fractie vragen om toezending van de inspectierapporten van de NVWA
van de geanonimiseerde Gelderse bedrijven vanaf mei 2015 tot nu.
Deze documenten worden momenteel verzameld en moeten worden geanonimiseerd op persoons-
en bedrijfsgegevens. Dit vraagt enige tijd omdat het gaat om een omvangrijk aantal
documenten. Naar verwachting kan ik u de documenten toesturen in januari 2017.
De Staatssecretaris van Economische Zaken,
M.H.P. van Dam