26 643 Informatie- en communicatietechnologie (ICT)

Nr. 954 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR RECHTSBESCHERMING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 december 2022

Met deze brief informeer ik uw Kamer over het voortijdig beëindigen van het project Beheerrelease Gemeenschappelijke executiemanagement module DJI (Beheerrelease GEM DJI), dat op het Rijks ICT-dashboard onder de afkorting BGD staat vermeld. BGD is een rekenmodule die onder andere detentietermijnen berekent.

In juni 2022 heb ik uw kamer via de 4e voortgangsbrief Recht doen en kansen bieden geïnformeerd over het stopzetten van het project Basisvoorziening Justitiabelen (BVJ) door DJI.1

Het stopzetten van BVJ blijkt ook consequenties te hebben voor het project BGD van DJI. BGD is namelijk gebouwd door dezelfde leverancier en met hetzelfde platform als BVJ. Deze afhankelijkheden zijn na het stopzetten van BVJ nader onderzocht en gewogen. Gebleken is dat het doorzetten van BGD zonder BVJ zowel financieel als technisch niet verantwoord is omdat onder andere bij actualisering van de businesscase bleek dat de exploitatielasten van het platform alléén voor BGD zouden leiden tot een negatieve businesscase. Vandaar dat besloten is het project BGD te stoppen.

Omdat BGD nog niet in gebruik is genomen, is de continuïteit niet in het geding en worden detentietermijnen gewoon door het bestaande systeem (Tulp) berekend. Verder zal het stoppen van BGD op het Rijks ICT-dashboard worden vermeld. Het project staat daar opgenomen voor een totaal van 11,01 mln. euro aan gemaakte kosten. Deze brief is bedoeld om uw kamer te informeren voordat de aanpassing op het Rijks ICT dashboard wordt gedaan.

In de genoemde voortgangsbrief over BVJ heeft DJI aangegeven dat het zich beraadt op te nemen vervolgstappen en mogelijke alternatieven voor het project BVJ als vervanger van Tulp. Daarbij zal tevens worden bekeken op welke wijze de beoogde functionaliteit van BGD kan worden gerealiseerd.

De Minister voor Rechtsbescherming, F.M. Weerwind


X Noot
1

Kamerstukken 29 279 en 24 587, nr. 719.

Naar boven