Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 februari 2017
Hierbij informeer ik u over de voortgang in de aanpak van voortijdig schoolverlaten
(vsv) in schooljaar 2015/2016.
Ik kan u melden dat, dankzij de voortdurende inzet van docenten, RMC1-medewerkers, leerplichtambtenaren, loopbaanbegeleiders, verzuimcoördinatoren, wethouders
en andere betrokkenen binnen scholen en gemeenten, de schooluitval opnieuw is afgenomen.
De teller staat nu op 22.948 nieuwe vsv’ers (voorlopig cijfer). Dat betekent dat er
in schooljaar 2015/2016 ruim 1.400 vsv’ers minder waren dan het jaar ervoor. 2
Opnieuw een prestatie om trots op te zijn. Ik maak dan ook een groot compliment aan
iedereen die zich voor de jongeren heeft ingezet. En die voor hen het verschil wil
maken. De inspanningen die scholen en gemeenten plegen om leerlingen en studenten
binnenboord te houden, zorgen ervoor dat jongeren meer gelijke kansen krijgen op de
arbeidsmarkt en in hun maatschappelijke ontwikkeling.
Nog steeds stromen echter jaarlijks 22.948 jongeren zonder startkwalificatie uit het
vo en mbo. Terwijl we weten dat iemand mét dat diploma op zak meer kans op werk heeft.
Ook zijn er jongeren voor wie een startkwalificatie (tijdelijk) niet haalbaar lijkt.
Voor hen heeft een goede voorbereiding op de overstap naar de arbeidsmarkt prioriteit.
Daarom is het goed dat de aanpak van schooluitval een vervolg heeft gekregen en daarbij
specifieke aandacht heeft voor jongeren in kwetsbare positie.3 Ik hanteer daarbij opnieuw een scherpe doelstelling: maximaal 20.000 nieuwe vsv’ers
in 2021 (gemeten over schooljaar 19/20).
In de bijlage bij deze brief vindt u de resultaten per mbo-instelling en per RMC-regio4. De resultaten van de individuele vo-scholen komen eind maart beschikbaar, samen
met gedetailleerde gegevens per mbo-instelling, vo-school, gemeente en RMC-regio. U ontvangt eind maart een brief waarin ik
een nadere analyse geef van de uitvalcijfers. Ook zal ik ingaan op ontwikkelingen
rond het vervolg van de samenwerking tegen vsv en voor jongeren in een kwetsbare positie.
Ik informeer u dan tevens over de uitkomsten van de conferentie op 17 februari jl.
met wethouders van de G32 over de knelpunten die zij ervaren bij de begeleiding van
jongeren zonder startkwalificatie naar leren, werken of een combinatie daarvan (waarbij
soms ook zorg een onderdeel is van het traject).
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
M. Bussemaker